'Christus en de Kananeese vrouw' van Jacob Adriaensz. Backer de snelheid waarmee Backer deze kennelijk vervaardigde waren voor de schilder en kunstenaarsbiograaf Arnold Houbraken (1660-1719) aanleiding om in zijn 'Groote Schouburgh der Nederlantsche Konstschilders en Schilderessen' de volgende anecdote op te nemen: "Hy is berucht geweest, inzonderheid van wegen 't schilderen van Pourtretten, welke hy konstig, met een goede gelykenis en vaardig maakte. 'T is byna niet te gelooven 't geen van zyne uitsekende vaardigheit verhaald wort, namelyk: dat hy eene vrouw van Haerlem gekomen om uitgeschildert te worden, met kraag, kleederen, twee handen levensgroote ruim halverwegen en wel geschildert, op eenen dach voltooyde, en zy met het stuk voor den avont naar Haerlem vertrok" (8). Toen Backer op 27 augustus 1651 op 43-jarige leeftijd overleed werd ter herinnering aan hem een herdenkingspenning geslagen. Beschrijving van het schilderij. Het schilderij 'Christus en de Kananeese vrouw' is, zonder de lijst, 210 cm hoog en 270 cm breed. De voorstelling is geschilderd met olieverf op linnen. Op het bouwfragment dat is afgebeeld op de voorgrond van de voorstelling is de signatuur 'J.A. Backer' en de datering '1640' aangebracht. Centraal in de compositie staat de Christusfiguur, gekleed in een lang grijsviolet gewaad. Het hoofd van de figuur is flauw naar links gewend. De linkerarm is half gestrekt in de richting van het groepje mensen rechts in de voorstelling. Het groepje bestaat uit twee kinderen -een jongen en een meisje een vrouw en, geheel rechts op de voorgrond, een man. De jongen heeft een stuk brood in zijn handen en kijkt in de richting van de man. Het meisje heeft de rechterarm om de schouder van de jongen geslagen en wijst met haar linkerwijsvinger naar het stuk brood. Zij heeft eveneens de blik naar de man gericht. De vrouw is opgesteld rechts achter de kinderen. Haar beide handen houdt zij op de buik. Zij kijkt in de richting van de beschouwer. De vrouw en de kinderen dragen groenblauwe en roodbruine kleren. De man rechts op de voorgrond is vrijwel en profil afgebeeld. Hij draagt een opvallende tulband en een lange rode mantel. De rechterhand steunt op een wandelstok. De man heeft de blik gericht op de vrouw links in de voorstelling. Deze is geknield en houdt de beide armen gespreid naar beneden. Zij draagt een geknoopte hoofddoek en is gekleed in een gelig kostuum. De blik van de vrouw is gericht op de centrale Christusfiguur. De genoemde figuren zijn geplaatst in een overwegend bruin gekleurd landschap, met op de achtergrond ruïnes. Direct achter de geknielde vrouw en de Christusfiguur zijn nog enige personen zichtbaar, waaronder een kalende man met korte grijze baard en een vrouw met een kind in de armen. Uiterst links is de kop van een hond afgebeeld. De voorstelling. Het schilderij is een combinatie van een historieschilderij en een groepsportret. Het onderwerp is ontleend aan het verhaal uit het Nieuwe Testament waarin wordt verteld hoe Christus het bezeten dochtertje van een Kananeese vrouw geneest: "En Jezus ging vandaar en trok Zich terug naar de omgeving van Tyrus en Sidon. En zie, een Kananeese vrouw uit dat gebied kwam en riep: Heb medelijden met mij, Here, Zoon van David, mijn dochter is deerlijk bezeten. Hij echter antwoordde haar geen woord, en zijn discipelen kwamen bij Hem en vroegen Hem, zeggende: Zend haar weg, want zij roept ons na. Hij echter antwoordde en zeide: Ik ben slechts gezonden tot de verloren schapen van het huis Israels. Maar zij kwam en viel voor hem neer en zeide: Here, help mij! Hij echter antwoordde en zeide: Het is niet goed het brood der kinderen te nemen en het de honden voor te werpen. Maar zij zeide: Zeker, Here ook de honden eten immers van de kruimels, die van de tafel van hun meesters vallen. Toen antwoordde Jezus en zeide tot haar: O, vrouw, groot is uw geloof, u geschiedde gelijk gij wenst! En haar dochter was genezen van dat ogenblik af." (Math. 15:21-28). Aan de hand van de bijbeltekst worden verschillende delen van de voorstelling interpretabel. De geknielde vrouw is de Kananeese vrouw die smeekt om de genezing van haar dochter. De dochter zélf, is naar alle waarschijnlijkheid het kind dat door de vrouw op de achter grond wordt vastgehouden. Enkele van de figuren op de achtergrond zullen discipelen zijn. Het ronde gezicht, het kalende hoofd en de korte baard van de J. A. Backer, 'Christus en de Kananeese vrouw'. Gesigneerd midden onder (op het bouwfragment) 'J.A. Backer 1640'. Olieverf op doek, 210 x 270 cm. Middelburg, Nieuwe Kerk. Foto: A. Verburg. 219

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 21