Het waterschapsbestel op Tholen en Sint Philipsland na de Tweede Wereldoorlog die zich daarvoor beschikbaar wilden stellen. Uit deze groep van personen zijn voor de hoofdingelanden voor elk een dubbeltal aangewezen en voor de functie van dijkgraaf en gezworenen elk een drietal. Deze door de zogenaamde kiesmannen voorgedragen lijsten zijn aan het college van Gedeputeerde Staten voorgelegd. Dit college heeft hieruit de hoofdingelanden gekozen en benoemd. Voor de dijkgraaf en gezworenen werd een aanbeveling opgesteld en ter goedkeuring aan de Kroon voorgelegd. Binnen het waterschap is een grote groep van stemgerechtigden. Tot voor 1 januari 1975 kende men binnen het waterschap enkele maar de stembe voegd ingeland voor de ongebouwde- en/of gebouwde eigendommen. Stembevoegd ingeland voor de ongebouwde eigendommen is een ieder die volle eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vruchtgebruiker is van tenminste 3 hectaren schotbaar in het waterschap gelegen cultuurgrond. Het meervoudig stemrecht met een maximum van 10 stemmen is gebonden aan meerder oppervlak aan cultuurgronden vallende onder voorgaande termen. Stembevoegd ingeland voor gebouwde eigendommen is een ieder die als volle eigenaar, erfpachter, opstalhouder of vrucht gebruiker van in het waterschap gelegen bebouwde eigendommen in het gechot is aangeslagen naar een belastbare opbrengst voor de grondbelasting van tenminste fl. 300,—. Het meervoudig stemrecht, eveneens met een maximum van 10 stemmen, is ook gebonden aan meerder bezit e.e.a. in overeenstemming met het stemrecht van de ongebouwde eigendommen. Sinds 1 januari 1975 is het water schap ook belast met het actieve water kwaliteitsbeheer. Sindsdien zijn, naast de voornoemde stembevoegde ingelan den, eveneens meerderjarige hoofdbewoners van een woning en/of bedrijfsvoerders welke door het waterschap een verontreinigingsheffing wordt opgelegd, stembevoegd ingeland. Ook als gevolg van deze taakuitbreiding zijn er veranderingen in de bestuurs samenstelling opgetreden. Hierop zal; nog nader worden ingegaan. Het Waterschap Tholen Op 29 januari 1959 heeft in het Holland Huis te Scherpenisse de 1e vergadering van de Algemene Vergadering plaats gevonden. Allereerst heeft de eerste dijkgraaf van het nieuw opgerichte Waterschap Tholen, de heer H. van Gorsel, de zuiveringseed van de hoofdingelanden afgenomen. Daarna is het nieuwe waterschapsbestuur door de Commissaris van de Koningin in Zeeland geïnstalleerd. Op 2 februari 1959 heeft de Algemene Vergadering voor de 2e maal verga derd. Hoewel door de besluitvorming van de Staten de plaats St. Maartens dijk als zetel van het waterschap was aangewezen, is dit onderwerp naar aanleiding van een verzoek van het Gemeentebestuur van de toenmalige Gemeente Tholen, opnieuw ter discussie gebracht. Dit college pleitte opnieuw voor een locatie binnen hun gemeente. Binnen het Dagelijks Bestuur was men hierover verdeeld. Hetgeen aanleiding was om de Algemeen Vergadering hierover te horen. Met 28 stemmen voor en 14 stemmen tegen sprak de vergadering zich uit voor de locatie als vermeld in het reglement, t.w. St. Maartensdijk. Als bestuurszetel werd vooreerst gebruik gemaakt van de lokaliteit binnen het gemeentehuis van de toemalige Gemeente St. Maartensdijk, welke voordien werd gebruikt door het voormalige waterschap St. Maartens dijk. De griffie kon gebruik maken van een deel van de voormalige kleuterschool. De technische dienst had een tijdelijk onderkomen binnen de barakken van het Bureau Uitvoering Herverkaveling op Tholen. In de Algemene Vergadering van 29 oktober 1959 werd het bestuursvoorstel voor het bouwen van een nieuw polderhuis met aangebouwde griffierswoning te St. Maartensdijk aangenomen. Op 19 juni 1961 werd het polderhuis officieel in gebruik genomen. Na 10 jaar weer concentratie Het bestuur van het waterschap Sint Philipsland gaf aan Gedeputeerde Staten van Zeeland te kennen, dat de bereidheid aanwezig was om met het waterschap Tholen te gaan concen treren. Hierna is door de besturen van de beide waterschappen, in overleg met het provinciaal bestuur, het nodige overleg gevoerd. Dit overleg resulteerde in de definitieve opheffing van het waterschap Sint Philipsland, waarbij Sint Philipsland met ingang van 1 januari 1969 als 8e distrikt aan het waterschap Tholen werd toegevoegd. 182

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 24