Onbekend maakt onbemind
Een nieuwe wereld?
Schouwen-Duiveland. Drainagebuizen (1960). Bron: ZDC.
Hervormde Kerk. Deze commissie
wilde weten wat de invloed van het
gerealiseerde Deltaplan zou zijn, met
name op het kerkelijk leven op de
eilanden. Om inzicht te krijgen in de
veranderingen die er dan op zouden
treden werd op Goeree-Overflakkee
onderzocht hoe intensief het contact
met het vasteland van Zuid-Holland in
I959 al was.
Maar ook de Wiardi Beckmanstichting,
het wetenschappelijke bureau van de
PvdA, bracht een studierapport uit over
de toekomst van het Deltagebied. Dit
rapport richtte zich hoofdzakelijk op de
situatie zoals die zich zou voor doen
tijdens de uitvoering en de voltooiing
van het Deltaplan. Voor dit artikel was
het daarom niet zo relevant.
De Opbouwstichting voor Maatschap
pelijk Werk in Utrecht verrichtte
bijvoorbeeld een studie naar de sociale
aanpassingen die van de evacués in
die provincie vereist werden en de
manier waarop ze het beste geholpen
en ondergebracht konden worden.
Eén onderzoek werd verricht in
opdracht van The National Research
Counsel, een afdeling van The
National Academy of Sciences in
Washington. Een onderzoeksopdracht
werd verleend aan Ellemers en enkele
andere wetenschappers. De studie "De
februari-ramp, sociologie van een
samenleving in nood", was hiervan het
resultaat. De ramp zelf, het
reddingswerk en de evacuatie(periode)
stonden hierin centraal.
De sociologen verwachtten, zochten
en vonden veranderingen op de
eilanden. Zij spraken van: "Een
plotselinge doorbreking van de
eilandwereld zoals die voor de ramp
bestond. In de inleiding van het hier
geciteerde rapport werd ook gesproken
over "een nieuwe tijd, kennismaking
met het nieuwe en de verwachting
ervan" (bedoeld werd het Deltaplan).
In een andere studie werd ook over
"een nieuwe tijd" gesproken.
De auteurs van de studie "Schouwen-
Duiveland na de ramp van I953"
kenden de ramp grote invloed toe.
Zij schreven erover als "de ramp
waardoor zulke geweldige
veranderingen tot stand gekomen zijn
en in nog sterkere mate zullen komen,
als het Deltaplan tot uitvoering komt."
Zij waren echter niet de enigen die
dachten dat Goeree-Overflakkee een
achtergebleven gebied was.
"Ongeveer zo n beeld had ook menig
'overkanter' (iemand van de overkant
van het water, dus niet van Flakkee;
meestal werd er iemand van het
vasteland mee bedoeld). Bij veel
overkanters - en hun aantal moet men
beslist niet onderschatten - overheerst
al dan niet bewust het gevoel, dat de
Deltawerken een gedeelte van ons
land gaan ontsluiten, waar tot nu toe
van een meer of minder groot
isolement sprake is geweest en
waarvan de bevolking in haar manier
van leven, denken en geloven onder
een nog min of meer krachtig
traditioneel beslag is gelegen. Voor
Goeree-Overflakkee geldt dit dan, naar
zijn indruk, in versterkte mate. Hier
heeft men te doen, zo meent hij stellig
te wéten, met een nagenoeg geheel
gesloten eilandgemeenschap van, ja
eigenlijk haast archaïsch karakter
die derhalve, wanneer straks de
dammen eenmaal gereed zijn, in
vrijwel al haar geledingen zal moeten
bezwijken onder het beukend geweld
van de, van het vasteland
aanstormende "moderne
maatschappij".
Op het eiland zelf signaleerden
Kraemer en De Tombe totaal
tegengestelde ideeën. "Nee mijnheer,
Flakkee is niet zo'n dichtgeplakt eiland
als de meeste mensen denken. Neem
Middelharnis. Daar woon je
tegenwoordig als in een stad. In mijn
eigen straat ken ik heus niet iedereen
meer". Aldus klonk het uit één
gezaghebbende mond en door andere
27