- Boekbesprekingen 1 4» West-Kapelle, Middelburg, Arnemuideu t -. ~h, "•V"'"'". - *k' - VÏ- -;v-; vn.i y-', ;,..UrM:.,.; j - - ■..- >**•-- r - ---'i:-'~!\K£r5Cv"* y. -f -r ':V:v1 V-::- ,vwV% m s" s- - L, 1 w< V - .-..v..'4 - - - u- 11 li» j 1 \\«'V* JL*f 1*1 f«* s V e- f_ itmr-"'"'v -r' r 4"".. i i 1'' ur~-. i -;. --• -. i* ,^.1 U. t 1„ V 1 s - ^W:v -. v- vs - .-. "N *t v •- e tu 8, i '-,Vvv. J'K' i/v'- X.' o' 1 1 y *-' 'iii»i»n,iun<: 5 1 1 i.. - t j .;ffced»W v -** N r.-.- C, t C' s 'L*' /- 'V >Y •- j 'Tl - }^v,r. 1- ,L; - v y J *t .v< - t> A' w --Y' handelen. Met veel tact, omzichtigheid en diplomatie wist Kraijenhoff de stad inderdaad in de handen van de patriotten te spelen. Daarmee had zijn carriere een beslissende wending genomen. Pichegru benoemde hem tot commandant van Amsterdam, de 'provisionele representanten' van Holland benoemden hem tot luitenant kolonel en sindsdien heeft hij alleen een uniform en geen doktersjas meer gedragen. Het militaire vak was hem volkomen vreemd. Maar wat je niet weet kun je leren en Kraijenhoff ging met voortvarendheid te werk aan de taken, die hem werden opgedragen, waterstaatkundige werken, fortificaties, de verdediging van "Holland op z'n smalst" enz. Veel van de werken die hij liet uitvoeren hebben stand gehouden tot na de Eerste Wereldoorlog. Wie het waren, die de opdrachten gaven, kon hem weinig schelen. Van een speciaal nationaal besef leek nog geen sprake. Kraijenhoff werkte 36 even vrolijk voor de Bataafse Republiek als voor koning Lodewijk Napoleon, want het ging hem om de werken en niet om degenen die ervan profiteerden. Hij werd minister van oorlog onder Lodewijk Napoleon, maar nam ontslag toen diens koninkrijk bij Frankrijk werd ingelijfd, om zich vervolgens door Napoleon naar Parijs te laten halen en daar zitting te nemen, als brigade generaal van de Franse genie, in het comité der fortificatiën en zich door de keizer het legioen van eer te laten opspelden. Hij was echter tijdig genoeg terug in Amsterdam om deze stad, die hij zo voortreffelijk had versterkt in 1813 aan te bieden aan de gloednieuwe koning Willem I, die hem snel als baron in de Nederlandse adelstand opnam (de koning vond dat hij wel wat nieuwe adel kon gebruiken) en hem beloonde met het grootkruis van de Militaire Willemsorde. Waarom deze uitweiding over een bij velen allang vergeten generaal? Omdat hij een interessante man was in een interessante tijd, maar vooral omdat hij bij zijn werkzaamheden aan kanalen, rivieren en fortificaties (waar de man de tijd vandaan haalde is een raadsel) tot de ontdekking kwam dat er eigenlijk geen behoorlijke kaart van Nederland of de Nederlanden bestond. In de zeventiende eeuw hadden wij met Blaeu en zijn navolgers een wereldnaam op het gebied der kartografie, maar met het wegvallen van ons belang als natie was ook de interesse voor goede kaarten ingezakt. Oude kaarten werden zo af en toe een beetje bijgewerkt, er verschenen ook wel detailkaarten op betrekkelijk willekeurige schalen, maar een goede overzichtskaart, met alle details, die een goede kartering geven kan, op een uniforme schaal, ontbrak. De Fransen, die in het gat gesprongen waren, dat wij hadden laten vallen, beschikten wel over dergelijke kaarten. Als u wilt weten, hoe het bv. zat met de fortificaties

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 42