Politiek op het eiland Tholen in de periode 1945-1971
plaatselijke gemeenschap en haar
verhouding tot de „buitenwereld".
Een drietal van die kwesties speelde in
alle gemeenten tegelijk, en deed
bovendien nogal wat stof opwaaien:
het toetreden tot de gemeenschap
pelijke (Thoolse) regeling van de
Schooltandverzorging in 1949/50, het
al dan niet verlenen van subsidie aan
de (Thoolse) vereniging voor burge
meesters, secretarissen en gemeente
ontvangers in 1949, en de stichting van
een centraal bejaardentehuis in
Tholen-stad in 1953. Wensten de 53
raadsleden in de zeven gemeenten
een brug te slaan naar hun eiland
genoten of werden ze daarin tegen
gehouden door de gedachtenwereld
van de gemiddelde Tholenaar, voor
wie de verschillen tussen de dorpen
nog als „zeer reëel"16 golden?
Wanneer we de positiekeuzes van de
verschillende raadsleden nauwkeurig
nagaan, blijken „localistische" stelling-
names zowel bij de SGP als bij de
plaatselijke lijsten met een Hervormd
karakter te vinden te zijn, terwijl de
argumentatie er voor bij de SGP vaak
niet zozeer localistisch was, als wel
voortvloeiend uit andere principes,
zoals de primaire verantwoordelijkheid
van de ouders voor hun kinderen.
De plaatselijke verhoudingen speelden
ook mee, zoals te Stavenisse waar de
SGP een wethouder had en de burge
meester tegelijk voorzitter was van de
vereniging van burgemeesters, secre
tarissen en ontvangers.
Te Stavenisse voerden de lijst-Tazelaar
en de CHU een voortdurende felle
oppositie. Aan het begin van de jaren
vijftig bezat deze oppositie bovendien
een opmerkelijk localistisch tintje.
Tot drie maal toe reageerden beide
fracties uiterst fel tegen een benoeming
te Stavenisse van een functionaris van
buiten het dorp, waarbij ze twee maal
de vertegenwoordiger van de arbei
derspartij aan hun zijde kregen. In één
geval speelde de oppositie-rol van de
lijst-Tazelaar duidelijk mee, terwijl deze
fractie verder vooral argumenten aan
voerde in de trant van: „waarom zou
den we hier geen geschikte personen
hebben?" Stavenisse was dan ook een
dorp met een zeer sterk ontwikkeld
gemeenschapsgevoel, waarop dus
vooral deze plaatselijke partij een
beroep deed. Omdat de lijst zo sterk
persoonsgebonden was, kwam zij aan
"De oude haven van Stavenisse voor de komst van de recreatie. Deze rust zou er niet meer weerkeren. Herhaaldelijk pleitte de
SGP-fractie van Stavenisse voor het aansluiten van de recreatie bij 'de aard van de bevolking'. Zij vreesde vooral verstoring van de
zondagsrust.
jZeeuws Documentatiecentrum)
186