Zeeland Regionaal-historisch begrip van een ontsluiting
Veerdienst Zierikzee-Kats (1965). Foto: C. Kotvis. Bron: ZDC.
centrale oeververbinding bij Terneuzen;
we moesten ons beperken tot het tracé
Kruiningen-Perkpolder. Er zullen
vandaag wellicht enige toehoorders
aanwezig zijn die beseffen dat dat
enige vertraging heeft veroorzaakt in
de totstandkoming van de WOV.
De geringe geneigdheid tot meewerken
uitte zich in het opstellen van lage
prognoses. De eerlijkheid gebiedt te
zeggen dat het ETI voor Zeeland zijn
oordeel liet beïnvloeden door het voor
deel van hoge prognoses. Objectiviteit
kan nu eenmaal door mensen nooit
worden bereikt, alleen maar benaderd
worden! Men aanschouwe het volgende
overzicht. (Zie tabel 5.)
Ik moet eerlijk bekennen dat de RWS,
vooral voor de latere jaren, dichter bij
de werkelijkheid kwam dan het ETI.
Tabel 5: Prognoses autoverkeer Zeelandbrug
Prognose RWS Prognose ETI Werkelijkheid
per dag
per jaar
per dag
per jaar
per dag
per jaar
1965
2.200
800.000
3.340
1.200.000
1966
2.700
982.000
1968
4.000
1.400.000
4.660
1.700.000
1972
5.000
1.800.000
1975
5.500
2.000.000
1978
7.000
2.500.000
10.275
3.750.000
1980
7.200
2.600.000
1986
7.446
2.700.000
1989 Zeeland dammenroute 10.703 3.900.000
De RWS ging uit van empirische gege
vens, zoals het (gesplitste) verkeer
over de Moerdijkbrug. Het ETI
baseerde zijn onderzoek op de
theoretische analyse van RWS-
functionaris ir. Van Veen. Deze behelst
een "Newtoniaanse" "inverse-distance
relationship", waarbij de
verkeersomvang afhankelijk is van de
inwonertallen van de belangrijkste
concentratiegebieden en wordt bepaald
door de omgekeerde kwadratische
4