Zeeuwse Senioren-Academie
Conclusie: HOVO Zeeland
Geraadpleegde literatuur:
Uitgegaan wordt van een toekomstige
academisch gevormde senior als een
actieve, gezonde, koopkrachtige
burger voor wie het volgen van
onderwijs op academisch niveau een
integraal deel van het bestaan vormt.
De ontwikkeling van deze vraag is
voor zover zij te maken heeft met een
veranderend opleidingsniveau
weergegeven in de tweede ramings
variant in tabel 5 en blijkt tot een te
verwachten sterke groei van het aantal
deelnemers te leiden.
Het hoger onderwijs voor ouderen
(HOVO) biedt:
a. zelfontplooiing of bevrediging van
bepaalde interesses. Dit is van
belang omdat de toekomstige
senior een langere levensduur heeft
en door zijn hoger opleidingsniveau
is het HOVO voor hem of haar
aantrekkelijk;
b. Voorbereiding op veranderende
levensomstandigheden. Het streven
van ouderen om zo lang mogelijk
zelfstandig te blijven maakt het
HOVO tot een aantrekkelijk object
voor zelfinvestering, waardoor de
emancipatie van ouderen wordt
bevorderd;
c. Sociale contacten, die in de
toekomst belangrijker zullen worden
door de toeneming van het aantal
alleenstaanden.
Vanuit deze functies bevoordeeld is het
aannemelijk, dat de vraag naar HOVO
zal toenemen.
In het buitenland (o.a. USA, Frankrijk,
Zwitserland en België) zijn
universiteiten reeds een aantal jaren
met succes voor HOVO bezig.
In Nederland is pas de laatste jaren
een begin gemaakt met HOVO door de
universiteiten van Groningen,
Rotterdam, Nijmegen en Tilburg. Niet
zonder succes!
Het succes van het hoger onderwijs
voor ouderen in het buitenland en
sinds kort ook in verschillende steden
in Nederland deed de vraag opkomen
in hoeverre er in de provincie Zeeland
een mogelijkheid is voor HOVO.
Uiteraard kan men deelnemen aan
HOVO in Rotterdam, Tilburg of Gent.
De daar gevestigde universiteiten
liggen echter te ver weg voor Zeeuwse
senioren.
Een Stichting HOVO in Middelburg kan
evenwel in samenwerking met de
universiteiten van Rotterdam en Gent
en met de Hogeschool Zeeland een
mogelijkheid bieden voor hoger
onderwijs voor ouderen in Zeeland.
Middelburg is als provinciaal
verzorgingscentrum van Zeeland een
geschikte plaats voor vestiging van
een dergelijke instelling. De
deelnemers aan het hoger onderwijs
voor ouderen zullen op Walcheren,
Schouwen, de Bevelanden en in West
Zeeuws-Vlaanderen moeten worden
gezocht. Dit is een gebied met
ongeveer 200.000 inwoners, dat ook
met openbaar vervoer overdag goed is
te bereiken.
Volgens de gegevens uit tabel 3 kan er
van worden uitgegaan, dat ruim een
vijfde deel van de 200.000 inwoners tot
post-actieven van 55 jaar en ouder kan
worden gerekend: 40.000 ouderen. Uit
dezelfde tabel blijkt, dat ongeveer 8%
van deze ouderen hoger onderwijs zal
hebben genoten: 3.200 ouderen.
Voorts heeft volgens tabel 3 ongeveer
20% van de ouderen middelbaar
onderwijs genoten. Een deel van deze
post-actieven zal door zelfstudie of op
andere wijze de eigen kennis zodanig
hebben verrijkt, dat zij met het volgen
van hoger onderwijs voor ouderen op
academisch niveau geen moeilijk
heden zullen hebben.
Ook dient in aanmerking te worden
genomen, dat in het bijzonder langs de
Zeeuwse kust een aanzienlijk aantal
koopkrachtige en goed opgeleide
pensioen-migranten daar hun derde
levensfase doorbrengen.
Voorzichtig geraamd zal men het
potentieel kunnen stellen op 5000
personen. Indien daarvan slechts
enkele procenten participeert in het
hoger onderwijs voor ouderen, is er
een basis voor een HOVO-ZEELAND.
Van belang is uiteraard het aanbod
van hoorcolleges en/of
studiecursussen. Het verdient
aanbeveling te beginnen met
hoorcolleges, die de seniorstudent
passief volgt, de colleges in zich
opneemt en verwerkt. Een syllabus met
literatuuropgaaf kan tot verdere studie
leiden.
Veelal worden twee hoorcolleges per
middag of ochtend gegeven,
gedurende vier of vijf achtereen
volgende weken over een bepaald
onderwerp. De belangstelling hiervoor
is in het algemeen groot.
Studiecursussen voor seniorstudenten
moeten actief worden gevolgd in kleine
groepen. Dergelijke cursussen vragen
ook van de hoogleraar veel meer
inspanning en zijn voor de senior
student financieel kostbaar. Aan het
eind van een studiecursus kan een
certificaat worden uitgereikt, doch
wordt geen academische graad
verleend.
Voor Zeeland, waar de mogelijkheden
beperkt zijn, verdient het aanbeveling
te beginnen met hoorcolleges op een
voor ouderen geschikte tijd overdag.
Na afloop van een collegejaar kan aan
de studenten door middel van een
enquête worden gevraagd, welke
onderwerpen hun speciale
belangstelling hebben. Tevens kan dan
worden nagegaan in hoeverre er
belangstelling is voor studiecursussen.
Banden met de Universiteiten van
Rotterdam, Gent en de Hogeschool
Zeeland zullen het mogelijk kunnen
maken geschikte onderwerpen op
academisch niveau te programmeren.
Tenslotte zij vermeld, dat dank zij een
initiatief van de Zeeuwse
Volksuniversiteit een "Stichting
Zeeuwse Senioren-Academie" tot
stand is gekomen om het HOVO in
Zeeland te organiseren.
1. "Educatie op leeftijd",
Sociaal en Cultureel Planbureau
1990, no. 75.
2. "Ouderen in tel",
Beeld en beleid rond ouderen
1990-1994, SDU 1990.
3. "Nooit ophouden met beginnen",
Erasmus Universiteit Rotterdam '89.
4. "Economische aspecten van
volwassenen-educatie",
Economisch Statistische Berichten
J.M.M. Ritzen 11.01.89.
5. "Het Seniorenproject bij de Open
Universiteit" 1989.
18