De overherigheid en overschaligheid voorbij
Inleiding
Achtergronden
Het sociaal-culturele
Sociale vernieuwing in Zeeland
Jaap van der Stel
Op 20 augustus, tijdens een debat in
de Zeeuwse Bibliotheek over Sociale
Vernieuwing, waaraan werd deel
genomen door minister H. d'Ancona en
prof H. Balthazar, gouverneur van
Oost-Vlaanderen (België), werd de
oprichting bekend gemaakt van de
Initiatiefgroep Sociale Vernieuwing
Zeeland-Vlaanderen. Dit initiatief was
het vervolg op de discussies in een
projectgroep van de Zomeruniversiteit
Zeeland, die enkele dagen daarvoor
bijeen was geweest.
Ter voorbereiding van deze project
groep had het Rijn-Schelde Instituut
een dossier samengesteld waarin
enkele prikkelende opmerkingen wer
den gemaakt over de mogelijkheden
en de hindernissen voor sociale ver
nieuwing in Zeeland en samenwerking
op dit vlak met Vlaanderen.
Het rapport heeft een enkeling doen
'hyperventileren' en inmiddels, niet in
de laatste plaats door de ruime be
langstelling van de pers en de regionale
omroep, heeft het bestuur van stichting
Zeeland besloten tot 'zelfonderzoek'.
Niet onverstandig met de Statenverkie
zingen in het zicht, en in de wetenschap
dat enkele vertrouwde bestuurders de
provinciale politiek zullen verlaten.
De projectgroep werd voorgezeten door
mr P. Kuypers, voormalig directeur van
het provinciaal opbouworgaan in
Noord-Brabant en werd geadviseerd
door prof Ph. A. Idenburg, de 'uit
vinder' van het sociale vernieuwings
concept en prof E. Verhellen uit Gent.
Aan de projectgroep werd deelgenomen
door een vijftiental personen uit ver
schillende hoeken van de Zeeuwse
samenleving. Na afloop van de bijeen
komsten heeft de projectgroep besloten
haar werkzaamheden voort te zetten in
de Initiatiefgroep Sociale Vernieu
wing Zeeland-Vlaanderen.
Volgens de projectgroep is er in Zee
land een structuur ontstaan die haaks
staat op de lokale en regionale sociale
netwerken waarin mensen zich bevin
den.
In de Zeeuwse context missen veel
voorzieningen in het sociale en cultu
rele veld door hun provinciale gericht
heid de fijnmazigheid om te registreren
wat mensen aan de basis te zeggen
hebben. Anderzijds ontberen ze de
slagkracht om adekwaat en vooral ook
snel op signalen te reageren.
Sociale vernieuwing in de Rijn-Schelde
Delta betekent volgens de projectgroep
de creatie van een innovatiemilieu dat
de volgende effecten teweeg kan
brengen:
Organisaties gaan kritischer naar
zichzelf kijken;
Denken en handelen worden met
elkaar verbonden;
De bereidheid ontstaat om niet
alleen grensverleggend, maar ook
grensoverschrijdend te werken.
Met het platform voor sociale vernieu
wing wordt beoogd in deze regio een
levendig sociaal en cultureel klimaat te
bevorderen. Daarvoor zijn proeftuinen
nodig; experimenten, die ontstaan
vanuit de praktijk.
Foto: Ineke Jonker
Het idee voor een projectgroep over
sociale vernieuwing is ontstaan na een
onderzoek over de Rijn-Schelde Delta
dat in 1989 door het Rijn-Schelde Insti
tuut werd uitgevoerd. Tijdens het
onderzoek, bleek dat de respondenten
- sleutelpersonen in de ontwikkeling
van deze regio - weinig wisten over
sociaal-culturele aspecten van dit
gebied. Dit gebrek aan kennis weer
spiegelt de geringe aandacht die er
door overheden en maatschappelijke
organisaties aan sociale innovatie
wordt gegeven, wanneer we het afzetten
tegen initiatieven op het terrein van de
economische, technologische en
ruimtelijke vernieuwing.
Vanuit de gedachte dat er een sterke
wisselwerking bestaat tussen maat
schappelijke sectoren kan worden
gesteld, dat sociale vernieuwing een
voorwaarde is om vernieuwing op
andere terreinen een voldoende draag
vlak te geven.
Bij de opzet van het project werd niet
alleen de aandacht gevraagd voor
grensverleggende maar ook grens
overschrijdende activiteiten. Bij dat
laatste werd uitdrukkelijk gedacht aan
de vraag welke mogelijkheden er zijn
om de samenwerking tussen Zeeland
en de Vlaamse grensprovincies te
intensiveren. Kortom, hoewel het
vraagstuk van de sociale vernieuwing
in eerste instantie werd benaderd van
uit een Zeeuwse probleemstelling, werd
uitdrukkelijk ook een relatie gelegd met
Vlaanderen. De redenatie was boven
dien dat vanuit een (ook in sociaal-
geografisch opzicht) ruimere manier
van denken waarschijnlijk meer alter
natieve oplossingen voor de problemen
konden worden gevonden. In het kader
van dit artikel beperk ik mijn gedachten-
gang evenwel tot Zeeland.
Het is in een periode waarin zich
belangrijke economische, ruimtelijke en
bestuurlijke veranderingen voltrekken
noodzakelijk goed na te denken over
sociaal-culturele aspecten die met die
ontwikkelingen in verband staan.
Er bestaan op diverse niveaus wissel
werkingen tussen economische struc
turen en processen èn sociale en
culturele verschijnselen. De onder
scheiden sectoren kunnen niet zonder
elkaar bestaan. Toch zien we in onze
maatschappij dat de aandacht telkens
weer sterk op het economische wordt
gericht. Slechts schoksgewijs - via cri
sissen, na snelle economische en
technologische veranderingen, of via
162