Het stille land Inleiding Tholen Landschap en natuur op en om Tholen en Sint Philipsland 1940-1990 Ad Beenhakker Poortvliet- en Ma/land Polder (huidige situatie). Als Zeeland ergens nog een land van ruimte en stilte is, dan is het op Tholen en Sint Philipsland. Nergens anders ook is het eilandkarakter zo goed bewaard gebleven. Dat is ook begrij pelijk. Hoewel beide eilanden ook in het kader van de Deltawerken nieuwe verbindingen met omliggende streken hebben gekregen, zijn ze toch relatief geïsoleerd gebleven. Sint Philipsland is zelfs stiller geworden sinds de opheffing van het veer Anna Jacoba- Zijpe. Men zou haast tot de conclusie komen dat de tijd er in de afgelopen vijftig jaar heeft stilgestaan en dat er in natuur en landschap weinig veranderd zou zijn. Dat is echter volkomen onjuist; die halve eeuw is vol dramatische gebeurtenissen geweest. Toch lijken die in het landschap van Tholen en Sint Philipsland minder sporen te hebben achtergelaten dan elders in Zeeland. Het relatieve isolement van beide eilanden heeft ook een nadeel; ze zijn bij de buitenwereld nog maar weinig bekend geworden en het aantal beschikbare gegevens is in sommige opzichten gering. Over de natuur van de eilanden was tot voor kort maar heel weinig bekend. Dat aspect zal hier dan ook wat onderbelicht moeten blijven. Omdat Tholen en Sint Philipsland in landschappelijk opzicht zeer verschil lend zijn zullen ze afzonderlijk behandeld worden. Daarna zal nog aandacht besteed worden aan de wateren die de eilanden omringen en die in de afgelopen vijftig jaar ook hun eigen geschiedenis en ontwikkeling hebben gehad. We zeiden het al: Tholen lijkt weinig veranderd te zijn. Wie over de kronkelende Thoolse dijken rijdt en de prachtig gelegen boerderijen als de Kettinghoeve of de Joanna Mariahoeve passeert, kan zich niet voorstellen dat ook dit land in de laatste decennia drastische veranderingen heeft meegemaakt. Toch is dat zo: Tholen heeft zowel de militaire inundatie van 1944 als de stormramp van 1953 over zich heen gekregen. Het lijkt wel alsof deze gebeurtenissen hier veel minder gevolgen hebben gehad dan op Schouwen-Duiveland, waar dezelfde rampen zich hebben voltrokken. De vergelijking dringt zich op: waarom is Schouwen-Duiveland zo radicaal van aangezicht veranderd en Tholen zo weinig? Het antwoord zal uit het verloop van de gebeurtenissen moeten volgen. Het eiland Tholen is een conglo meraat van oorspronkelijk afzonderlijke eilanden, die gedeeltelijk al in de Middeleeuwen bedijkt zijn en langzamerhand aan elkaar zijn gegroeid. Die oude kernen bestaan, zoals overal in Zeeland, uit een afwisseling van kreekruggen en poelgronden. De laatste zijn lager gelegen dan de ruggen en bestaan uit een dunne kleilaag op veen. Omdat ze veelal in het midden van de oude eilandkernen zijn gelegen waren ze doorgaans slecht ontwaterd en traditioneel in gebruik als weiland. De Yersekse Moer is er het laatste min of meer ongerepte voorbeeld van. Ook op Tholen kwamen degelijke gebieden voor. De grootste was de Poortvlietse Hoeve Poortvliet- en Malland Polder (voor herverkaveling). 186

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 28