Nehalennia, een Zeeuwse Venus worden in deze streek twee, en waarschijnlijk drie, Nehalenniatempels gebouwd (2). Een westelijke duingordel biedt bescherming aan het achterland. Deze strandwal wordt onderbroken door een zeegat, de latere Oosterschelde. Vanuit de hoger gelegen duingordel vindt geleidelijk aan kolonisatie plaats van het meer oostelijk liggende veengebied. Het landschap bestaat hier uit veen, heide en wollegras, afgewis seld met dwergbomen en struiken van berk, gagel en veenbes. De beide Zeeuwse Nehalenniatempels worden in de buurt van bevaarbare stroomgeulen, hetzij in het westelijke duingebied, hetzij op een hoge oeverwal, gebouwd (3). Na het neerslaan van de opstand van een aantal Germaanse en Gallische stammen ten oosten en westen van de Rijn in 69-70 begint onder keizer Vespasianus een romanisering van deze grenszone. De komende twee eeuwen heeft de Pax Romana een bloei op allerlei gebied tot gevolg. Nog diezelfde eerste eeuw creëert keizer Domitianus hier twee volwaardige provincies: Germania Inferior (hoofdplaats Keulen), en Germania Superior (hoofdplaats Mainz). Tot de eerste provincie behoren de civitates van de Cananefaten, de Frisiavones, de Batavi en de Cugerni. Tussen de diverse bevolkingsgroepen ontstaat een vlotte acculturatie waaraan deelnemen: de leidende keltische adel en lagere groepen, de Germaanse stammen die naar ontvolkte of vrijkomende gebieden worden overgeplaatst, en het Romeinse element dat gestalte krijgt in magistraten, ambtenaren en militairen. Uit deze smeltkroes ontstaat een eenheidscultuur die ondanks lokale en regionale verschillen toch als één geheel kan worden gezien. De belang rijkste Romeinse inbreng is wel het organiseren, ordenen en vestigen. Er ontstaat een net van goed begaan bare wegen dat de belangrijkste economische en bestuurscentra met elkaar verbindt. Daarnaast bieden de rivieren volop transportmogelijkheden voor handelsgoederen, vee, en dergelijke. Aan de kust zorgen nederzettingen van vissers voor vis en de bereiding van pikante vissausen, het garum of allectum. Zoutzieders zijn hier werkzaam, met gebruikmaking van een techniek die teruggaat op de Ijzertijd. Deze produkten worden vervoerd tussen de Rijnstreek en Brittannie (4). Tijdens de Pax Romana vindt de opbouw plaats van de Nehalenniatem pels. Een ernstige handicap voor het in de tijd plaatsen van de cultus vormt het vrijwel ontbreken van dateringen op de altaarstenen, dan wel omschrijvingen die als datering zijn te gebruiken. De oudste datering van een steen is 188 (A.D.), de jongste 227 (A.D.). Veiligheidshalve nemen we een ruime marge voor de bestaansperiode van de Nehalenniacultus: 150-275. Vanaf keizer Trajanus (98-117) wordt een vredelievende politiek ten opzichte van de Germanen aan de overkant van de Rijn gevoerd, en bovendien wordt onder hen vrede en verdraagzaamheid bevorderd. Langs de grens komen bufferstaten, zodat de Rijn en de Donau als verkeersaders kunnen dienen. Gedurende lange tijd blijft deze situatie gehandhaafd. In de late tweede eeuw wordt de rust langs de noordgrens tijdelijk verstoord; de druk op de grensstaten begint toe te nemen. Door diverse oorzaken zetten Germaanse stammen in Noordwest-Duitsland en Denemarken zich in beweging in westelijke richting. Stammen als de Chatten en de Chauken voeren plunder tochten uit binnen het rijk. Duidelijk is dat er defensieve maatregelen moeten worden genomen. In deze tijd wordt de versterking Aardenburg gebouwd. Naast de tijdelijke grensproblemen die een duidelijke waarschuwing voor de toekomst inhouden, openbaren zich politieke, economische en sociale problemen binnen het rijk. Politieke die uitmonden in burgeroorlogen tussen aanhangers van verschillende tegelijker tijd optredende keizers. Economische die stijging van prijzen en lonen veroorzaken, waarop inflatie volgt. De concentratie van fortuin leidt op den duur tot het grootscheeps verlaten van het platteland door de boeren. In de steden verpauperen ze snel. Onder meer hierdoor raakt het sociale evenwicht verstoord (5). Na de woelingen uit de tweede helft van de tweede eeuw sluit Commodus (180-193) vrede met de stammen ten oosten van de Donau. De bufferpolitiek herleeft voor de komende vijftig jaar; zolang duurt de nabloei van de Pax Romana. In het midden van de derde eeuw verenigen Germaanse stam men zich tot machtige federaties: de Franken en de Saxen. In 258-259 vinden hun eerste strooptochten plaats. Een legercommandant van vermoedelijk Bataafse afkomst, M. Cassianus Posthumus, is tijdelijk in staat de Germanen te weerstaan. Hij wordt tot keizer uitgeroepen van een rijk dat Gallië, Brittannië en Spanje beslaat. Deze eenheid is slechts een kort leven beschoren (260-273), waarna de grens- en kustverdediging verder in elkaar stort. In 275 en 276 dringen Franken en Alamannen ver door in het Romeinse rijk, daarbij dood en verderf zaaiend. Hele streken raken ontvolkt. Ontheemden en overlevenden van deze strooptochten vormen op hun beurt roversbenden. In deze periode doet de Duinkerke-ll transgressie bewoonde gebieden langs de Belgische en Nederlandse kusten geleidelijk aan overstromen. Deze overstromings periode, die eeuwen duurt, begint ruwweg gesteld aan het einde van de derde eeuw. De hier aanwezige nederzettingen en tempels raken overspoeld en in vergetelheid (6). Afkomst van de godin Nehalennia past in de rangen der inheems-Romeinse moedergodinnen, de oeroude godinnen van de vrucht baarheid: zoals Sandraudiga, Ricagambeda, Viradectis, Epona. Zij hebben een positieve invloed op de vruchtbaarheid bij mens en dier, op de groei der gewassen en op het zieleheil van overledenen. Vaak zijn één of meer dieren, vruchten of een hoorn des overvloeds de attributen waarmee ze staan afgebeeld (7). In feite zijn deze regiogodinnen erg verwant aan de Romeinse godinnen Fortuna en Venus, die voor alle vrouwelijke en moederlijke deugden staan (8). Moedergodinnen worden aangeduid met matres, meer voud matronae. Meestal worden ze afgebeeld als tronende vrouwen met als attributen zuigelingen, honden en fruit. Heel vaak komen ze voor op wij- of votiefstenen (9). Al de genoemde positieve eigenschappen gelden ongetwijfeld voor Nehalennia. Daarnaast wordt ze gezien als beschermvrouwe van varende hande laren en kooplieden. Om dit te onderstrepen wordt ze soms staande afgebeeld, met de linkervoet op een schip, of met een stuurriem in de hand. 143

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 29