Hemel en hel; tien jaar tijdgeest in onderhuids Hulst Henk Postma Introductie De krachtigste golfbewegingen in de westerse, na-oorlogse cultuur werden steeds opnieuw door revolterende jongeren op gang gebracht. Beatniks en nozems, provo's en hippies, punks en yuppies; met elke nieuwe jeugd beweging verspreidde zich een nieuw levensgevoel over de aardbol. En het was steeds bij uitstek de popmuziek, waaruit zo'n naderende culturele revolutie zich liet voorspellen. Zeeland is niet bepaald het creatieve centrum van de wereld. En het historisch vestingplaatsje Hulst is er niet bepaald het brandpunt van de popmuziek. De waan van de dag wordt er doorgaans in het licht der eeuwig heid bezien. Men draagt er de principes niet op de tong. Geen voedingsbodem voor glamour of status, ambities of pretenties. Maar onder die schijnbare oppervlakkigheid, ver weg van de onrustige metropolen, gaan onvermoe de krachten schuil. De verbazing in de vooruitstrevende sector van de Nederlandse popmuziek grensde aan ongeloof toen vijf jonge muzikanten uit het Land van Hulst, de Charmin' Children, eind vorig jaar plotseling trendsettend op de planken stonden in Amsterdams poptempel De Melkweg. „Wie weet", opperde het gezag hebbend muziekblad Oor, „worden de Charmin' Children de eerste succes volle Zeeuwse groep sinds het ontstaan van de popmuziek." De internationale platenmaatschappij Virgin heeft de Hulster popgroep inmiddels onder contract. Begin komend jaar moet een eerste cd verschijnen, nadat deze zomer al een mini-cd (Uck) en een single-cd (Chew it) werden uitgebracht. Het VPRO-televisieprogramma Onrust, ondertitelde concertfragmenten van de Hulster muzikanten met de vraag: „Is dit een nieuwe band uit Manchester?" Het was een verwijzing naar de vele invloedrijke gitaarbands die van de naargeestige Engelse havenstad Manchester het wervelend centrum hebben gemaakt van een jongerencultuur die de opgeschroefde staccato-beat van het hedendaagse disco-wezen combineert met het onbezorgd saamhorig- en gelukszalig- heidsgevoel waarmee de jaren zestig hippies dweepten. Recencenten en producers her kennen in de 'dansbare gitaarmuziek' van de charmante kinderen uit Hulst een nuchter, nonchalant en vooral ook hitgevoelig antwoord op deze Manchester-rage van alle-dagen- feest-muziek. „Zanger John Lamens", meldde popmagazine Oor, „verandert van een bang schooljongetje in een lekker arrogante frontman en de spacey gitaarpartijen van Jan-Bart Meyers worden steeds opzwepender". De Charmin' Children combineren een eigentijdse dansbeat met flarden lijzig gezongen 'straatpoëzie' en een turbulent, af en toe psychedelisch aandoend gitaargeluid. Er klinken invloeden in door van een kwart eeuw popmuziek, te beginnen met die van The Beatles. Het is niet de eerste keer dat de tijdgeest in Hulst muzikaal door het oppervlak breekt. Zo deed aan het begin van de jaren tachtig een controversieel Hulster trio van zich spreken, dat als Baader Pop Gruppe het land in trok. De 'terroristische dansmuziek' waarmee de Baader Pop Gruppe zich manifesteerde, was een kortstondige uiting van machteloze woede over de uitzichtloosheid van een maatschappij die doemdenkend in de afgrond leek te glijden. Tussen dit kortstondig muzikaal terrorisme van de Baader Pop Gruppe en de actuele saamhorigheidsmuziek van de Charmin' Children liggen tien jaren, waarin de wereld een breuklijn passeerde. Deze notities beogen een impressie te geven van de manier waarop in die periode de tijdgeest broeide onder de Hulster huid. Geluid uit de hel Het was zo'n krantekop waarvan zelfs een analfabeet meteen klaarwakker schrikt. „Apocalyptische muziek in Hulst!", schreeuwden de blokletters, „Diamanda Galas verbijstert met geluid uit de hel!" Het stond boven een verslag van een Wit-Zwart Dubbelconcert dat midden jaren tachtig, op een ijskoude winteravond, plaatsvond in het Hulster activiteitencentrum 't Houtenkwartier, een voormalige ambachtsschool waarin de plaatselijke bestuurders uiteen lopende voorzieningen van sociaal- cultureel en educatief allooy hadden ondergebracht. De 32-jarige Grieks/Amerikaanse belcanto-zangeres Diamanda Galas openbaarde zich die avond als een engel der wrake. Ze zong - nee, krijste en hijgde, gilde en gromde, siste en fluisterde - haar 'elektro-akoestische Schrei-opera' het zaaltje in. „Toen Jeroen Bosch zijn taferelen uit de hel schilderde, moet hij het geluid van Diamanda Galas hebben gehoord", Diamanda Galas. Zaterdag 5 januari 1985 'podiumzaal' Hulst. 205

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 7