Mededelingen van het
Koninklijk Zeeuwsch
Genootschap
der Wetenschappen
BUREAU
Adres Kousteensedijk 7 (Zeeuwse
Bibliotheek), 4331 JE MIDDELBURG.
Tel.: 01180-30347.
Het Bureau is geopend op maandag,
woensdag en vrijdag van 8.30-12.00 uur.
Via de telefoonbeantwoorder kunnen
echter op alle dagen van de week
bestellingen, mededelingen en
verzoeken om inlichtingen plaats
vinden.
Copij voor de volgende mededelingen
kunt U zenden aan het Bureau voor
15 januari 1992.
AB-VERGADERING
Kort verslag van de vergadering op
29 oktober 1991.
Mededelingen.
De werkgroep Film zal, nu het voor
geschreven quotum aan leden is bereikt,
een reglement en beleidsplan indienen.
De werkgroep Kunstgeschiedenis nadert
eveneens het einde van de voorbereiding
tot oprichting.
Werkgroepen, die overleg wensen met
het DB, krijgen daartoe de gelegenheid,
indien zij dit kenbaar maken.
De eerste serie Genootschapscolleges
heeft onder grote belangstelling plaats
gevonden. Mevrouw Portheine is
gevraagd ook volgend jaar colleges te
willen verzorgen.
De Archieven 1989 en 1990 zijn ver
schenen. Het Archief 1991 zal dit jaar
ook nog uitkomen.
Aan de heer Koops is de genootschaps
penning uitgereikt, als blijk van
waardering voor het vele werk, dat hij
heeft verricht.
De heer Clement deelt mede dat de
muziekuitgave van werk van Zeeuwse
componisten in het voorjaar van 1992
zal verschijnen.
Huisvesting.
De vergadering gaat accoord met
2 voorstellen: het project Huisvesting
wordt gekoppeld aan het 225-jarig
bestaan van het Genootschap en er
wordt een huisvestingsfonds ingesteld.
Gemeenschappelijke studies.
Voor publicatie van deze studies van
werkgroepen en commissies worden
verschillende wegen onderzocht.
Werving begunstigers.
Teneinde de werving weer te activeren
wordt een overzicht gemaakt van de
activiteiten van het Genootschap,
benevens een lijst van de belangrijkste
aankopen.
Algemene Ledenvergadering.
Deze is vastgesteld voor 17 december
1991.
Agendapunten: Begroting 1992, relatie
tot het ZT, huisvesting, het Zeeuws
Museum en een suite van Busteyn,
gespeeld op het clavecimbel van de
werkgroep Muziek.
DE MAMMOET MOET TERUG
IN MIDDELBURG
Samenvatting van een korte voordracht
gehouden tijdens de jaarlijkse excursie
van het Genootschap op de Ooster-
schelde op zaterdag 7 september 1991
door D. Mol.
In januari 1991 zijn ondergetekende en
drs. J.A. van Essen (Dieren) onder
leiding van de conservatoren van het
Genootschap, de heren dr A.J. Bil en
J.M. Moraal, begonnen met de
bewerking van de collectie zoogdier-
palaeontologische voorwerpen van het
Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der
Wetenschappen. Deze collectie bevindt
zich in het 'Bottendepot' van het
Zeeuws Museum te Middelburg. Deze
verzameling is een zeer belangrijke.
Enerzijds de omvang; de verzameling
wordt qua omvang slechts overtroffen
door de verzameling fossiele zoogdier
beenderen in het Nationaal
Natuurhistorisch Museum te Leiden.
Anderzijds heeft de collectie een groot
historisch belang. Namen als die van
dr. J.C. de Man en drs. P.J. van der Feen
zijn er onlosmakelijk mee verbonden.
In de vorige eeuw heeft dr. De Man de
eerste aanwinsten van het Genootschap
op dit gebied uitvoerig beschreven.
Het betroffen grote beenderen van
mammoeten, runderen en neushoorns,
herkomstig uit de Zeeuwse Wateren.
Deze topstukken bevinden zich nog
steeds in de collectie. Onder leiding van
drs. P.J. van der Feen werd de
verzameling aanzienlijk uitgebreid, met
name gedurende de jaren dertig. Helaas
lag de nadruk op de grote overblijfselen
van het olifantenskelet waardoor er
weinig kleinere resten, zoals delen van
het hand- en voetskelet, nu ontbreken.
Drs. Van der Feen gold in Europa als
een van de deskundigen op het gebied
van de fossiele olifanten. Toentertijd
werden veel opgeviste beenderen door
Van der Feen voorzien van een label
met het opschrift herkomstig uit de
'Zeeuwsche Stroomen', een wat
ongelukkig gekozen vindplaats
aanduiding. Nu weten we, dat er
verschillende pleistocene (ijstijd)
afzettingen aanwezig zijn in de
Oosterschelde en Westerschelde waaruit
deze dierlijke resten herkomstig zijn.
Het merendeel van de fossiele beenderen
en gebitselementen heeft toebehoord
aan olifanten die gedurende het ijstijdvak
de Zeeuwse streken en andere delen van
Nederland en de Noordzee bewoonden.
235