Kuren en het Hof Domburg: een investering in de toekomst zich dus in eerste instantie op recreatief kuren en biedt daarvoor een scala van kuurprogramma's aan, zoals: een ont spanningsprogramma, een fitness programma, een therapieprogramma, en een schoonheidsprogramma. De kuurfaciliteitenvan Dorimare zijn in principe ruim van opzet, behandeling op medische indicatie wordt niet uit gesloten, en hiermee is het kuurcentrum uiterst 'up-to-date' in relatie tot het gezondheidstoerisme. niet de naam van een badplaatskuur oord voor chronisch ziekten te krijgen. Naast de kuurafdeling heeft men in het Hof Domburg de beschikking over een klein zalencentrum, wat interessante perspectieven biedt in verband met de congres- en vergadermarkt. In de tijd waarin ook in Nederland bedrijfsfitness steeds meer aandacht krijgt, zij het in bescheiden mate in vergelijking tot bij voorbeeld de Verenigde Staten, kan het Hof ook de managers van het Schoonheidsmasker. Foto: Hof Domburg. De kuurafdeling beschikt echter niet over een eigen 'kuurbron', en is dus geen 'bronkuuroord'. Wel zijn er proef boringen in en rondom Domburg ver richt teneinde de mogelijkheden voor het opzetten van een bronkuuroord te onderzoeken. Het water dat men via proefboringen heeft aangetroffen, had wel het Duitse predikaat van 'Heil- wasser' kunnen krijgen, maar dan 'Heilwasser' met een geringe thera peutische waarde. De opzet van de kuurafdeling Dorimare lijkt meer op die van een badplaats kuuroord, waarbij de nadruk ligt op gezonde vakantie aan zee met daar naast de mogelijkheid tot recreatief kuren. Hiermee vindt automatisch een vorm van voorselectie in type bezoeker plaats, daar de chronische patiënten zich niet als eerste tot Dorimare aan getrokken zullen voelen. Mogelijk dat men met aantrekken van toeristen en sportieve kuurgangers heeft beoogd bedrijfsleven naast vergaderruimte een anti-stress kuur aanbieden. Hiermee heeft Dorimare zeker een deur open gezet naar een markt met groei potentieel. De toekomst Of men echter met de kuurafdeling binnen het Hof Domburg op een dus danige wijze van start is gegaan dat Domburg zich als een badplaatskuur oord zal gaan ontwikkelen, valt enigs zins te betwijfelen. Momenteel staat Dorimare, zeker in promotioneel op zicht, in de schaduw van het recreatie- en bungalowpark, waardoor bij het zien van het Hof Domburg moeilijk aan de indruk valt te ontkomen met een geavanceerd sporthuis centrum vakantie-oord van doen te hebben. Dit is spijtig omdat Domburg qua toe ristische bezetting niet hoeft te klagen. In het rapport van het NWIT staat duidelijk omschreven dat: "kwalificering van de primaire markt en een analyse van sociaal-economisch te verwachten ontwikkelingen aan de vraagzijde (heeft) laten zien, dat er voor Domburg in de genoemde primaire markt ruim schoots clientèle aanwezig is. Zozeer zelfs, dat bezetting van nieuw te bou wen accommodatie niet ten koste hoeft te gaan van de bestaande accommo datie". In die zin, omdat toeristische bezetting niet het grootste probleem vormde, zou men dus ruime aandacht hebben kun nen besteden aan duidelijke karakter profilering, passend bij een Badplaats kuuroord en passend bij Domburg. Daarnaast zou men met een duidelijke positionering van Domburg als de badplaats voor vakantie en sportief kuren mogelijk een grotere zuigkracht in voor- en naseizoen uitoefenen. Met name nu in Cadzand verregaande plannen op tafel liggen voor de reali sering van een kuurcentrum is het belangrijk dat Domburg niet wegens een onduidelijk profilering zijn voor trekkersrol gaat verliezen. In het Hof Domburg zijn alle mogelijk heden voor het daadwerkelijk ontwik kelen van Domburg tot het Badplaats kuuroord van Nederland aanwezig. Of Domburg deze mogelijkheden ten volle zal uitbuiten en in de lijn der traditie voort zal bouwen, zal aan Domburg zelf liggen. In de huidige opzet zou het Hof voor de kuuroord optie moeten kiezen. Met dank aan Frank Timmermans (Hof Domburg) en Monda Heshusius (Nederlandse Kankerbestrijding). De niet gespecificeerde citaten zijn afkomstig uit "Reisboek Kuuroorden in Europa" van laatstgenoemde. 218

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1990 | | pagina 20