Onbekend maakt onbemind
H. Kabos
De invloed van de ramp op de beeldvorming van de eilanden Schouwen-Duiveland en Goeree-Overflakkee
Dreischor. Doodlopende straat 11953). Bron: ZDC.
Dijkdoorbraken, 1835 doden (alleen op
Schouwen-Duiveland verdronken 525
mensen en op Goeree-Overflakkee
481ongeveer 200.000 hectare
vruchtbaar land door zout water
overspoeld en meer dan 47.000
beschadigde gebouwen; dat waren de
trieste gevolgen van de stormvloed van
1 februari 1953. Met recht mag
gesproken worden van een ramp; de
mensen uit de getroffen gebieden
spreken nog altijd van dé ramp.
De ramp plaatste het overstroomde
gebied grotendeels een randgebied -
in het centrum van de belangstelling.
Tijdens de rampdagen, de evacuatie
en het herstel, toonden heel Nederland
en een groot deel van de wereld
medeleven, belangstelling en
goedgeefsheid ten opzichte van het
getroffen gebied.
In die bijna algemene drang tot
hulpverlening deelden ook veel
"menswetenschappers". In de tijd,
direct volgend op de ramp, kon de
sociale wetenschapper zijn
bruikbaarheid slechts bewijzen als
mens en niet als universitair
geschoolde. "De socioloog, die als
sociograaf onderzoekt, heeft tijd en rust
nodig. Hij is niet de man van de
onmiddellijke daad, de improvisatie,
maar van de rustige afweging", zo
doceerde prof. Sj. Groenman vlak na
de ramp aan zijn studenten. Bij de
wederopbouw en planning daarvoor
zag hij wél een taak voor sociologen.
Te zeggen dat de eilanden overspoeld
werden door sociologen is overdreven,
maar het is niet overdreven om te
constateren dat in de jaren na de ramp
de top van een golfbeweging van
sociologische onderzoeksdrift viel waar
te nemen. Er werd zelfs zoveel
onderzoek gedaan dat in een
onderzoeksrapport over Schouwen-
Duiveland van enquêtemoeheid werd
gesproken.
Bij veel van deze onderzoeken werd
met interviews of met een enquête
gewerkt. Al tijdens de evacuatie
probeerden enkele wetenschappers
door middel van interviews de invloed
van de evacuatieperiode (en de ramp)
vast te stellen. Toen de bevolking weer
teruggekeerd was op de eilanden,
verrichtten weer andere onderzoekers
hun studies naar de invloed van de
ramp en wat daarmee samenhing.
Mensen zoals de dominee, de
onderwijzer en de burgemeester of
wethouder zouden, naar de mening
van die onderzoekers, sociale
veranderingen snel opmerken.
Daardoor kwamen deze mensen soms
meer dan eens in aanraking met de
beroepsmatige nieuwsgierigheid van
sociale wetenschappers.
Veel van dit onderzoek kwam voort uit
de zorg over en de verwachting van de
snelle veranderingen die in dit gebied
op zouden treden. Deze zorg is terug
te voeren op het in die tijd bestaande
beeld van deze streek. Over dat beeld
en de veranderingen daarin gaat dit
artikel. Maar, zoals uit de titel al wel
duidelijk mag zijn, worden hierin alleen
de eilanden Goeree-Overflakkee en
Schouwen-Duiveland behandeld.
Voor de ramp
Wie het beeld van de eilanden in de
periode voor de ramp tevoorschijn wil
roepen, merkt dat deze gebieden niet
alleen geografisch tot de randgebieden
23