Kuren en het Hof Domburg: een investering in de toekomst Domburg Kuurtraditie Janine Schimmelpenninck Tegen het licht van de integratie van de Europese markt en de steeds toe nemende behoefte aan recreatie en ontspanning zal men zich in menig toeristisch oord beramen op welke wijze daarop ingespeeld zal moeten worden. De eenwording van Europa biedt niet alleen nieuwe mogelijkheden en kansen, zij zal tevens een testcase zijn voor de 'succesformules' van vele toeristische plaatsjes. In een groter wordende markt is behoud van karakter een belangrijk argument voor over leving. De toenemende vergrijzing van de bevolking door stagnerende groei moet daarnaast een belangrijk punt van aandacht zijn. Niet alleen komt de gemiddelde leeftijd daarmee in de toe komst hoger te liggen, ook zal dat feit van invloed zijn op onze samenlevings vormen. Een verandering in aantal en omvang van de huishoudens ligt in de lijn der verwachtingen. Recreatie als een combinatie van gezondheid en ontspanning zal sociaal gezien daarbij een steeds belangrijkere rol gaan spelen. Door een flexibele en open in stelling kunnen niet alleen kansen en mogelijkheden blootgelegd worden, maar kan er tevens tijdig aan bepaalde ontwikkelingen vorm gegeven worden. Het belang van het tijdig inspelen op nieuwe kansen en maatschappelijke mogelijkheden is zeker de gemeente Domburg niet ontgaan. Met de reali satie van het Hof Domburg is in de afgelopen zomer in Domburg reeds een definitieve stap in die richting gezet. Domburg heeft als bekende oude 'gezinsbadplaats' een bepaalde vorm van stijl en allure die niet eenvoudig door andere badplaatsen is te imiteren. Hierdoor gaat er een bijzondere aan trekkingskracht van dit traditionele Zeeuwse badplaatsje uit. In hoeverre dit speciale karakter van Domburg zich aan het Hof Domburg zal hechten moet afgewacht worden en is mede afhan kelijk van wat men met het Hof heeft beoogd te bereiken. Het Hof Domburg bestaat uit een groot bungalow- en recreatiepark met vele faciliteiten waaronder het kuurcentrum Dorimare. Het Hof Domburg "een nieuw vrijetijdspark met allure aan de Zeeuwse Noordzeekust" zoals het in de folders van het Hof Domburg heet. Met het opzetten van een dergelijk groot complex wordt beoogd het toeris me met meer efficiëntie te benaderen. De overvolle zomers en de relatief stille winters boden een 'toeristisch plaatje' waar het één en ander mee gedaan kon én moest worden. Seizoens verlenging werd de strategie door middel van realisering van "elk-weer- voorzieningen", die diepe uitloop in voor- en naseizoen mogelijk zouden maken. Hoe deze "elk-weervoorzienin- gen" er uit moesten gaan zien was afhankelijk van de specifieke mogelijk heden die Domburg te bieden had. In opdracht van de Stichting Badplaat- senbelangen Domburg (SBD) en de Rabo-bank Domburg is door het Nederlands Wetenschappelijk Instituut voor Toerisme en Recreatie (NWIT) een onderzoek uitgevoerd naar de haalbaarheid en consequenties van een aantal mogelijk te realiseren pro jecten in Domburg. In het rapport van dit onderzoek, dat in juni 1987 ver scheen, maakt men onder meer melding van de grote naamsbekendheid die Domburg geniet en dat Domburg zowel in Nederland als in Duitsland het beeld oproept van een wat luxe, elitaire en daardoor duurdere, maar stijlvolle badplaats. Met name voor de oudere generatie komt daar nog bij de associatie met een kuuroord". Verder wordt er in het rapport gezegd dat nu juistde constatering dat Domburg deze naamsbekendheid en dit imago bij velen oproept het van essentieel be lang (is) voor een verdere uitwerking van het toeristisch produkt en de promo tionele mogelijkheden die dit biedt; de "Kur-ort"-gedachte zal promotioneel als Unique Selling Proposition gehan teerd moeten worden voor voor- en naseizoen". Alhoewel het NWIT hier zelf de kanttekening bij plaatst dat voor een verdere ondersteuning van het beeld van Domburg als dé badplaats met allure en kuurtraditie een imago- onderzoek uitgevoerd zou moeten worden, biedt het toch voldoende perspectief. Het feit dat Domburg menig toerist in een roes van een rustige, ietwat elitaire badplaatsidylle kan doen verkeren, is in principe al een unicum en schept ruimte tot verdere profilering. De ge dachte van een "Kur-ort" - de realise ring van kuuroordfaciliteiten - zou prachtig aansluiten op de reeds be staande kuurassociatie die kennelijk, zij het voornamelijk bij ouderen, nog steeds leeft. Het voortbouwen op tradities brengt echter een aantal risico's mee. Een ijdele omarming van het verleden met het doel de huidige naam en faam in stand te houden heeft veel weg van een strategie van 'cosmetische' marketing, waarbij men het produkt als het ware alleen een nieuw jasje probeert aan te trekken. Het bewust kiezen voor een traditionele positionering van Domburg als een van oudsher op kuren gerichte badplaats vraagt om een geïntegreerde aanpak. Het NWIT wijst dan ook al in het rapport op het feit dat ondanks de goede naam van Domburg die naam op dit moment niet voldoende waar gemaakt wordt en datals gekozen wordt voor een positionering van Domburg als Kur-ort men niet 'een beetje kuuroordgedachte' kan verkopen, maar dan ook qua accommodaties, faciliteiten en medische begeleiding volledig de consequenties aan zal moeten verbinden en een kuuroord volgens Duitse maatstaven zal moeten creëren". Het voortbouwen op traditie kan bij een totale aanpak en reële mogelijkheden een speciale meer waarde bieden, die zijn vruchten in de toekomst zonder meer zou kunnen gaan afwerpen. Domburg behoort tot de oudste badplaatsen van ons land. In de zeventiende eeuw werden er al 'dagjesmensen' gesignaleerd en ver rezen er de eerste buitenplaatsen. In de achttiende eeuw kwamen er steeds meer zomerverblijven bij en in het begin van de negentiende eeuw deed 'het nemen van heilzame zeebaden' (de zogenaamde badkuur) definitief in Domburg zijn intrede. In 1837 werd het Badpaviljoen gebouwd en dertig jaar later Badhotel. De echte bloeiperiode kwam voor Domburg met de komst van de arts Johann Georg Mezger (1838-1909), 214

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 16