Paul de Nooijer: Schoonheid en illusie Twee exposities hoofd hangt. Dit beeld gaat over leven en dood, hemel en aarde. De man symboliseert de stof, de vrouw de ziel. De Griekse beelden zijn wachters op de grens van hemel en aarde. De vrouw beklimt de ladder en fotografeert: zij neemt afstand en houdt hoogstens de herinnering aan leven bij zich. Op een drieluik in kleur, 'Aurora' getiteld, staat in een kamer links en rechts een jonge naakte vrouw met een schijf van licht in haar onhooggeheven handen. In het midden heeft zij haar rug naar de toeschouwer gekeerd om een spiegel binnen te stappen, waarin de zon een rosse gloed lijkt te vertonen. Het licht is hier iets magisch, van de goden afkomstig. Tegelijkertijd is het ook verbeeld als natuurverschijnsel en als kunstmatig fenomeen; de schijf is bij nader inzien een verlichte spiegel. Waarmee het tafereel weer is gerelati veerd, zonder dat de waardige schoon heid van idee en beeld naar beneden is gehaald. De benadering die ik in deze werken terugvindt, heeft opvallend veel te maken met de kunst van de Renais sance en is bepaald niet trendy zoals het werk van veel De Nooijers enscè- nerende collega's. Ook in de nadruk op het inhoudelijke, dat voor een nauw keurige kijker een rijkdom aan beteke nissen biedt, onderscheidt De Nooijer zich van veel hedendaagse collega's. De kwaliteit van zijn werk ligt in het op een eigentijdse manier met een hedendaags medium verbeelden van universele thema's; de gelaagdheid van zijn werk, dat zowel helder als complex is. "Aurora", 1988. Recent werk van Paul de Nooijer is van 1 september tot en met 7 oktober te zien in de Watertoren van Oost- Souburg. De toren inspireerde Paul de Nooijer tot een werk met de vier elementen: vuur, aarde, water en lucht. Ze zullen verschijnen op grote foto's verspreid over kelder, begane grond en de twee verdiepingen. Maar ook hier wordt de illusie af en toe door broken: er drijven foto's in het water Deze tentoonstelling hangt samen met een andere, van 31 augustus tot 3 november in het Zeeuws Museum in Middelburg. In de koninklijke slaap vertrekken is het onderwerp; bed en tafel, elementaire voorzieningen in een logeervertrek. Tot voor 10 jaar konden leden van het koninklijk huis er logeren wanneer zij op doortocht waren. Als uitgangspunt voor twee grote werken koos Paul de Nooijer de renaissance. In die periode, vanaf 1450 kregen mensen meer oog voor zichzelf en hun omgeving. De gerichtheid op het bovenaardse werd aangevuld met concrete kennis over de aarde en haar bewoners. Die komen dan ook terug in het bed, gesymboliseerd door foto's die herinneren aan beroemde beelden uit de periode 1450-1600. Het bed bestaat uit drie staande panelen met links en rechts een foto van een menselijke gestalte in de voor het beeld kenmer kende houding. Elk 'beeld' ligt onder een laken en verwijst zowel naar leven als naar dood. In het midden is een beeldvullend fragment van een lichaam zichtbaar. De tafel is een fotografische reconstructie van het 'Laatste Avondmaal'. De apostelen zijn vervan gen door op tafel gestapeld vaatwerk met dezelfde omtrek als de ooit door Leonardo da Vinei geschilderde groep. Door vreemde perspectivische verte keningen is ook dit werk typerend voor De Nooijers aanpak. Er wordt een onwerkelijke situatie geschapen met allerlei betekenissen. En de oplettende kijker beseft dat hij ook hier met een illusie te maken heeft LITERATUUR In een aantal eigen publikaties is werk van Paul de Nooijer bijeengebracht. Het gaat om 'Losing One's Head' (1977), Losing One's Photo's' (1981), Home Sweet Home' (1982). In samenwerking met de Vleeshal, Middelburg, verscheen een informatieve, rijk geïllustreerde catalogus. De twee laatstgenoemde werken zijn nog verkrijgbaar. 158

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 44