Schaalvergroting om het behoud van basisscholen
Daarnaast zijn er nog mogelijkheden
om scholen als nevenvestiging in stand
te houden, waaronder:
de laatste school in een kern (in
een straal van 2 kilometer)
de laatste school van een richting
binnen een straal van 3-5 kilometer.
Het creëren van de mogelijkheid tot
nevenvestigingen resulteert in een
tweedeling van de huidige scholen:
(a) volwaardige scholen en (b) neven
vestigingen van scholen die het
onderwijs met minder geld en minder
menskracht moeten geven. Neven
vestigingen zijn geen zeltstandige
scholen. Gezien de hoge stichtingsnorm
kunnen zij dit ook nooit meer worden.
Wat dit betreft is schaalvergroting een
onomkeerbaar proces geworden.
Gevolgen voor Zeeland
Wat betekent het akkoord nu concreet
voor Zeeland? Een definitieve prognose
is nog niet te geven. Een en ander is
immers afhankelijk van beslissingen
van gemeenteraden en schoolbesturen.
Er zijn 13 gemeenten in Zeeland
met scholen onder de nieuwste
opheffingsnormen gebaseerd op
leerlingdichtheid. In totaal gaat het om
72 scholen. Volgens de formule in het
akkoord is daarmee in principe een
kwart van alle Zeeuwse scholen te
klein. Door de aanvullende regelgeving
kan het daadwerkelijk aantal scholen
dat moet verdwijnen echter aanzienlijk
lager uitkomen. In onze provincie blijkt
het criterium dat de gemiddelde
schoolgrootte van scholen onder één
bestuur tenminste 10/6 maal de
gemeentelijke opheffingsnorm moet
zijn namelijk behoorlijk veel mogelijk
heden te bieden om in principe te kleine
scholen als volwaardige scholen in
stand te houden. Voorwaarde is wel
dat het bijzonder onderwijs bereid zal
zijn tot een bestuurlijke schaalvergro
ting.
Een voorbeeld
Een voorbeeld kan dit illustreren.
Voor de gemeente Borsele gaat een
opheffingsnorm gelden van ongeveer
50 leerlingen. Dit betekent dat van de
22 scholen er tenminste 5 scholen
onder de norm zitten en nog vier
J. H. van Daleschool, Oost- en West-Souburg. Foto: les Lamain.
224