Unieke tocht naar de bron van de Schelde vervuiling van de rivier. Alleen een internationaal gecoördineerde aanpak kan de Schelde nog redden. Ondanks het feit dat milieu-organisaties al talloze malen de noodklok hebben geluid, er ontelbare onderzoeken naar de verontreiniging van de rivier zijn verricht en er vele plannen zijn gemaakt om de lozingen van giftige stoffen aan te pakken, lijkt een daadwerkelijke aanpak van de vervuilingvan de Schelde nog ver te zoeken. De drie betrokken overheden komen voorlopig niet verder dan inventari seren. De ontwikkeling van een beleid wordt bemoeilijkt door de enorme en complexe belangen die op het spel staan. In Den Haag bijvoorbeeld spraken de milieuministers over het terugdringen van PCB's. Die zijn echter ook verwerkt in de Belgische electrici- teitsvoorzieningen. Het aanpassen van het electriciteitsnet zou het land vijf miljard francs kosten. Begrijpelijk dus dat de Belgen niet staan te springen om het net aan te passen. Davignon/Biesheuvel Een constructieve samenwerking tussen Nederland, België en Frankrijk om iets te doen aan de schrikbarende verontreiniging van de Schelde komt onder meer daardoor slechts moeizaam van de grond. De Belgisch-Nederlandse commissie Davignon/Biesheuvel, ruim drie jaar geleden in het leven geroepen om te bekijken hoe de vervuiling van de rivieren de Maas en de Schelde het beste kan worden aangepakt, kwam in haar rapportage ook al niet veel verder. De pessimistische woorden van de Nederlandse Europarlementariër F. Wijsenbeek over het lot van de Schelde spreken boekdelen. „Die Schelde? Daar kunnen wij geen moer aan doen", liet Wijsenbeek zich enkele maanden geleden ontvallen in een dagbladinterview. Een van de voornaamste conclusies van een onderzoek dat, in opdracht van Greenpeace, werd uitgevoerd door het onafhankelijk Internationaal Centrum voor Waterstudies in Amsterdam luidde, dat het goed vast te stellen is hoezeer de rivier vervuild is. Maar een inzicht in waar de vervuiling precies vandaan komt is niet te geven. Vast staat dat het grootste gedeelte van de verontreiniging uit België komt. Opgave van wie er precies lozen, wat er geloosd wordt en op welke plaatsen kan zelfs de Belgische overheid niet geven, laat staan dat het Internationaal Centrum voor Waterstudies deze gegevens boven water kon krijgen. Het beeld Wachter van de Schelde van pastoor Om'er Guitliet staat aan de monding van de rivier de Schelde in het Zeeuwsvlaamse vissersdorp Breskens. Bron: Foto Wim Kooyman. Ondoorzichtige situatie Een mogelijke verklaring hiervoor is te vinden in het Belgische staatsbestel. De federalisering van België, dat naast een nationale regering een aantal deelregeringen kent, speelt het land duidelijk parten. Probeer in België maar eens te ontdekken wie verantwoordelijk is voor bepaalde zaken. Zo is het bijvoorbeeld niet duidelijk wie in België de verant woordelijkheid heeft voor het leefmilieu. In Nederland en Frankrijk is dat heel duidelijk afgebakend. In België, aan de andere kant, is de situatie uiterst ondoorzichtig. Zo ondertekende minister Miet Smet in 1987 voor België de zogenaamde Verklaring van Londen, waarin een aantal Europese landen zich verplichtte de lozingen van schadelijke stoffen in 1995 met de helft terug te dringen. Smet keerde terug uit Londen met deze boodschap aan de gewestelijke ministers. Die beweerden echter dat de te treffen maatregelen niet uit te voeren waren omdat er veel te weinig geld voor was. Dat geld moet van de nationale regering komen. Maar Smet verdedigde zich op haar beurt weer door te zeggen dat ze van het kabinet te weinig steun kreeg. En daarmee is de cirkel rond. Een ander manco van het Belgische staatsbestel dat het tegengaan van vervuiling in de weg staat is de gebrekkige controle op het vergunningenstelsel. Het wettelijk kader wordt aangegeven door de nationale overheid. Die heeft echter geen sancties om overtreders van de wettelijke regels aan te pakken, waardoor die wet in feite een wassen neus is. De controle op het naleven van de wettelijke bepalingen moet namelijk uitgevoerd worden door de gewestelijke ministeries. Scheldetocht Om de steeds verdergaande vervuiling van de Schelde nog eens onder de aandacht te brengen, werd van maandag 9 tot en met zaterdag 28 april van dit jaar een voettocht gehouden naar de bron van de rivier. Het was voor het eerst dat een dergelijke tocht werd gehouden. De initiatiefnemer voor deze unieke tocht langs de oevers van de Schelde was de Bressiaanse pastoor Guilliet. Hij hoorde in gesprekken met vissers steeds vaker hoe slecht het ervoor stond met de rivier. Guilliet maakte zich daarom sterk om actie te voeren voor een schonere Schelde. Op een visserijdag in Breskens, vijf jaar geleden, werden de eerste duizenden handtekeningen bijeengebracht. Dat aantal groeide aan tot zo'n twintigduizend handtekeningen van verontruste Schelde-oeverbewoners. In Den Haag en Brussel werden ze vervolgens aangeboden aan de ministers van milieu. De actie leverde echter weinig op, omdat het in ontvangst nemen van handtekeningen voor de betrokken ministers een bijna dagelijks ritueel is en ook omdat het milieu in die tijd nog niet de prioriteit had die het tegenwoordig wel heeft. 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 14