Drie Zeeuwse componisten
van psalmzettingen
Remigius Schrijver, Willem Lootens en Joost Verschuere Reynvaan
Albert Clement
Remigius Schrijver (16..-1681
Over Remigius Schrijver [Remy
Schryver(s)] zijn ons weinig biogra
fische gegevens overgeleverd. Hij is
mogelijk in Middelburg, in ieder geval
op Walcheren geboren, zoals uit een
voor hem door ene S. van G. geschre
ven lijkdicht kan worden afgeleid
(De la Rue, 154):
Hier leit Hy, die geen rust aan 't rusten
geven kon,
Maar leefde rusteloos; dies laat zig
Walch'ren hooren:
Door onrust, vlyt, en zorg, wierd Hy
der konsten bron.
Dees SCHRYVER van de Konst is uit
myn schoot gebooren.
In het verleden is aangenomen dat
Schrijver een zoon van de Leidse
humanist en geschiedkundige Petrus
Scriverius (1576-1660) zou zijn
geweest.1 Dit is echter om verschillende
redenen zeer onwaarschijnlijk. Hier zij
slechts gewezen op het feit, dat
Remigius dan wel een zeer laat gebo
ren kind zou moeten zijn geweest van
de hoogleraar (vgl. onder), die voor
zover bekend slechts twee zonen -
Hendrik en Willem - had.2 Aannemelij
ker lijkt dat Remigius een zoon was
van Hendrik, gehuwd met Anna van
Rodenburgh en vader van een om
vangrijk gezin.3 Een familierelatie met
Scriverius is nog niet ondubbelzinnig
aangetoond; deze zou evenwel kunnen
worden verondersteld op grond van
hun gemeenschappelijke verhouding
tot Joachim Franszoon Oudaan.4
Geboren in 1628 te Rijnsburg studeer
de deze te Leiden en werd bekend als
dichter, o.m. van Nederlandse trage
dies. Hij trok bij Scriverius in toen de
hoogleraar blind werd (in 1650) en las
hem regelmatig voor. Ondanks het
aanzienlijke leeftijdsverschil bestond
een hechte vriendschap tussen beide
mannen. Later vestigde Oudaan zich te
Rotterdam als tegelbakker. Zoals zal
blijken (zie onder), was hij in 1680
goed bevriend met Remigius Schrijver.
In dit verband dient nog te worden
opgemerkt dat ook de mogelijke groot
vader van Remigius muzikale belang
stelling had:5 de verkoopcatalogus van
diens bibliotheek bevat talrijke werken
van Italiaanse componisten, o.a.
Claudio Monteverdi (1567-1643)
Alessandro Grandi (ca. 1575/80-
1630), Orazio Vecchi (1550-1605)
alsmede van Nederlandse toonkunste
naars, nl. Jan Pieterszoon Sweelinck
(1562-1621en Cornelis Thymanszoon
Padbrué (ca. 1591/2-1670). Indien
Scriverius werkelijk de grootvader van
Schrijver is geweest, was de componist
dus uit een muzikaal milieu afkomstig.
Bij resolutie van wet en raad van
Middelburg werd Schrijver aldaar door
de stedelijke overheid op 4 november
1670 tot "organist en klokspeelder"
aangesteld; dit geschiedde "op
recommendatie van de liefhebbers van
muzijk" (Boll, 127-8). In deze functie
volgde hij GijsbertjGhysbrecht] Bredius
op, die in 1662 was aangesteld - "Van
t'spelen op den orgel in die Nieuwe
kercke, midtsgaders het spelen ende
beijaerden op de Abdiethoorn" (Hoefer,
36) - onder dezelfde voorwaarden.
Ook voor Schrijver gold "dat hij met
het collegie van de musikanten zal
moeten corresponderen ende derselver
bijeenkomsten op haer versoeck bij
wonen."6 De bezoldiging van beide
musici was gelijk, nl. 100 (Hoefer, 36).
Bredius had overigens nog een toelage
van 25 ontvangen; e.e.a. werd uit
betaald tot 7 juli 1670, "sijnde corten
tijdt daernaer overleden" (Kesteloo VII,
42).
Vier jaar na zijn aanstelling, op 6 sep
tember 1674, huwde Remigius Schrijver
met Catharina van Rosebeke. Schrijver
was niet alleen op muzikaal gebied
actief; ook was hij een ijverig lid van de
Middelburgse rederijkerskamer Het
Bloemken Jesse (De la Rue, 153;
Nagtglas, 616). De la Rue noemt hem
"een taamelyk Digterook uit deze
aanleg zou verwantschap met Scri
verius kunnen blijken. Voorts had hij
een "Muzyk- Konst- en Boekdrukkery"
(De la Rue, 153), gevestigd bij de
Beurs in het huis Cicero. Na Schrijvers
dood werd de zaak aanvankelijk voort
gezet door zijn weduwe en later door
zijn zoon Michiel Schrijver tot 1735.7
De componist overleed te Middelburg
op 11 febr. 1681 (De la Rue, 153).
Hij werd er op 18 februari begraven in
de Nieuwe Kerk (Hoefer, 36). Ter gele
genheid van zijn overlijden werden
verscheidene lijkdichten gemaakt (vgl.
boven), o.a. door Oudaan, die hem
daarin "lieftallig" en "Godvrugtig"
noemt (De la Rue, 153).
Als componist genoot Remigius Schrij
ver aanzien. Zijn aanstelling tot stads-
organist en -klokkenist vond plaats op
aanbeveling van muziekliefhebbers
(zie boven). Daarnaast wordt hij in
verscheidene oudere geschriften ge
prezen. Waarschijnlijk niet vrij van
vriendschappelijk chauvinisme zijn
Joachim Oudaans woorden in diens
eigen uyt-breyding (zie onder)
wanneer hij spreekt over "de noyt
genoeg volprezene Samenstelling, of
Compositie der Musijk-toon, en
Maatspel op Instrumenten; door den
hoog-beroemden, en ten uytersten
Konstervarenen remigius
Schrijver. "8 Ook auteurs uit de
18de eeuw schrijven evenwel in loven
de bewoordingen over deze kunste
naar. Pieter de la Rue noemt de
componist "een zeer beroemd Muzigyn
en Organist" die met name de psalmen
van Oudaan "zeer konstig op muzyk
gesteld" heeft (p. 153). Andreas
Andriessen, predikant te Vere, schrijft
in zijn Aanmerkingen op de psalm-
berymingen van Petrus Dathenus o.a.
over Joachim Oudaan: "Dees heeft
een zeer treffelyke uitbreiding over de
Psalmen gemaakt en uitgegeven in
twee stukken in 8.; 't eerste is voorzien
met uitnemendt Muzyk en Bas
Continuus, van den vermaarden
r. Schryver, Organist te Middelburg,
daar op gemaakt; maar is het twede
deel. door tuschenkomende toevallig
heden, daar van versteken gebleven"
(p. 190). In zijn Kerkelyke historie
bemerkt Josua van Iperen over
Oudaans Psalmen:en REMIGIUS
SCHRYVER, Musykmeester en Orga
nist te Middelburg, een beroemd
kunstenaar in de Zang- en Speelkunde,
stelde die uitbreidinge op de keurigste
toonen" (p. 191). Later merkt hij op:
"Om het levendige en natuurlyke van
de Musyk, welke SCHRYVER op de
Psalmen van OUDAAN gesteld had,
wel te begrypen, zal het noodig zyn, er
hier eene kleine afbeeldinge van te
geeven; en daar toe hebben wy het
eerste vers van den XLIIsten Psalm
verkoozen" (p. 192).9
Het is bekend dat Schrijver ten be
hoeve van twee uitgaven een aantal
psalmzettingen heeft gecomponeerd.
Een jaar na de dood van Schrijver
publiceerde men van de arts Matthias
170