Het stille land Conclusie Bruintjeskreek te Sint Philipsland. Foto: Zeeuws Documentatiecentrum. maakt de Schelde-Rijnverbinding niet de indruk van een kanaal. Hij lijkt met zijn vloeiende bochten eerder op een gereguleerde rivier, zoals de Maas in Limburg. Vanaf de bruggen is het een indrukwekkend gezicht. Aan de noordzijde kwamen de Slikken van De Heen en de Plaat van de Vliet achter de dam te liggen, in zoet water en zonder getij. Hoewel het verlies aan schorren hier zeker te betreuren valt, ziet de toekomst van dit gebied er rooskleurig uit. Het is een moerasgebied in volle ontwikkeling, waarbij vooral de oevers en het ondiepe water grote betekenis hebben als rust en foerageerplaats voor watervogels. Zelfs ontsnapte flamingo's en zwarte zwanen verzamelen zich hier. Nergens in Zeeland ziet men zoveel vogels bij elkaar en de parallelweg van de Philipsdam heeft al de bijnaam "vogelboulevard" gekregen. Soms zorgt de natuur onverwacht voor een geschenk. Het Rammegors, oorspronkelijk bedoeld als speciedepot voor de kanaalwerken, ontwikkelde zich spontaan tot een fraai natuur gebied. De oorspronkelijke schor- en slikbodem met zijn geulresten leverde een goed substraat voor een gevari eerde ontwikkeling. Na acties van natuurbeschermers kwam het zover, dat ook Rijkswaterstaat zelf de waarde van het gebied als natuurterrein erkende. De ontwikkeling van dit mooie gebied kan nu ongestoord doorgaan. Aan de andere zijde van de dammen, in de Oosterschelde en zijn zijtakken, is het getijdegebied van schorren en slikken nog in optima forma aanwezig. Sint Philipsland is er als door een gouden rand mee omringd, en de schorren aan de noordkant van Tholen vormen nu het grootste complex van dit bijzondere landschapstype in het hele Oosterscheldegebied. Wel is het jammer dat de unieke Bruinisser Hollestelle wat zielig is ingepakt in de versterkte dijk. We zeiden het al: in de Ooster schelde is de natuur weinig veranderd, maar we kijken er anders tegenaan. Steeds groter wordt de waardering voor dit unieke natuurgebied en voor zijn landschappelijke schoonheid. Dat heeft ook geleid tot de aanwijzing van de Oosterschelde tot beschermd natuur monument: een gebied waar de bescherming van de natuur voorop staat. Dat levert ook de nodige span ningen op. De bewoners van de kusten, die gewend waren de schorren en slikken op te gaan om zeekraal en lamsoor te snijden en zeeaas te spitten, worden geconfronteerd met beperkende maatregelen, die natuur behoud met zich meebrengt. Daar is niet altijd begrip voor: zij deden toch vroeger ook geen kwaad? Zij waren echter met weinigen, maar het aantal kapers op de kust is groter geworden, en de oppervlakte aan schor en slik kleiner. Ook voor de watersport zullen beperkingen moeten gelden: voor de jachthaven van Sint Annaland, gelegen vlak bij het unieke stille gebied van de Krabbenkreek, en de surfsport langs de Oesterdam in de kom van de Oosterschelde. Natuur vereist zorg. In de Ooster schelde is dat vooral een gezamenlijke taak van Rijk en Provincie. Rondom Sint Philipsland heeft de Stichting Het Zeeuwse Landschap een belangrijke beheerstaak gekregen. Deze instelling verwierf een groot deel van de buiten dijkse gronden rondom het eiland in eigendom, en beheert ook de Slikken van De Heen. Omdat ook de Bruintjes kreek en de eendenkooi tot de terreinen van de Stichting horen, ligt hier één van de voornaamste kernen van haar bezittingen. Vijftig jaar natuur en landschap op Tholen en Sint Philipsland: twee over stromingen, een Deltaplan en een Schelde-Rijnverbinding. Landschap en natuur zijn kwetsbaar voor dergelijke dynamische gebeurtenissen. En toch moeten we constateren, dat de beide eilanden hun karakter en kwaliteit beter behouden hebben dan de meeste andere Zeeuwse gewesten. Er zijn belangrijke zaken verloren gegaan of aangetast, er zijn ook nieuwe kwaliteiten bijgekomen. Maar de beide eilanden zijn een oase van stilte in een steeds drukkere wereld gebleven. Intussen is wel het besef gegroeid voor de waarde van de natuur en het land waarin we leven, een besef dat niet in geld is uit te drukken, maar wel onmisbaar is voor de kwaliteit van het bestaan. Als dat besef blijft bestaan en de mensen aanzet tot bescheidenheid en terughoudendheid, tot eerbied voor de natuur en tot goed rentmeester schap, ziet de toekomst er niet slecht uit. 192

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 34