1971-1991: twintig jaar Stoomtram Goes-Borsele Hiermee had Zeeland de primeur van de eerste dieselmotorrijtuigen voor railtractie in Nederland. Helaas hadden de wagens veel last van technische storingen en bovendien reden ze nogal onrustig. Voor de dienst op de nieuwe Bevelandse tramlijnen waren zes motorrijtuigen nodig: vier stuks voor de tramdienst, één als reserve en één in onderhoud. Alle motorrijtuigen - en ook enkele stoomlocomotieven voor de goederendienst - behoorden tot het nieuwe depot Goes. In de rustige uurtjes deden de motorwagens ook wel dienst op de hoofdlijn Goes-Middelburg- Vlissingen v.v. Vol goede moed startte men met een uitgebreide dienstregeling: op werk dagen op de ringlijn met vier rondritten in beide richtingen (vanaf 1928 vijf) en ook nog vier retourritten Goes- Hoedekenskerke en op de twee noordelijke lijnen met zeven retourritten, in 1928 uitgebreid naar negen. Bij het uitzetten van het tracé van de drie lijnen maakte men echter een funda mentele vergissing: enerzijds wilde men natuurlijk zoveel mogelijk reizigers vervoeren over de nieuwe lijnen, maar anderzijds wilde men de dorpen geen overlast bezorgen van het verwachte omvangrijke goederenvervoer. Het gevolg van dit hinken op twee gedachten was een vlees noch vis compromis: veel stations (vooral aan de ringlijn) werden ver van de dorps kernen gesitueerd. Andere "dubbel stations", zoals 's-Gravenpolder/ 's-Heer Abtskerke en Driewegen/ Ovezande kwamen ergens tussen de betrokken dorpen te liggen. Natuurlijk wreekte deze blunder zich direct: de tramreizigers moesten soms eerst twee kilometer lopen naar "hun" station terwijl de concurrerende auto bus door de dorpskernen reed. Station Nisse aan de SGB-lijn, midden in de polder gelegen, is een mooi voorbeeld van deze planologische vergissing. De NS zagen de bui al hangen en voerden direct bij de opening in 1927 lage tarieven in. Dat mocht echter niet baten, want de particuliere busonder nemers verlaagden hun tarieven (soms met 50%) tot het NS-niveau en wonnen de concurrentiestrijd met gemak. Alhoewel de reizigersdienst in 1929 al iets werd ingekrompen, werd dat jaar afgesloten met een groot exploitatie tekort. Vooral de lijnen Goes-Wemel- dinge en Goes Borssele-Hoedekens- i ssinge Tramlijnen op Zuid-Beveland vanaf 18 mei 1927 1 1 1 M het door de SGB geëxploi teerde traject Goes-Oudelande kerke deden het zeer slecht. Op beide trajecten werden gemiddeld 12, respectievelijk 8 reizigers per dag vervoerd. Dit kon zo natuurlijk niet langer voortduren en uiteindelijk werd besloten om de personendienst op het grootste gedeelte van de lijnen in 1934 (slechts zeven jaar na de opening!) stop te zetten. Alleen de dienst Goes- Hoedekenskerke (in aansluiting op de veerdienst naar Terneuzen) werd voortgezet. Met het goederenvervoer was het beter gesteld: vooral het bietenvervoer in het laatste kwartaal van het jaar floreerde. Ook het vervoer van aardappelen, uien, stukgoed en steenkool was van belang. In 1936 werd het depot Goes gesloten en werden de stoomlocomotieven en een aantal van de motorrijtuigen in Vlissingen gestationeerd. In 1940 werd het depot Goes opnieuw in gebruik genomen, toen het in Vlissingen vanwege de oorlogsomstandigheden te gevaarlijk werd. Toch hadden ook de SZB-tramlijnen te lijden onder de Tweede Wereldoorlog, want op 17 en 24 augustus 1942 werden de lijnen naar Wemeldinge en Wolphaarts- dijksche Veer gesloten en vervolgens opgebroken door de bezetter. Die had een andere bestemming voor het staal gevonden. De stationsgebouwen van Wolphaartsdijksche Veer en Kattendijke zijn nog altijd aanwezig en vormen te samen met een verlaten dijkcoupure bij 's-Heer Arendskerke de laatste resten van deze twee lijnen. In juni 1944 werd ook begonnen met het opbreken van de ringlijn, maar de naderende bevrijding voorkwam, dat er meer verdween dan de lijn tussen Nieuwdorp en Borssele. Wel werd in oktober 1944 het stationsgebouw Hoedekenskerke verwoest bij de gevechten om de bevrijding van Zuid-Beveland. Het tramverkeer was op dat moment al gestaakt, want enkele dagen na "Dolle Dinsdag" (5 september 1944) bleek het slecht onderhouden materieel zo overbelast dat de dienst uitvoering moest worden stopgezet. Pas op 18 juli 1945 reden er weer (stoom-)trams op de ringlijn. Die dag maakte men een voorzichtige start met drie retourritten per dag tussen Goes en Hoedekenskerke. Het reizigersaan bod bleef echter zeer onder de maat en ook omdat grote investeringen nodig waren om de tramdienst te kunnen blijven uitoefenen, besloten NS om op 4 mei 1947 te stoppen met de per sonendienst. Een busdienst nam de verbinding over. De goederendienst werd wel gehandhaafd: dagelijks bereed één goederentrein de gehele ringlijn, die 's ochtends om ongeveer tien uur uit Goes vertrok en rond vieren weer terugkwam. In het bietenseizoen reden er bovendien nog twee treinen speciaal voor het bietenvervoer. In de vijftiger jaren werd langzamerhand ZUID - HEVELAND Oude lande spoorweg Roosendaa 1 V1 tramlijnen met haltes 9-ó- '88 kV Westerschelde 151

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 37