Oproer in het bedrijf der levende werktuigen
Woning grondwerker.
Bron: Eigen Haard (1890).
Plattegrond woning grondwerker.
Bron: Eigen Haard 1890).
■il.il
132
brandewijn ingezegend werd.
De keten moesten gebouwd worden
van hout en stro dat door de aan
nemers geleverd werd. Hieraan werd
lang niet altijd naar behoren voldaan
zoals blijkt uit de vele grieven die hier
over tijdens stakingen naar boven
komen. Soms gebeurde het ook dat
een deel van de arbeiders onder
gebracht werd bij boeren en dorpe
lingen uit de directe omgeving van het
werk. Dit leidde niet vaak tot tevreden
heid bij de autochtonen. Het leven in
de keet, met zovelen op een kluitje,
was aan enkele strenge regels gebon
den. Op overtreding stond meestal een
boete die in drank voldaan moest wor
den. Zo schreef de keetwet voor dat de
mannen zich minstens een maal per
week moesten verschonen. Werd hier
aan niet voldaan „dan verkoopen zijn
kameraden zijn schoone goed, als'
zijnde overbodig, onder elkander en de
schuldige kon het slechts tegen betaling
van honderd of tweehonderd gulden
inlossen."4 Waarbij vermeld moet wor
den dat de cent bij dergelijke verkopin
gen tot gulden verheven werd. Van de
opbrengst werd een stevige borrel
gedronken.
Diezelfde borrel heeft overigens sterk
aan de beeldvorming rond de grond
werkers bijgedragen en is een steeds
wederkerend thema bij stakingen en
andere acties.5 Als de archiefstukken
op dit punt betrouwbaar zijn dan kan
niet anders geconcludeerd worden dan
dat de grondwerkers over het alge
meen geweldige drinkers waren.
De werkweek telde zes dagen en de
zevende werd doorgebracht in de
kroeg of drankkeet.6 Onbegrijpelijk is
het drankgebruik niet aangezien het de
enige ontspanningsmogelijkheid was,
ver van huis zonder vrouw of kinderen.
Bovendien vervulde de drank wellicht
de functie die cocabladeren in andere
culturen hebben, namelijk het verzach
ten van de harde werk en leefomstan
digheden.
De grondwerkers waren overigens niet
de enigen die met een borrel overweg
konden. De verhalen over Schie-
damse textielarbeiders zijn bekend,
maar ook sommige overheidsdienaren
verkeerden in een staat van per
manente dronkenschap. Een treffend
voorbeeld komen we tegen tijdens de
staking bij Rilland Bath, later in het
verhaal.