Het waterschapsbestel op Tholen en Sint Philipsland na de Tweede Wereldoorlog waterstaat, waarin deze bewindsman te kennen gaf dat hij het financieel draagvlak van een aantal waterschap pen te klein achtte om deze taak naar behoren te kunnen uitvoeren. Hij gaf dan ook verder te kennen dat deze goedkeuring met enig voorbehoud tot stand was gekomen en stelde voor een breder draagvlak voor deze gedele geerde taak aan de waterschappen te bestuderen. Verschillende studies werden gedaan, echter niet met het gewenste resultaat. Nadat de wettelijke bepalingen, inzake het voortbestaan van de tussen de waterschappen bestaande gemeenschappelijke regeling in de vorm van de technologische dienst, op de helling waren komen te staan, heeft het college van Gedeputeerde Staten een voorstel tot verdere concentratie van de waterschappen in Zeeland aan de Staten voorgelegd. Dit voorstel voorbereid door de "commissie water schapsbestel" en de waterschapsbond in overleg met de betreffende water schapsbesturen, was een afgeleide van diverse varianten. Op 6 februari werd het uiteindelijke voorstel aan de Staten voorgedragen. Het voorstel omvatte het concentreren van de Zeeuwse water schappen tot 2 waterschappen, één boven en één onder de Westerschelde. Tijdens de tot standkoming van dit voorstel en voorafgaand aan deze bewuste Statenvergadering, was er op het provinciale en gemeentelijke politieke veld, alsmede binnen de waterschapsbestuurders nog al wat verdeeldheid te bespeuren. Uitspraken door statenleden dat de waterschappen als openbaar lichaam beter konden worden opgeheven spreken boekdelen. Daar staat tegenover dat diverse gemeentebestuurders zich duidelijk uitspraken voor behoud van de bestaande waterschappen, dus tegen een verdergaande concentratie. De gemeenteraad van Tholen heeft zich eveneens in deze geest uitgesproken. Het verwonderde dit college dan ook in hoge mate toen het Dagelijks Bestuur van het waterschap Tholen met een meerderheidsvoorstel en enig voorbehoud zich in hoofdlijnen achter het voorstel van Gedeputeerde Staten schaarde. Dit voorbehoud hield in dat het Dagelijks Bestuur aan de Algemene Vergadering voorstelde om in afwijking van het voorstel van G.S. te concentreren tot drie waterschappen in plaats van twee binnen de provincie. Eén waterschap beneden de Wester schelde, Walcheren als tweede, en het eiland Tholen en Sint Philipsland, Noord en Zuid-Beveland met Schouwen- Duiveland als derde waterschap. Tijdens de vergadering van de Algemene Vergadering van het waterschap Tholen op 25 november 1986 is dit meerderheids bestuursvoorstel in stemming gebracht. Alvorens dit plaats vond werd door zes hoofdingelanden van het distrikt 2 een motie ingediend, de zogenaamde "motie Versluys". Deze motie hield in dat er geen verdere concentratie plaats diende te vinden en dat het waterschap Tholen zelfstandig moest blijven. Deze motie werd verworpen met 24 stemmen tegen en 14 stemmen vóór. Daarna werd het bestuursvoorstel in stemming gebracht en aangenomen met 23 stemmen vóór en 14 stemmen tegen. Dat het voorstel van Gedeputeerde Staten vooraf bij alle bestuurslagen binnen de provincie vele vragen en twijfels opriep kwam dan ook tot uitdrukking tijdens de Statenvergadering op 6 februari 1987. De door een achttal statenleden ingediende motie om de waterschappen hun zelfstandigheid te laten behouden, met een aantal voorbehoudingen voor de toekomst, werd met grote meerderheid aangenomen. Een langdurige en moeizame periode van bestuurlijk en ambtelijk werk werd op dat moment tot prullebakwerk gedegradeerd. De omvang van de motie was niet groot. Inhoudelijk echter veelomvattend. De waterschappen moesten gaan tonen dat zij naast hun traditionele taakstelling bereid moesten zijn om het samenhangend (integraal) waterbeheer op adequate wijze aan te pakken. De gedachte aan onderlinge rege lingen was daaraan niet vreemd. Een regeling voor een gemeenschappelijk laboratorium was vanaf het begin een vanzelfsprekende zaak. Tussen de waterschappen Tholen, Walcheren en Schouwen-Duiveland is in dit kader ook een gemeenschappelijke regeling getroffen op het gebied van het integraal waterbeheer, voornamelijk gericht op advisering van het in dit kader meer specialistisch en technisch vakgebied. Na dit alles blijkt de rust binnen het waterschapsbestel voorlopig te zijn weergekeerd, ware het niet dat de nieuwe waterschapswet haar intrede heeft gedaan. De in deze wet vastgelegde trits belang-betaling- zeggenschap, behoeft aanpassing in de samenstelling van het bestuursorgaan. Er dient een koppeling gelegd te worden tussen de verschillende belasting plichtige groeperingen binnen het waterschap. Waterschapswet (nieuwe stijl) In het kader van de totstandkoming van de nieuwe waterschapswet, aangenomen door de Tweede Kamer op 14 november 1990, vermoedelijk in werking tredend op 1 januari 1993, is reeds bij besluit van 27 september 1983 door Gedeputeerde Staten van Zeeland een werkgroep waterschapsbestuur ingesteld. In deze werkgroep hebben zitting bestuurlijke en ambtelijke vertegenwoordigers van de provincie Zeeland en de Zeeuwse waterschap pen. De opdracht aan deze werkgroep behelst het vinden van een samenhang tussen de zetelverdeling nieuwe stijl en de nieuwe kostenverdeling. Ook de mogelijkheden tot verdere democratisering van de waterschaps besturen dient te worden onderzocht. Onlangs is het door deze werkgroep samengestelde rapport "De bakens verzet" verschenen. Het rapport vermeldt onder andere een halvering van de huidige bestuurszetels, hetgeen zal gelden voor zowel het Dagelijks Bestuur als het Algemeen bestuur. Binnen het lastenstelsel zal de pachters- en ingezetenen-omslag haar beslag krijgen. In het kader van het model "belang-betaling-zeggenschap" zullen de bestuurszetels worden toebedeeld aan de diverse belangengroeperingen binnen het waterschap. De nieuwe categorie ingezetenen, die een belangrijk aandeel van de nieuwe zetels zal verkrijgen moet daarvoor de lasten gaan dragen. Naar verwachting zal deze nieuwe struktuur per 1 januari 1993 haar beslag krijgen en in praktijk worden gebracht. 184

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 26