Hemel en hel; tien jaar tijdgeest in onderhuids Hulst Drie Charmin' Children. Repetitie. Zaterdag 5 oktober 1991 in de 'podiumzaai' Hulst. Vlnr. Evelien Lambert, Rob Parre en Jan-Bart Meijers. luidde de onsterfelijke openingszin waarmee de jonge journalist Emile Calon, destijds werkend voor dagblad De Stem, verslag deed. De extreme hartstocht waarmee deze 'zingende feeks' de toonaarden van haar drieëneenhalf oktaaf omspannende stem door een batterij elektronische vervormers joeg, was onderdeel van één der negen avond vullende artistieke evenementen die beeldend kunstenaar Bob Pingen en ik tussen november 1983 tot januari 1986 in het Hulster Houtenkwartier organi seerden. We bereikten er een, voor Zeeuwse begrippen, opmerkelijk omvangrijk en gemêleerd publiek mee van in hoofdzaak jongeren, twintigers en dertigers. „Intraveneuze muziek", noemde de stemkunstenares Diamanda Galas haar overdonderende uitbarsting van rauwe, door Apollinische beheersing gecontroleerde drift. „Intraveneus, omdat het regelrecht uit mijn bloed banen komt." Haar doodszangen waren bedoeld als eerbetoon aan alle Grieken die gemarteld werden onder het kolonelsregime. Badend in flarden paarsrood, blauwgroen- en geelwit licht, liet de stemkunstenares haar gehoor geen enkele kans aan een keuze te ontsnappen. Calon conclu deerde: „Een tussenweg is er niet. Voor of tegen. Bewondering of verachting." Confrontatie met Nu De evenementen die wij - import- Zeeuwen; met één been in het Walcherse hinkend - destijds organi seerden in Zeeuws-Vlaams Hulst, dienden een welomschreven doel. Ze keerden zich tegen de trend van 'culturele vervlakking', tegen een samenleving die 'zich vastklampt aan veilige tradities', die 'bij artistieke fossielen zweert', en zich louter nog 'vergaapt aan uitgemolken trends'. We programmeerden - dat was de pretentie - 'met de vinger aan de pols van de tijd' en wilden zo in een porie van de Hulster huid 'voorzichtig een publiek creëren dat zich laat prikkelen door het onbekende, nieuwsgierig een confrontatie met het NU durft aan te gaan, onbekommerd in het donker durft te kijken'. Het was een periode waarin de na-oorlogse 'vooruitgang' op grenzen stuitte. Ontwikkelings- en bevrijdings drang waren in economische crisis, snel stijgende werkloosheid en milieu bederf gesmoord. De fractievoorzitter van de PvdA in de Zeeuwse staten, wijlen mevrouw C. van Zandten- Leijssen, zei eind 1982 bij de behande ling van de provinciebegroting: „Het doemdenken lijkt zich als een goddelijke vervloeking in onze hoofden en harten vast te zetten, een fatalisme waartegen niets lijkt te worden ondernomen. Het zal de kracht van de menselijke geest, de inventiviteit, de scheppende kracht van onze cultuur zijn, die bepaalt op welke wijze wij de crisis overwinnen." Het artistieke antwoord moest komen uit Hulst. Met het uiteenvallen van de Stichting Cultuurspreiding Zeeland en het faillissement van de Zeeuwse afdeling van Jeugd Muziek, waren destijds in dit gewest de bestuurlijke en financiële structuren verdwenen waarbinnen 'vernieuwende' en 'grensverleggende' kunstuitingen een podium vonden. Jeugd en Muziek had vanuit Middelburg belangrijke avant-gardisten uit de serieuze muziek (Xenakis, Feldman, Japanners e.a.) in Holland geïntroduceerd. En had daar naast baanbrekend de grensgebieden verkend tussen gecomponeerde muziek, geïmproviseerde muziek, popmuziek, (straat)theater en beeldende kunst. Betrokken bij, en vooruitlopend op de totstandkoming van een nieuwe organisatie die hierop flets zou gaan voortborduren, Nieuwe Muziek Zeeland, probeerden we te Hulst alvast een zijpad te plaveien. „Een evenwichting cultuurbeleid", predikte ons manifest, „vraagt niet alleen aandacht voor wat zich al gevestigd heeft, maar evenzeer voor wat onder de oppervlakte broeit. Waar daartoe de ruimte ontbreekt, haalt de tijd de waarden in, zoekt de tijdgeest vruchteloos vorm, baadt de massa zich in loomheid en rest het individu slechts vernietigende frustratie." Subcultuur van jongeren Onder het Hulster oppervlak broeide toen al enige jaren een subcultuur van jongeren die zich hadden verzameld onder het vaandel 'Open Jongeren Centrum NU', een leuze die zowel een dwingende eis, als aandacht voor actualiteit tot uitdrukking bracht. Die beweging vond gastvrijheid in activiteitencentrum 't Houtenkwartier, meer precies in een zaal van het plaatselijk vormingsinstituut VJV, en organiseerde daar met enige regelmaat a-commerciële popconcerten, film- 206

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1991 | | pagina 8