Nieuw licht op de Maria-verering te Aardenburg in de Middeleeuwen
Afb. 2. De Onze-Lieve-Vrouwe-Kerk naar Van Deventer geprojecteerd op het huidige
stratenplan van Aardenburg. 1 Onze-Lieve-Vrouwe-kerk. Binnen de cirkel de
steunbeer die werd aangetroffen tijdens de opgraving in de Oude Stad in 1974;
2 Sint Baafs-kerk3 Stadhuis. Tekening B. Oele, Provinciaal Depot voor
Bodemvondsten, Middelburg.
Damme in België, het tweede werd in
1979 gevonden in een beerput op het
terrein van het Onze-Lieve-Vrouwe-
klooster in Sluis en het derde exem
plaar in het verdronken dorp Nieuwlande
in de Oosterschelde.2 De tekens werden
gegoten in een mal van lei- of spek
steen. Het materiaal is een legering
van tin en lood. Het insigne van
Damme laat zich als volgt beschrijven
(afb. 1 links). Binnen een opengewerkte
cirkel met een doorsnede van 4 cm zit
Maria op een bank zonder rugleuning
geflankeerd door twee kaarsen. Het
Christuskind staat met een been op
haar schoot. De voorstelling is
'primitief' te noemen, hetgeen onder
andere tot uiting komt in de ongebrui
kelijke uitbeelding van Maria met beide
handen op haar buik. De bovenbouw
van het insigne toont een kerkgebouw
met twee gelijkvormige torens. Om het
loden teken op de hoed of de mantel te
kunnen bevestigen is het souvenir aan
de rand voorzien van 7 oogjes.
Ikonografisch kan worden opgemerkt
dat de wijze waarop de tronende
madonna is afgebeeld ook regelmatig
voorkomt in beschilderde grafkelders
(afb. 4). De kaarsen kunnen als
symbool voor Christus worden opgevat,
de versiering met dubbele puntcirkels
op de rand mogelijk als symbool van
de heilige drie-eenheid: de Vader, de
Zoon en de Heilige Geest. Onder op de
rand staat de naam van de bedevaart
plaats: AR - DEN - en een pictogram
van een burcht of te wel: Aardenburg.
De variant van Sluis en Nieuwlande
(afb. 1 rechts) wijkt op de volgende
hoofdpunten: Maria met Kind zitten
'gespiegeld', Maria heeft haar linker
hand op haar schoot, het Kind torst de
rijksappel, ter weerszijde zijn twee
engelen verschenen die de kaarsen
vasthouden, de torens van de OLV-kerk
zijn driedimensionaal weergegeven en
tot slot is de naam 'ARDENBUERCH'
voluit geschreven.
Op dit moment zijn ons naast de drie
genoemde exemplaren (fragmenten)
van in het totaal een 5-tal nieuwe
insignes van OLV van Aardenburg
bekend.3 Vier zijn gevonden in het
verdronken dorp Nieuwlande en één in
de binnenstad van Vlissingen. Twee
kunnen gerekend worden tot het type
'Damme', de andere drie tot het type
'Sluis'. Hierbij kan nog worden
opgemerkt dat de twee gave emplaren
van het type Sluis uit dezelfde mal
afkomstig zijn, maar dat bij de overige
steeds kleine verschillen in de uitvoering
zijn aan te wijzen. Zo wordt bij het bijna
complete exemplaar uit Vlissingen de
naam van de bedevaartplaats geschre
ven met een 'O' in plaats van een 'U',
terwijl Maria over haar linker schouder
naar haar kind kijkt. We missen de
vormontwikkeling van de grote open
insignes zoals die welke hier
beschreven worden naar de kleine
gesloten insignes en uiteindelijk die
welke uit latoenkoper gestansd
werden. Het laatste punt van
bespreking betreft de datering. De enige
archeologische datering waarover we
beschikken is afkomstig van Nieuwlande
dat in 1530 onder de golven verdween.
Gezien de vondstsituatie is voor een
fragment van het type Damme dat is
gevonden in Nieuwlande, een datering
rond 1400 aan te nemen. Het type
Damme lijkt het oudst van de twee
omdat het wat 'primitiever' is
uitgevoerd. Ook het feit dat bij het type
Sluis de behoefte bestond Maria wat
meer zeggingskracht te geven door de
toevoeging van engelen wijst op een
iets jongere ouderdom van dit type.
Combineren we deze datering met het
feit dat Aardenburg in 1383 werd
verwoest en in de tweede helft van de
15e eeuw opnieuw geheel in verval
raakte en de bedevaarten dramatisch
afnamen, dan lijkt een datering in de
periode 1400-1450 het meest
waarschijnlijk.4
De voorstelling op de insignes bevat
over de volgende aspecten informatie:
1. de OLV-kerk, 2. de iconografie van
het oorsponkelijke Mariabeeld en de
reden van de Mariaverering en 3. de
schijfwijze van de plaatsnaam. Op deze
drie punten zal kort worden ingegaan.
1Dat de Onze-Lieve-Vrouwe-kerk
twee torens bezeten moet hebben,
wordt voor het eerst bevestigd in een
bericht uit 1397 waarin sprake is van
de 'noordre tor'.5 Bij herstelwerkzaam
heden aan de kerk in 1524 wordt
wederom gesproken van deze
'noordtorre'.6 Ook een ooggetuige
verslag van de verwoesting van de
kerk in 1604 spreekt van twee torens,
terwijl ze tenslotte voor het laatst
worden genoemd na de sloop van de
kerk in 1625.7 De enige afbeelding van
het gebouw treffen we aan op de kaart
van Van Deventer uit 1550. Hij tekent
duidelijk twee torens. Afgaande op ae
insignes kunnen we veronderstellen
dat beide torens identiek waren uit
gevoerd. Bij de opgraving in de 'Oude
Stad' in 1974 door de Rijksdienst voor
het Oudheidkundig Bodemonderzoek
98