Boekbesprekingen
Heimwee houdt ons gevangen.
Kunstenaarsbrieven aan
Mies Elout-Drabbe in Domburg
Francisca van Vloten
Deel 49 van de Slibreeks
Drukkerij Verhage Zoon, Middelburg
1990
ISBN 90-46354-054-X
Prijs fl. 10,—
Portret van Mondriaan door
Mies Elout-Drabbe (1915).
Haags Gemeentemuseum.
Francisca van Vloten heeft een
kostbaar miniatuur samengesteld uit de
kunstenaarsbrieven aan de schilderes
Mies Elout-Drabbe in Domburg. De
schrijvers van deze brieven vertoeven,
vlak voor en na de eeuwwisseling,
regelmatig aan dit stukje
Noordzeestrand. Behalve hun
Domburg hebben zij hun kunst
gemeen. Mies Elout Drabbe, de meest
standvastige bewoonster van
Domburg, wordt er op jeugdige leeftijd
door Jan Toorop gemotiveerd en
geïnspireerd op haar schilderspad.
Terecht is als omslagillustratie
gekozen voor een foto van hen beiden.
De brieven van Toorop aan Mies
Elout-Drabbe vormen het hart van
"Fleimwee houdt ons gevangen".
Ofschoon de brieven van Rik Roland
Holst literair gezien interessanter zijn.
Evenals de bekering van Toorop tot het
katholicisme en de aansluiting van
Mondriaan bij de Theosofische
Vereeniging was Rik Roland Holst op
zoek naar 'het bezield verband'. Voor
Mies Elout-Drabbe was kunst een
symbool voor het heimwee naar
eenwording met de 'Alziel'. In de
brieven komen we verder Charley
Toorop, Henriëtte Roland Holst, de van
Schendels en vele anderen tussen de
coulissen tegen.
Een van arrogantie gespeend boekje,
dat lijkt te passen bij de persoon, die er
de hoofdrol in speelt: Mies Elout-
Drabbe.
Een kleurenlitho van een aquarel van
Jan Toorop en portretten, die Mies
Elout Drabbe van Toorop en
Mondriaan maakte sieren deel 49 van
de slibreeks.
Na lezing blijft het gevoel, even tussen
bomen naar een lichte plek in het bos
te hebben gekeken. En dat in Zeeland!
Emma Crebolder.
Grote Historische Atlas van
Nederland 1:50.000.
4 delen (1West-Nederland 1839-1859
2. Noord-Nederland 1851-1855
3. Oost-Nederland 1830-1855
4. Zuid-Nederland 1838-1857).
Inleiding drs. P. W. Geudeke en
drs. K. Zandvliet.
Uitg. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties,
Groningen, 1990.
ISBN 9001 96234 3
Prijs complete set van 4 delen f 290,—
Losse delen f 90,—.
Met enige slagen om de arm kunnen
we zeggen dat de moderne kartografie
in Nederland begint bij
C. R. Th. Kraijenhoff, doctor in de
wijsbegeerte, doctor in de medicijnen
en een van die nijvere 18de/19de
eeuwers, die geen rust hadden als ze
niet iets te schrijven of te regelen
hadden. Kraijenhoff had in zijn
Amsterdamse tijd als doktor een
grondige hekel gekregen aan de
stadhouderskliek, die met zijn zichzelf
verrijkende aan het pluche geplakte
regenten volgens hem het land naar de
ondergang voerde. We kennen dat.
Omdat hij zijn mond niet hield, kwam hij
bijna automatisch in aanraking met
kringen, die net als hij genoeg hadden
van de vermolmde instellingen van de
republiek en met de uit Frankrijk
overgewaaide ideeën een grote
schoonmaak en vergaande hervor
mingen nastreefden. Via vooral
leesgezelschappen en pamfletten
probeerden deze revolutionairen, die al
spoedig als 'patriotten' werden
aangeduid, hun ideeën ingang te doen
vinden maar, zoals dat wel meer gaat,
op een gegeven moment komt er aan
alle getheoretiseer een einde; de
gebeurtenissen dwingen tot actie.
De dragers van de ideeën, de Fransen,
kwamen er aan, heroverden de
Oostenrijkse Nederlanden (1794, slag
bij Fleurus) en maakten zich klaar om
de Republiek binnen te vallen.
"Wat nu? zei Pichegru", een uitdrukking,
die ik me nog van de lagere school
herinner. De Amsterdammers wisten
het wel. Dit was hun kans. Ze beraam
den een opstand, waarbij dokter
Kraijenhoff, die van alles verstand leek
te hebben, in de gauwigheid de militaire
aspecten in zijn portefeuille nam.
Het plan werd echter verraden en
Kraijenhoff vluchtte naar zijn studie
vriend Daendels, die al eerder was
vertrokken en inmiddels als generaal-
majoor bij de Franse generaal Pichegru
in Nijmegen zat. Kraijenhoff kwam als
geroepen. Hij had relaties in
Amsterdamse revolutionaire kringen en
Daendels met zijn Franse vrienden
wenste daarvan gebruik te maken.
Kraijenhoff, die liever weer gewoon
dokter was geworden liet zich ompraten
om als afgezant van de Fransen naar
Amsterdam te gaan en met het stads
bestuur over een capitulatie te onder-
C. R. Th. Kraijenhoff.
Portret uit zijn autobiografie, 1844.
35