50 jaar economische ontwikkeling van Tholen en Sint Philipsland M. C. Verburg Voor 1940 Het eiland Tholen heeft altijd een naar verhouding geïsoleerde positie ingeno men en daardoor een overwegend agrarisch karakter gehad. Reeds in de Romeinse tijd vormde de Striene de waterverbinding tussen Schelde en Maas. Zij liep over in de Eendracht, tussen Tholen en Noord-Brabant - nu gekanaliseerd en onderdeel van de Schelde-Rijnverbinding. In de twaalfde eeuw werd de Striene ingepolderd. Verkeersstruktuur Tholen en omgeving. De scheepvaarttol aan de Striene werd omtrent 1220 verplaatst naar de Eendracht terplaatse van de latere stad Tholen, die in de 15e eeuw tot bloei kwam. De vrijdom van de stapel van Dordrecht in 1335 en de vestiging van zoutketen en meestoven wijzen ook op het hoofdzakelijk agrarische karakter. In 1928 werd de Thoolse Brug gebouwd, waardoor het verkeers- geografische isolement werd door broken. In 1973 werd de veerdienst van Oud- naar Nieuw Vossemeer stilgelegd. De opening van het verkeer over de werkdam tussen Tholen en Sint Philipsland in 1973 en die over de Oesterdam tussen Tholen en Zuid- Beveland in 1989 droegen eveneens bij tot een positief verkeerspatroon. Hetzelfde geldt voor Sint Philipsland dat door een dam (1884) en de Philips- dam (1988) naar het oosten en noorden ontsloten is. Behalve het historisch isolement heeft ook het geringe inwonertal - Tholen 19.000; Sint Philipsland 2.300 - geen stevige grondslag opgeleverd voor een sterke economische ontwikkeling. De toe komst ziet er thans wat beter uit. Nemen wij de 19e eeuw als uitgangspunt dan valt het geografische isolement van Zeeland en in het bijzonder van Tholen wel heel sterk op. Het zou tot de jaren zeventig duren voordat zich in ons land een infra- structuele eenheid ging manifesteren en dan nog voornamelijk in het veel dichter bevolkte westen van ons land. Wat de spoorwegen betreft ontstond tussen 1865 en 1885 het netwerk dat ook thans nog in hoofdlijnen van kracht is. Het dichte netwerk van waterwegen werd pas de veertig jaren voor de Eerste Wereldoorlog tot een echt landelijk patroon. De Zeeuwse regio's functioneerden daarin voornamelijk als een dichtbevaren passage-gebied. De tram Antwerpen-Bergen op Zoom (ABT) kreeg in 1882 een verlengstuk tot aan de Eendracht bij Tholen. Pas in 1928 met de totstand koming van de brug reed de tram de stad Tholen binnen. De verdere verbindingen op het eiland werd door busdiensten onderhouden. In 1934 werd de exploitatie van de tramlijn gestopt en daarvoor kwam een BBA- busdienst in de plaats. De busdiensten op het eiland sloten verder aan. Zoals ook de Zeeuwse spoorlijn door tegen stand enkele decennia werd uitgesteld, werd ook het plan reeds omstreeks 1891 een Thoolse rug te bouwen ten behoeve van de tram - vele tientallen jaren vertraagd. Deze vertragingen verhinderden dat de Zeeuwse gewesten eerder aan de landelijke economische ontwikkeling konden deel hebben; zij hielden hen lang op achterstand. Sint Philipsland was al in een vroeg stadium aan het Brabantse tramnet gekoppeld en in ROTTERDAM ROOSENOAA! [BERGEN OP ZOOM ANTWERPEN 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 11