Zeeland aan zet heden mogen ontbreken. Ventevogel zal de laatste zijn om de betekenis van Neeltje Jans voor de ontwikkeling van Zeeland te ontkennen, getuige zijn eerdere aktiviteiten op dit terrein; het blijft daarom toch opmerkelijk dat men er in deze nota zo weinig over terug vindt. Vooral ook, omdat de door de provincie ingeslagen weg van ingenieuze integratie van economische, recreatieve, educatieve en informatieve elementen in het zogenaamde 'inte- gratiemodel' blijkbaar doodloopt. Eveneens had in dat verband het initia tief voor een World Fish Center pro minenter in beeld gebracht moeten worden omdat met name hier een shocktherapie voor het op dit punt niet in beweging te brengen Zeeuwse bedrijfsleven noodzakelijk lijkt. Of moe ten we inderdaad wachten tot de laatst platte oester het hoekje om is of de Zeeuwse vissersvloot geheel is weg gesaneerd voordat men vanuit die wereld interesse toont voor de vele nieuwe mogelijkheden van viskweek en hangcultures in combinatie met voorlichting en scholing en presentatie? De stimulerende rol die de overheid hier kan bieden, heb ik node gemist. Veel aandacht voor welgestelde ouderen die hun levensavond komen genieten in de lommerrijke manteling van de Schouwse duinenrij of een huis van Colthof maar geen aandacht voor de noodzaak van het verbeteren van probleemwijken in bijvoorbeeld Vlis- singen en Sas van Gent. Misschien kwam de discussie over sociale ver nieuwing juist op het moment dat de nota al in concept gereed was. Toch was het niet onaardig geweest als "Zeeland aan zet" was gebruikt om althans enige contouren in de nogal nevelige contouren van dit nieuwe beleid aan te brengen. In ieder geval was daarmee een tegenwicht geboden tegen het beeld dat de nota nu oproept: vooral toegeschreven op de doelgroep met ruimere bestedingsmogelijkheden. Stille reserves Aan het eind van de nota wordt in gegaan op de meest Zeeuwse aller vragen: "wie zal dat betalen". Maar liefst 9 verschillende dekkings mogelijkheden van de 2,5 miljoen incidentele en 8,5 miljoen jaarlijks terugkerende kosten worden gepre senteerd. Daarvan ontmoette tot nu toe het plan om de opcenten op de motor rijtuigenbelasting te verhogen de meeste kritiek. Begrijpelijk; want leg het de autobezitter maar eens uit waarom dat juist hij moet betalen voor een Zeeuws sportcentrum. Bovendien is er veel meer voor te zeggen om opcenten op de motorrijtuigenbelasting primair te reserveren voor de bestrijding van de gevolgen van de aantasting van de leefomgeving door het autoverkeer. Zwaar onderbelicht, niet in de laatste plaats door de wijze van presentatie in deze nota, blijft het onderwerp: aan wending van stille reserves. En die zijn er in onze spaarzame en niet verkwis tende provincie veel! Zo wordt bijvoor beeld geopperd om volledig afgeschre ven investeringen opnieuw te activeren; zeg maar nieuwe hypotheken/leningen te nemen op afbetaalde woningen of afgeschreven bezittingen. Maar onmiddellijk wordt daaraan toegevoegd: "Vanuit oogpunt van financieel beheer verdient een dergelijke wijze van financiering zeker niet de voorkeur". Dat laatste menen wij te moeten be twijfelen. Men moet mij eens uitleggen waarom het niet mogelijk is stille reserves aan te wenden ten behoeve van voorzieningen waar particuliere investeerders ook brood in zien. Hét voorbeeld is natuurlijk de WOV. Als 2 bouwcominaties zo'n verbinding exploitabel achten is er alle aanleiding voor een min of meer vermogende overheid om na te gaan of men tegen het blijkbaar interessante rendement niet hetzelfde kan; hetzij alleen; hetzij in combinatie met particulier kapitaal. Het beroemde, vaak bepleitte, maar nog zelden in de praktijk gebrachte idee van het privatepublicpartnership (ppp) moet toch ooit eens konkreet gestalte krijgen! Beheersmaatschappij Daarom bepleit ik hier de mogelijkheid om ananloog aan de voor de ontwikke ling van Neeltje Jans gekozen con structie te komen tot een soort Beheers maatschappij Zeeland met een fors werkkapitaal op basis van beschikbaar en aanwendbare reserves. Deze maat schappij tracht particuliere investeer ders aan te trekken of te interesseren voor ppp-constructies in de richting van een door de Zeeuwse Staten aan te geven perspektief. In deze beheers maatschappij nemen zowel vertegen woordigers van de politiek als van het 'maatschappelijk middenveld' dat men in dit geval mag vertalen als Zeeuws bedrijfsleven (werkgevers én werk nemers) deel. Deze beheersmaat schappij komt in de plaats van de ziel togende Acquisitiegroep en omvat tegelijkertijd de taken van de momen teel wat lusteloze Sociaal Economische Consultatie Groep. Een aanzet voor een budget voor deze beheers maatschappij is er al in het onlangs opgerichte provinciaal sociaal- economisch-ontwikkelingsfonds. Zie Provinciaal Sociaal-Economisch Beleidsplan '89'93, hoofdstuk III, paragraaf 2.2.2. Vanzelfsprekend onderzoekt de beheersmaatschappij tevens de mogelijkheden van finan ciering van externe projekten. In dat licht is het een interessante ontwikke ling dat het onlangs gevormd Regionaal Bestuur Arbeidsvoorziening (bestaande uit 113 werkgevrs, 1 /3 werknemers en 1 3 gemeenten) het aanmeldings en beslispunt van de gecombineerde Europese fondsen ESF en EFRO wordt. In een beheersmaatschappij waarin naast overheden vertegen woordigers van werknemers en werk gevers zitting nemen zijn de lijnen naar de vleespotten van Brussel kort en duidelijk. In het verleden zijn pleidooien in het Zeeuwse voor het opzetten van een ontwikkelingsmaatschappij niet in vruchtbare bodem gevallen. Blijkbaar vooral ook omdat de landelijke over heid duidelijk maakte dat, in tegenstel ling tot bijvoorbeeld Noord-Brabant, voor het op eigen kracht redelijk goed draaiende Zeeland voor zoiets geen middelen beschikbaar kwamen. Een straf voor het goed boeren, zogezegd. Nu het regionaal sociaal economisch beleid aan opwaardering toe is, getuige de recente nota regio naal sociaal economische beleid '89-'93 van staatssekretaris Bukman van EZ, waarin het beleid er op gericht is kansrijke gebieden zoals Zeeland weer te premieren, valt te bezien in hoeverre van daaruit geld naar een op te richten beheersmaatschappij Zee land kan worden gesluisd. Het is naar onze mening in ieder geval een plan dat als zoveelste zet op het Zeeuwse schaakbord mag worden geplaatst, maar dan een met een strategie die wellicht verder gaat dan de in het glimmende kaftje aangereikte zetten. 125

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 7