Drie Zeeuwse componisten van psalmzettingen
Joost Verschuere Reynvaan
(1739-1809)
gecomponeerde muziek en werd op
gedragen aan Johan[n] Adriaan van de
Perre (1738-1790), o.a. heer van
Nieuwerve en Welzinge (zie afbeelding
1Deze composities kennen een zeker
niveau, al kan ik de uitspraak in de
Zeeuwse Encyclopedie (II, 263) dat de
teksten hier "op boeiende wijze in de
muziek tot uiting gebracht" zouden zijn,
niet onderschrijven.
Behalve deze psalmen componeerde
Lootens Six Divertiments for the Piano
Forte, uitgegeven door Broderip
Wilkinson te Londen, voorts Trois
Quattors pour Orgue, Violon et Basse,
waarvan tot nu toe geen exemplaar is
herondekt. Men zou de divertissements
kunnen omschrijven als korte suites
met een speels karakter (zie afb. 2).
In 1780 werd een compositie van
Lootens uitgevoerd waarvan de volle
dige titel luidt: Choraal in IV Stemmen,/
Gecomponeerd door den Organist
W: Lootens; bij Gelegenheid der Lijk-
Oratie op de Heer Professor
J: Willemsen;/ Gezongen in de Nieuw-
Kerk binnen MIDDELBURG, t den 17
Meij 1780. De theoloog Jacobus
Willemsen had zich na zijn studie te
Utrecht in zijn geboortestad gevestigd,
waar hij zich o.a. te zamen met Lootens
inzette voor verbetering van het psalm
gezang. Hij was in Middelburg werk
zaam als hervormd predikant en hoog
leraar in de Godgeleerdheid aan de
lllustre School met als leeropdracht
kerkgeschiedenis ("Kerkelyke
Historiën").19 Over Lootens' compositie
n.a.v. het overlijden van Willemsen
lezen we in de Encyclopedie van
Zeeland, (II, 263) dat deze vóór de
tweede wereldoorlog in de Provinciale
Bibliotheek van Zeeland voorhanden
was. Enkele jaren later merkt Scherft
over het vierstemmig koraal op: "Ook
van deze uitgave is helaas geen enkel
exemplaar overgeleverd" (Scherft, 12).
Bij de voorbereiding van dit artikel
bleek evenwel dat in voornoemde
bibliotheek te Middelburg nog altijd een
exemplaar van de editie aanwezig is
(zie afbeelding 3).20 Het werk is ge
schreven voor Voce Primo, Secondo,
Alt, Bas en Basso continuo. Het bestaat
uit drie delen, nl. toonzettingen van -
vrije dichtingen van - resp. Psalm 90,
Vers 6 (Adagio Molto, Psalm 60, Vers
7 eerste gedeelte (Grave) en Psalm
115, Vers 9 (Duo, Adagio - Tutti,
Andante). De keuze van majeur- of
mineurtoonsoort blijkt te zijn ingegeven
door de tekst. Deze bestaat resp. uit
een beschouwing over de zorgen en
vluchtigheid van het menselijk bestaan
(c mineur), een van vertrouwen blijk
gevende bede tot God (D majeur), een
beschouwing over het lichaam in het
graf (g mineur) en aansluitend een lof
zang (G majeur).
De derde muzikale persoonlijkheid
waaraan op deze plaats aandacht
wordt besteed, was geen toonkunste
naar van beroep, maar muzieklief
hebber, goed organist, verdienstelijk
componist en theoretisch goed onder
legd schrijver over muziek.21
De familie Reynvaan was in de 17de
eeuw vooral in Middelburg woonachtig.
Onder de telgen van het geslacht be
vonden zich predikanten en welgestel
de burgers. De musicus werd op 11
september 1739 te Middelburg gebo
ren als zoon van Joos[t] Verschuere
Reynvaan en Apolonia Catharina van
Panteghem. Zijn gelijkgenaamde vader
was in 1702 eveneens in deze stad
geboren. Na als voornaam handelaar
in staafijzer in zijn broodwinning te
hebben voorzien werd Reynvaan sr. in
1750 kassier en oppercommies der
Staten van Walcheren, een functie die
hij bekleedde tot zijn dood in 1753.
Hij was gegoed genoeg om zijn zoon
te laten studeren in Harderwijk, waar
deze in 1765 promoveerde op de
174