Boekbesprekingen
hopelijk later, na het bezoek aan
Middelburg, bij het nog eens doorbla
deren oproepen.
De tekst valt, zoals gezegd, in twee
delen uiteen. Eerst is er een „Stads
geschiedenis in hoofdlijnen Deze
historische inleiding neemt meer dan
een derde van het boekje in beslag en
levert zeer veel informatie. Een niet
onbelangrijk deel van deze informatie
is historisch-geografisch van karakter
en dit is natuurlijk terecht bij de
beschrijving van de geschiedenis van
een stad als Middelburg. Bij de be
trachte diepgang gepaard aan de
noodzakelijke beknoptheid, is het
echter de vraag of de tekst voor het
met deze gids beoogde publiek niet af
en toe te abstract wordt. Dit probleem
doet zich meteen in de eerste alinea's,
onder het kopje „Het natuurlandschap",
al voor. Als samenvattend artikel over
de geschiedenis van Middelburg is de
historische inleiding een handig naslag
werkje. Of het de ideale aanloop is
naar een „kijkgids" met wandelingen,
kan men zich afvragen. Een aparte
opmerking moet gemaakt worden over
de onderschriften bij de talrijke repro-
dukties van oude kaarten en prenten
die de historische inleiding illustreren.
In deze onderschriften is de herkomst
van de afbeeldingen soms erg sum
mier, soms in het geheel niet weer
gegeven. Een lijstje met (wat uitgebrei
dere) verantwoording van de illustraties
achter in het boekje ware mijns inziens
beter geweest. Een vermelding als
„steendruk uit M. P. de Bruin" wekt
verbazing, te meer omdat in het litera
tuurlijstje (aan het eind van de gids)
van De Bruin een ander werk staat
vermeld dan dat waaruit de bedoelde
illustraties zijn overgenomen.
Na de historische inleiding volgen de
drie wandelingen, voorafgegaan door
een duidelijk routekaartje. De drie goed
gekozen routes, die alle in één tot
anderhalf uur gelopen kunnen worden,
voeren de wandelaar ondermeer door
de abdij, langs de havens en over een
deel van de bolwerken. De teksten die
hem of haar hierbij sturen en begelei
den, zijn duidelijk en behandelen aller
lei uiteenlopende aspecten. Ook hier is
gelukkig gewaakt voor de uitgebreide
beschrijving van hetgeen men ter
plaatse zelf kan zien. Toch zou ik iets
meer aandacht voor de vormgeving
van de Middelburgse monumenten op
prijs hebben gesteld. Waarom niet
eens een enkele keer een opmerking
over gevelvorm, over kleur of over
bouwmateriaal? Waarom bij de recht
bank op het Hofplein bijvoorbeeld niet
eens iets over het uitzonderlijk mooie
metselwerk? En waarom staat bij dat
gebouw trouwens wel de bouwheer,
maar niet de architect (toch waarlijk
niet de minste!) vermeld? Zou het
verder niet goed zijn geweest om bij de
Gistpoort even te zeggen dat het beeld
van Rooms koning Willem II zo'n vier
eeuwen jonger is dan de poort zelf en
ongetwijfeld de plaats inneemt die
oorspronkelijk bestemd was voor een
heiligenbeeld? Enfin, dit soort detail
kritiek heeft natuurlijk elke lezer van
een gids wanneer hij of zij de beschre
ven plaats zelf goed kent. En ondanks
bovenstaande opmerkingen geldt dan
ook: een aardig boekje, dat zeker in
een behoefte voorziet!
PD
158