De essentie van het leven verbeeld
Gauguin bijvoorbeeld, had kritiek op de
methode van de Neo-impressionisten.
Volgens hem moest kunst niet de
natuur nabootsen, maar zich toespitsen
op de essentiële vormen waarbij de
idee belangrijker was dan de beheer
sing van de weergave van de werkelijk
heid en de lijn minstens van evenveel
betekenis als de kleur. De kunst moest
een subjectieve vervorming van de
natuur worden in plaats van een copie
ervan; door vormen en kleuren moest
men een geheimzinnige wereld oproe
pen die achter de direct waarneembare
werkelijkheid schuil ging. Dat doet
denken aan woorden van Vincent van
Gogh. In 1885 had hij aan zijn broer
Theo geschreven een groot verlangen
te hebben "zulke onjuistheden te
leeren maken, zulke afwijkingen,
omwerkingen, veranderingen van de
werkelijkheid, dat het mochten worden
nu ja, leugens als men wil, maar -
waarder dan de letterlijke waarheid."
Volgens de theorieën van de natuur
wetenschapper Charles Henry was de
lijn een abstractie die op zich de
stemming van een kunstwerk kon
beïnvloeden. Zo kon men zowel kleur
als lijn een eigen autonomie in een
schilderij geven; een stapje in de
richting van de abstracte kunst.
"Kleur drukt op zichzelf iets uit",
schreef Van Gogh, "dat kan men niet
missen, daar moet men gebruik van
maken." Voor Van Gogh was er geen
wezenlijk verschil tussen het Impres
sionisme en het Neo-impressionisme;
hij vatte alles onder één noemer
samen, voortkomend uit de ideeën
(over licht en schaduw) en werkwijze
van Delacroix en, wat hem betrof,
leidend tot bevrijding van de eigen
penseelvoering en het eigen kleur
gebruik.
Ook Gauguin en Van Gogh werden bij
hun opvattingen over vorm, kleur en lijn
sterk beïnvloed door de Japanse prent
kunst. Het Japonisme werd een rage.
Symbolisme
Er was duidelijk verwantschap met het
Symbolisme, eveneens een reactie op
het Impressionisme maar, begonnen in
de literatuur, vooral op het Naturalisme.
Mallarmé typeerde in 1885 het
Symbolisme als volgt: "Dit is het juiste
gebruik van de geheimzinnige wereld
die het symbool uitmaakt: langzamer
hand een onderwerp te voorschijn
roepen om een geestesgesteldheid
duidelijk te maken door een reeks
ontknopingen." Het Symbolisme in de
beeldende kunst legde zich in de
eerste plaats toe op religieuze en
literaire thema's.
Een aparte positie nam Ie Sar Péladan
in, een nogal zonderlinge figuur, die de
exclusieve, op middeleeuwse begin
selen teruggaande kring van de
Rozekruizers stichtte. In de herfst van
1892 was hij, evenals de Franse
dichter Verlaine, in Nederland. Toorop,
de beroemdste Nederlandse symbolist,
sloot zich met enkele vrienden bij de
Rozekruizers aan, exposeerde op hun
eerste Salon, maar trok zich na een
jaar al terug omdat hij zich niet met de
strenge regels van het gezelschap kon
verenigen.
In Parijs ontstond de groep de Nabis,
de profeten, met als belangrijkste aan
hangers Sérusier, Denis, Vuillard en
Bonnard. Zij baseerden zich onder
meer op de ideeën van Gauguin, lazen
symbolistische en esoterische romans
en trachtten op hun beurt te komen tot
een nieuwe houding ten opzichte van
de natuur in de schilderkunst.
Gauguin werkte een tijd lang (met
onderbrekingen, zoals zijn reis, najaar
1888, naar Van Gogh in Aries) in het
Bretonse schildersdorp Pont-Aven,
Mata Mua, Gauguin (1892).
203