Drie Zeeuwse componisten van psalmzettingen
van Westhuyse diens volgende werk:
(De la Rue, 185; vgl. Van Iperen, 193):
Uitbreidinge over het Bouk der
Psalmen tot de hondert, in eenderley
Digtmaat, op Muzyk gestelt met drie
stemmen en Bassus Continuus,
begonnen door mr. Remigius Schrijver
(in zyn leven Musizyn en Organist tot
Middelburg) en voltrokken door
mr Pieter Bustyn, jegenwoordig
Musizyn en Organist derzelver Stad.
Middelb. by. de Wed. v. Remigius
Schrijver. 1682. 4'°.
Matthias van Westhuyse (1642-1679)
behoorde tot de vrijzinnige richting der
kerk; van zijn hand stammen voorts
o.a. trouw-, rouw-, lofdichten en een
Mengelmoes van Verscheydene
Gedichten, op Verscheydene Voor
vallen gereymt (De la Rue, 185;
Nagtglas, 944). Schrijver maakte
toonzettingen van 15 psalmen.10 Tot op
heden is deze uitgave met werk van
twee Middelburgse componisten niet
teruggevonden.
De andere editie is de genoemde UYT-
BREYDING, Over HET BOEK der
PSALMEN: In Verscheyde Dichtmaat;
Door Joachim Ovdaan. Op Musijk
gebracht, met 1 en 2 Stemmen, en 1
en 2 Violen; benevens een Bas
continuo, in partituer Door
Remigius Schrijver, verschenen in
1680 te Rotterdam bij Pieter Terwout.
Oudaans Psalmen zijn geen vertalin
gen, zelfs geen parafrases, maar wer
kelijk "uitbreidingen" waarin de oor
spronkelijke psalmtekst soms nog
slechts met moeite valt te herkennen.
De bundel heeft, zoals in het voorwoord
wordt opgemerkt, geen liturgische
pretenties, maar was bedoeld voor
huiselijk gebruik. Uit een brief van
Schrijver aan Oudaan, gedateerd
januari 1680 en voorzien van de aan
hef "Mijnheer, en byzondere Vriend",
blijkt dat het correct drukken nogal wat
problemen opleverde. De componist
vermeldt o.a., zijn werk te willen ver
volgen "mits zeker te zijn dat den
drukker bequaam is om de selve net te
stellen gelijk ick se hem zal zenden".11
In 1681 verscheen het tweede deel
van Oudaans UYT-BREYDING - met
de psalmen 76-150 - zonder muziek.
Aangenomen mag worden dat de
slechte gezondheid van Schrijver voor
zijn dood hem niet meer in staat stelde,
ook dit deel van toonzettingen te voor
zien.12
De overgeleverde psalmzettingen van
Schrijver zijn van historisch belang als
vocale composities van beperkte om
vang en bezetting uit het laatste kwar
taal van de 17de eeuw, waaraan een
Nederlandstalige tekst ten grondslag
ligt. Hiervan zijn slechts weinig voor
beelden bekend: enerzijds was - vooral
in de eerste helft der 17de eeuw - de
invloed van het polyfone madrigaal nog
sterk aanwezig, anderzijds bestond -
ook in composities voor één zangstem
- een voorkeur voor buitenlandse
teksten. Schrijvers psalmzettingen zijn
vrijwel alle gecomponeerd in liedstijl;
het vormschema is tweedelig. Meer
dan 65% van de psalmen is geschre
ven voor een hoge stem, maar ook de
andere kunnen daardoor eventueel
worden uitgevoerd. Naast zettingen
voor één stem vinden we duetten voor
zowel twee zangstemmen als voor
zangstem en instrumentale solostem.
Enkele duetten hebben een ritornelle
voor twee violen.
geschreven tekst, waarin tot God wordt
uitroepen en om erbarmen wordt
gesmeekt.13
Anderzijds draagt de muziek bij Psalm
33 - om een tweede voorbeeld te
noemen - een opgewekt karakter.
De toonzetting begint in een lichte
maatsoort, de 6/4-maat, en heeft een
vloeiend karakter. Dit stemt met de
tekstidee overeen: "Weg met treuren/
weg met zuchten/ Geeft de blijdschap
eens haar beurt/ 't Is voorwaar genoeg
getreurt Hierna vervolgt de
compositie in alia breve-maat. Een
duidelijke verandering treedt op bij de
passus "Dit vereyscht een nieuwe wijs/
En een slag van Lofgezangen/ Die van
blijdschap tsamen hangen/ Gul van
vreugde God ten prijs." Hier intro
duceert Schrijver zestienden, en wel
opgenomen in de zgn. figura corta.
Deze muzikaal-retorische figuur,
opgebouwd uit het ritme "kort-kort-
lang" of "lang-kort-kort", wordt later
door bijv. J.S. Bach (1685-1750) talloze
malen toegepast om. begrippen als
"vreugde" en "godsvertrouwen" uit te
drukken.14 Het is duidelijk dat Schrijver
de figuur hier in een analoge samen
hang toepast. Interessant is dat het
opgewekte, vreugdevolle karakter van
dit ritme als zodanig enkele jaren voor
1. Ge lijk een roos die kwijnt
I I
2. In die pen modder en
en sterft,
Schrijver heeft de tekstinhoud in zijn
composities tot uitdrukking gebracht:
het affekt van de muziek sluit in het
algemeen aan op de dichting van
Oudaan. Zo vervaardigt de componist
voor Ps. 51 een mineur-toonzetting in
a. Dit werk is niet bedoeld voor een
hoge stem, maar voor alt, waardoor de
zetting een meer ingetogen karakter
draagt. De melodie wordt o.a. geken
merkt door exc/amaf/'o-figuren en
Seufzers. Deze muzikale stijlfiguren
geven gestalte aan de als gebed
Muziekvb. 1:
de publicatie van de Psalmzettingen
was beschreven door de Nederlandse
geleerde Isaac Vossius (1618-1689) in
zijn studie De poematum cantu et
viribus rhythmi (London 1673).15
Behalve in een algemene affektmatige
relatie met de tekst kan deze verhou
ding ook op meer directe wijze tot
uitdrukking komen. Zo is de neerwaarts
verlopende melodiek in Psalm 69,
maat 5-7, geen toeval:
Het aantal voorbeelden van tekstillu
stratie laat zich eenvoudig uitbreiden,
171