Regionaal arbeidsmarktbeleid in ruimer perspectief De Zeeuwse arbeidsmarkt Probleem is dat dit begrip natuurlijk niet echt bestaat. Een regionale arbeidsmarkt bezit geen zelfstandige identiteit. Zij heeft een wezenlijk ander karakter dan bijv. de „markt" van Middelburg en is niet aan een bepaalde lokatie gebonden. Toch is het interes sant, zeker in het kader van de regio nalisering van de arbeidsvoorziening, om na te gaan met welke specifieke ontwikkelingen Zeeland rekening dient te houden. Uit het beeld dat recentelijk door Van Toorn is geschetst wordt duidelijk dat Zeeland op het punt van de arbeids participatie een in vergelijking met andere regio's tamelijk traditionele positie inneemt.3) Allereerst is er de omstandigheid dat de werkloosheid er het laagst is van Nederland, terwijl de arbeidsparticipatiegraad er niet hoger is dan het gemiddelde Nederlandse niveau. Dit duidt op een nog traditioneler arbeidsmarktprofiel dan dat van Neder land en zeker t.o.v. de omringende landen. Dit beeld blijkt ook in overeen stemming met andere vormen van sociaal-cultureel traditionalisme: hoge huwelijksfrequentie, lage huwelijksleef tijd, hoge vruchtbaarheid bij jonge vrouwen, lage arbeidsongeschiktheid, hoge kerkelijkheid en een relatief laag scholingsprofiel. De vraag is natuurlijk of en hoe lang die situatie blijft bestaan. De verwachting is dat processen van individualisering en secularisering zich ook in Zeeland steeds sterker zullen manifesteren, waardoor de toeloop naar de arbeidsmarkt zal toenemen en met name in kennisintensieve, dienst verlenende beroepen steeds meer werkgelegenheid zou moeten ontstaan. Die toeloop heeft vooral betrekking op vrouwen, die, vooral in Zeeland sterk ondervertegenwoordigd zijn op de arbeidsmarkt. Dit hangt weer samen met de tamelijk traditionele werkgele- genheidsstructuur. Zeeland kent in vergelijking met het Nederlandse gemiddelde een zekere oververtegen woordiging van werkgelegenheid in de landbouw en industrie en een onder vertegenwoordiging in dienstverlenen de sectoren, waarin vrouwen nu een maal meer kansen hebben. Wat mij betreft ligt daar dan ook de belangrijkste taak die op regionaal niveau zou kunnen worden aangepakt: de Zeeuwse arbeidsmarkt moet ervoor mannen vrouwen totaal IJtr waken dat ze voor nieuwe generaties en potentiële instromers van buiten de regio haar aantrekkingskracht verliest. De negatieve migratiebalans die sinds jaar en dag kenmerkend is voor Zee land is niet alleen een gevolg van, maar draagt ook zelf bij tot de eenzij digheid van het arbeidsmarkt-, werk gelegenheids- en voorzieningenprofiel. Daarom zal er alles aan moeten wor den gedaan om met name voor de dienstverlenende sector een serieuze kennis-infrastructuur op te bouwen. Zoals uit de strategische verkenning „Zeeland aan zet" van de Provinciale Staten blijkt, is een dergelijk beleid niet alleen in een regionale kontekst te voeren.4) Provincie, regio en de sociale partners dienen daarom druk te blijven uitoefenen op de landelijke politiek en zich niet in een situatie laten dringen waarin de invoering van het nieuwe geregionaliseerde en gedecentrali seerde systeem van arbeidsvoorziening tot een bestendiging van die status quo leidt. Je weet het tenslotte maar nooit met decentralisering van verant woordelijkheden. m fi YÊ w lÉff flip :8 spayê iff §m mm lp pfe W&///, ife Ife v wM iwar/ja; N/Z-H :;tS Zeel Ned Fig. 5. Arbeidsparticipatiegraad in Nederland. Samenvatting van een lezing gehouden op 12 april 1990 door Prof. H. P. M. Adriaansens Regionale differentiatie van de sociaal- economische participatiegraad - Rotterdam: Vakgroep Sociaal-Economisch beleid en Economie van de Erasmus-Universiteit, mei 1990 door Marcel van Toorn. Stageverslag in het kader van een doctoraalexamen, cf. mijn Utrechtste oratie. Arbeid en burger schap: een nieuwe dimensie, Utrecht, 1989. van Toorn, o.c. Zeeland aan zet, uitwerking van de door Provinciale Staten van Zeeland vastgestelde „Strategische toekomstverkenning Zeeland' Middelburg 1990, pp. 12-16. 129

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 11