1971-1991: twintig jaar Stoomtram Goes-Borsele Overzicht van de SGB-rijtuigen, afkomstig van de Belgische Spoorwegen (NMBS): SGB-nr. Bouwj. Fabriek Benaming NMBS-nr. Bij SGB: eerste: laatste: AB 151 1934 Familleureux La2b6 30048 33018 1981 B 152 1933 Anglo-Franco-Belge L c10 33178 32164 1981 B 153 1934 Haine-Saint-Pierre L c10 33079 32070 1985 BD 154 1934 Godarville L c6p 43325 39024 1985 AD 161 1935 Anglo-Franco-Belge K1 b6p 42239 28126 1988 A 162 1934 Brugeoise K1 a2b7 20087 21114 1989 A eerste klasse B tweede klasse D bagageafdeling a eerste klasse b tweede klasse c derde klasse P pakafdeling 2 2 compartimenten enz. SGB-locomotief 3 Bison zogenaamde blokkendoos-rijtuigen afkomstig van de NS. in het Zuidbevelandse heggenlandschap bij 's-Gravenpolder. Deze robuuste Belgische stoomloc bepaalt al een groot aantal jaren het gezicht van de SGB. De drie-assige machine werd in 1928 gebouwd door de Belgische fabriek Société de la Meuse in Luik. Bison was als nr. 16 van 1928 tot 1971 actief in het zware rangeerwerk bij de Oranje Nassau Mijnen te Heerlen. In 1972 kocht de SGB dit trekpaard, daartoe in staat gesteld door een gift van Perfecta Chemie te Goes, de fabrikant van ondermeer Bison-Kit. In juli 1974 was Bison voor het eerst onder stoom bij de SGB en sindsdien heeft zij vele stoomtrams door Zuid-Beveland getrokken. Stoomtram of stoomtrein? Hoewel de locomotieven en de rijtuigen van de SGB overduidelijk spoorweg voertuigen zijn, wordt toch van stoom tram gesproken. Waarom dit onder scheid? In het jaar 1902 was er na veel geharrewar een wet van kracht gewor den, die het secundaire railverkeer in drie categorieën verdeelde, namelijk in tramwegen, in vereenvoudigde locaal- spoorwegen en in locaalspoorwegen. Deze drie onderscheidden zich ondermeer van elkaar op de maximaal toelaatbare snelheid van respectievelijk 20, 35 en 50 km/h. Bij de oprichting van de Spoorweg-maatschappij "Zuid-Beveland" in 1914 wilde men de geplande Zuidbevelandse lijnen als vereenvoudigde locaalspoorwegen exploiteren, dus met een maximum snelheid van 35 km/h. Deze lijnen moesten aan minder zware eisen voldoen als de 'echte' locaal spoorwegen, waardoor de aanlegkosten lager waren. In 1920 trad echter een wijzigingswet in werking, de 'Locaalspoor- en Tramwegwet', die nog maar twee categorieën onderscheidde: locaal spoorwegen, waarop de maximum snelheid meer dan 45 en ten hoogste 60 km/h bedroeg en tramwegen met een maximaal toegestane snelheid van 45 km/h. De minister zou voor elke lijn de maximum snelheid apart vaststellen. De SZB-lijnen werden aangelegd en geëxploiteerd zoals in 1914 bedoeld en zodoende vielen ze vanaf de ingebruik name onder de categorie tramwegen. De maximum snelheid werd vastgesteld op 30 km/h en is nooit meer gewijzigd. Deze geldt dus heden ten dage ook voor de SG B-trams. In 1985 nam de gemeente Borsele de SGB-lijn over van NS. Eén van de gevolgen van de daardoor ontstane situatie was dat de lijn de status van spoorweg kreeg. In het spraakgebruik - en ook in de naam van de SGB - bleven echter de begrippen stoomtram en tramweg gehandhaafd. LITERATUUR: Bruin, J.C. de, De tramlijnen op Zuid-Beveland. In: Op de Rails, maart 1976. Close, G. W. Pypen en M. Thiry, 50 Jaar Reizigersvervoer. Deel 1 en 2. Brussel/Luik, 1987/1985. Hartingsveldt, J.C. van, t Reisvaerdig Beveland. Middelburg, 1984. Overbosch, Ir. S., De locomotieven van de particuliere mijnen in Zuid-Limburg. In: Op de Rails, juli 1967. Wielemaker, Kees, In de wolken van stoom. Gids voor de Stoomtram Goes-Borsele. Goes, 1991 Wielemaker, Kees en Harry Govers, Vijftien jaar Stoomtram Goes-Borsele. In: Op de Rails, augustus 1986. Wijck Jurriaanse, N.J. van, De stalen getrokken rijtuigen der Nederlandse Spoorwegen, Rotterdam, 1980. Wijck Jurriaanse, N.J. van, Van stoom tot stroom. Het blokkendozenmaterieel van de N.S. Alkmaar. 1982(11). 153

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 39