50 jaar economische ontwikkeling van Tholen en Sint Philipsland Tabel 1 1930 M V 1947 M V landbouw 3542 466 3562 546 visserij 131 101 industrie 934 34 969 57 diensten 932 663* 1268 759* T otaal 5631 1163 5900 1362 Inclusief huiselijke diensten resp. 321 en 332. Tabel 2. Mannelijke beroepsbevolking in procenten 1947 Industrie Landbouw Visserij Diensten Nederland 43 21 0,4 35,5 Zeeland 31,5 37,7 1,6 29,2 Tholen 16,4 60,4 1,7 21,5 Schouwen-Duiveland 23,7 48,9 2,7 24,7 Tabel 3 1957 M V 1967 M V landbouw 2805 90 1400 140 visserij 100 80 5 industrie 943 165 1010 400 diensten 1250 605 1110 575 Totaal 5098 860 3600 1120 Tabel 4 1971 M V 1985 M V 1990 M V Landbouw 1000 110 775* 150 720* 175 Visserij 60 Industrie 1095 380 945 245 1240 340 Diensten 1250 600 1225 920 1295 1085 Totaal 3405 1090 2945 1315 3255 1600 Inclusief Visserij Tabel 5 Concentratiegetallen werkzame personen Landbouw Visserij Nijverheid Diensten Zeeland 100 100 100 Tholen 224 99 94 Zierikzee 70 80 118 Goes 37 85 116 Tabel 6 Voedings middelen Textiel Houtind, Optische ind. Bouw Metaal Grooth. Zeeland 100 100 100 100 100 100 100 Tholen 110 569 206 286 164 75 70 Zierikzee 426 65 36 14 100 43 130 Goes 22 64 112 64 140 69 132 172 stijging met 334 mannen en 96 vrouwen. Het aandeel van de overheidsdiensten en vrije beroepen hierin bedroeg 161 mannen en 35 vrouwen. Dit is terug te voeren op de bureaucratisering (controlediensten enz.) en de oorlogs economie. Het aandeel van de sector handel was 100 mannen en 30 vrouwen. De verkeerssector onderging een verlies van 100 arbeidsplaatsen voor mannen, waarschijnlijk tengevolge van de vervoersefficiency die op rekening komt van de totstandkoming van de brug naar Noord-Brabant in 1928. Het landbouwkarakter van Tholen en Sint Philipsland komt heel duidelijk naar voren: 60% van de mannelijke beroepsbevolking, tegenover 49% voor Schouwen-Duiveland, 38% voor Zeeland en 21 voor Nederland. Voor industrie en diensten is de rangorde precies omgekeerd. Tholen was een dominant agrarische samen leving met weinig echt stedelijke functies. Voor Schouwen-Duiveland heeft de meer stedelijke functie van Zierikzee een merkbare invloed. Zie tabel 2 Van 1947 tot 1967 is de werkgelegen heid in de landbouw voor mannen met 60% verminderd. Het gevolg is dat de totale mannelijke beroepsbevolking met 2300 of 40% afnam. In de andere sectoren is geen compensatie opgetre den; de dienstensector nam nog flink af, met name door de daling van de huiselijke diensten als volledig beroep. Die daling werd voor wat de vrouwen betreft wel gecompenseerd door een stijgende werkgelegenheid in de industrie, vooral door de vestigingen in de sector confectie en voedings- en genotmiddelen. Hierop wordt nog teruggekomen. Tussen 1957 en 1967 zijn de grote achteruitgang van de landbouw en de betrekkelijke stabiliteit van de andere sectoren opvallend. Zie tabel 3 Van 1967 tot 1990 is de werkgelegen heid voor mannen in de landbouw gehalveerd. Omtrent 1970 is de eerste plaats in het aantal bezette arbeids plaatsen door de landbouw afgestaan aan de sector diensten en industrie. Na een aanvankelijke voorsprong van de dienstensector lopen de beide laatste sectoren gelijk op. In de tweede helft

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 14