Van herkaveling tot ruilverkaveling J. Markusse Inleiding Het eiland Tholen kwam als geïnundeerd gebied uit de tweede wereldoorlog. Alleen de stad Tholen was met het dichten van de wallen droog en bewoond gebleven, aangevuld met de nodige evacue's. Het zoute water werd na de bevrijding, najaar '44 en voorjaar '45 uitgelaten en uitgepompt, de bevol king kon successievelijk terugkeren en proberen de dorpen en polders weer bewoonbaar te maken. Het gehele schadeherstel kostte jaren. Door de regen snel ontzilte percelen konden in 1945 nog ingezaaid worden, meest met zomergerst of gras en leverden een oogst, die de naam kreeg "het wonder van Tholen". Organisch materiaal, door het zeewater gedeponeerd, had na rotting een extra bemestende impuls aan de groei toegevoegd. De agrariërs leerden gips op hun bedorven gronden aanwenden en ondiep bewerken. Maar in een uitzonderlijk droog jaar 1947 werd het wonder weer op zijn kop gezet en dwong de verzilting weer een zware tol af. Ondertussen kwamen trekkers in grote getale paarden- en handenarbeid vervangen. De vroeger zo belangrijke landarbeidersstand vloeide voor zover niet in de herverkaveling werkzaam naar elders af, zoals Philips-Roosendaal en de Rotterdamse haven. Doch men bleef honkvast. Pas vanaf 1949 was er weer sprake van een meer normale landbouwbedrijfsvoering op akker en weide. Het zou niet lang duren, slechts vier jaren. 1 februari 1953 viel opnieuw een klap. Het grootste gedeelte van het eiland kwam opnieuw onder water te staan - nu niet via zijn sluizen - maar door grote dijkbreuken en met verlies van veel meer mensenlevens dan in 1944/'45. In die eerste na - bevrijdings jaren was Tholen zo goed mogelijk in zijn oude staat hersteld, in tegenstelling tot Walcheren, waarvoor een speciale herverkavelingswet tot stand was gekomen. De positieve ervaringen daarmede leidden ertoe dat regering en volksvertegenwoordiging voor dezelfde oplossing kozen. De Herverkavelingswet Nood- gebieden sloeg trouwens niet alleen op Tholen, maar evenzeer op Schouwen- Duiveland, Waarde en het onder gelopen gedeelte van de Zak van Zuid-Beveland. Een barak te Sint- Maartensdijk kwam cultuur-technici, landmeters en voorlichters herbergen. Een agrarische sub-commissie o.l.v. ZLM-voorzitter ir. M.A. Geuze met als waterschapsvertegenwoordiger dijk graaf H. van Gorsel en als gemeentelijk afgevaardigde burgemeester Bouwense van Sint-Maartensdijk ging - eerst zowel positief als negatief bekeken door de boerenwereld - aan de slag. Vreemde aannemers met groot materiaal, bulldozers, draglines (deze werden in het dialect ingelijfd onder het begrip "zwaoiers") en draineermachines verschenen naast Heidemij beambten. Er werden in de polder 400 panden op het electriciteits- en waterleidingnet aangesloten. Om de (glas)tuinbouw te stimuleren werd een waterleidingnet aangelegd in een gedeelte van de St. Annalandse polder. Practisch alle graslanden werden voorzien van water leidingsaansluiting. Het aantal kavels nam af met 32%, de gemiddelde kavelgrootte steeg met 68%. Er werden 65 landbouwbedrijven verplaatst, meest vanuit de dorpskernen naar de polder waarvan 41 naar nieuwe bedrijfsgebouwen waaronder 5 naar Schouwen-Duiveland. Bovendien werden 20 bestaande bedrijfsgebouwen De Uiterst Nieuwlandpolder in 1953. Herverkaveling De achtste december 1964 werd een gedenkwaardige dag voor het eiland Tholen. Op deze dag werd na 9 jaar herverkavelingswerken de nieuwe verdeling van het grondgebruik vastgelegd in de akte van toedeling. In die periode van 9 jaar werden 244 km nieuwe wegen aangelegd of verbeterd. Het leidingenstelsel t.b.v. de waterbeheersing vernieuwd en verruimd en 3 nieuwe gemalen en 2 onder bemalingen gebouwd. Alle drainage-behoeftige gronden werden van een buizennet voorzien. vergroot naar de toen geldende eisen. 72 bedrijven werden vergroot van gemiddeld 8 ha tot 14,2 ha en 84 gemengde land- en tuinbouw bedrijven van gemiddeld 3 ha tot 5 ha. 27 bedrijven werden op vrijwillige basis overgeplaatst naar de Noord- Oostpolder en de Braakmanpolder in Zeeuwsch-Vlaanderen. Door 39 per sonen werd het bedrijf(je) beëindigd door verkoop van hun grond of inleve ring van hun pachtgrond. Hiermee kwam 719 ha grond beschikbaar om de bedrijfsvergroting te kunnen realiseren. Naast veel erfbeplantingen werd een bermbeplanting over 83 km aangebracht 193

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 35