Boekbesprekingen
De auteur van dit boek heeft geen
eenheid van alle losse onderdelen
gemaakt en de stukjes hebben
allemaal hun eigen stijl. „De aanvulling
op eerdere publicaties" die de auteur
volgens de inleiding wil geven, blijft
beperkt tot de exacte namen en titels
van de verschillende militaire
onderdelen die aan de akties op
Walcheren deelgenomen hebben.
F. Vleugel
Elly Kloos „Rappe handen"
Zeeuwse vrouwenarbeid 1900-1940
De Koperen Tuin z.j., Goes.
Dit boek is een nader onderzoek naar
de veelsoortigheid en omvang van
vrouwenarbeid in Zeeland tussen 1900
en 1940. Het boek omvat 160 pagina's
en is rijk geïllustreerd met foto's. Onder
de titel „Zelden rust" heeft de auteur
samen met Marlies Jongejan en Irma
Bogers een fototentoonstelling
georganiseerd namens „Vrouw en
Werk Zeeland" in 1987 in de Zeeuwse
bibliotheek. Deze tentoonstelling had
hetzelfde thema als dit boek.
Een groot deel van de geplaatste foto's
is afkomstig van het Zeeuws
Documentatie Centrum.
Elly Kloos heeft haar gegevens geput
uit sociaal-economische onderzoe
kingen, advertenties, jubileumboeken,
jaarverslagen en teksten uit de
geïllustreerde pers.
Door de eeuwen heen was het heel
gewoon dat vrouwen uit de
„volksklassen" werkten. Dit was
gewoon bittere noodzaak om te
kunnen overleven, omdat ze niet rond
konden komen van het lage inkomen
van de man alleen. Als een vrouw
werkte, werd dat steeds meer als een
teken van armoede gezien. Vooral het
werken van gehuwde vrouwen werd
veroordeeld door de kerken en de
overheid. Maar de sociale werkelijk
heid was nu eenmaal dat een gezin
niet kon leven zonder de bijverdiensten
van de vrouwen.
Voor jonge meisjes en ongehuwde
vrouwen stonden betrekkingen open
zoals dienstbode, verkoopster,
industrie-arbeidster, verpleegster en
onderwijzeres. Zij namen vrijwillig
ontslag als ze trouwden.
Gehuwde vrouwen hadden bijna nooit
vaste dienstbetrekkingen, maar wel
volop tijdelijke, aanvullende of
seizoensbetrekkingen. Gehuwde
vrouwen waren bijvoorbeeld
schoonmaakster, landarbeidster,
fruitplukster of visleurster.
Een andere mogelijkheid om wat bij te
verdienen was het thuiswerk, zodat ook
nog op de kinderen gelet kon worden.
Voor het thuiswerk leenden zich
uitstekend het erwten lezen, garnalen
pellen, wassen en naaien als
thuisarbeid of het houden van een
winkeltje.
De vrouw van een landarbeider zorgde
voor de dieren op de boerderij en hielp
zonodig in de oogsttijd.
In Zeeland werkten gehuwde vrouwen
zo vooral in de huishouding, de land
en tuinbouw, de visserij en op het
eigen bedrijf. Ze sprongen bij als men
handen tekort kwam en waren veel
goedkoper dan de mannen.
Het werk van de vrouwen was
onderbetaald, het uurloon van een
vrouw was meestal ongeveer de helft
van wat een man verdiende!
Slechts 2% van de gehuwde vrouwen
had een echte dienstbetrekking, en
toch kwam de overheid in de
crisisjaren met het voorstel om alle
arbeid door gehuwde vrouwen te
verbieden, om zo de werkeloosheid
terug te dringen. De vrouwen waren de
sluitpost van de arbeidsmarkt.
De geïnterviewde vrouwen verklaren
vaak dat ze nooit gewerkt hebben,
vooral als ze alleen de huishouding
gedaan hebben. Maar de huishouding
runnen was in die tijd heel hard
werken, met vaak grote gezinnen, geen
hulpmiddelen (zoals een wasmachine,
stofzuiger enz.) en geen waterleiding
en electriciteit.
Ook als de vrouwen bijverdiensten
hadden, werd dat niet gezien als echt
werken, omdat het geen vast werk was
en onderbetaald werd.
Vaak schamen vrouwen zich ervoor
om toe te moeten geven dat ze niet
konden rondkomen van het loon van
hun man alleen. Ze zijn bang dat de
Het waslokaal van wasserij „De Zon" kort na de oprichting.
118