"Het Zeelandgevoel" (7) Zeeland rechte lijn der dijken, als een groene streep op het watervlak, en achter die streep hier en daar toppen van boomen, spitsen van torens, vorsten van roode daken, die over den dijk schenen te gluren om ons te zien voorbij gaan. Geen heuvel, geen bodemverheffing, geen onbedekt huis was ergens te zien; alles scheen verborgen, alles scheen in 't water gedompeld; men zou gezegd hebben dat deze eilanden op het punt waren van door de rivieren bedekt te worden, en dat zij nu het een dan het ander elkander aanzagen als om zich te verzekeren dat zij nog boven water waren. Het scheen dat wij een land doorkruisten op den dag van den zondvloed en men verheugde zich in de gedachte dat men op een schip was. Nu en dan hield de boot eenige oogenblikken stil en gingen eenige Zeeuwsche passagiers in een schuitje over dat zich richtte naar het strand. een dier weinige Hollanders ontmoet, die met ons Latijnen de zwakheid gemeen hebben van gaarne het geluid hunner eigene stem hooren. "Hier in Zeeland", zeide hij mij met al den ernst van een professor die college houdt, "zijn de dijken meer nog dan in de andere provinciën een zaak van leven of dood. Bij hoogen vloed blijft geheel Zeeland beneden het vlak des waters, en zou bij iederen dijk die doorbrak een eiland in 't niet verzinken. En het treurigste is dat hier de dijken niet enkel weerstand moeten bieden aan den rechtstreekschen aandrang van het water; maar ook nog aan een andere nog gevaarlijker kracht. De rivieren voeren hun wateren naar zee, de zee werpt zich op de rivieren, en in deze aanhoudende worsteling vormen zich onderstroomen die aan de grondvesten der dijken knagen, tot zij hen opeens doen instorten, zooals eene mijn een muur zou doen. "Juist het tegendeel", antwoordde hij tot mijn teleurstelling; "de dag kan komen waarop Zeeland niet langer een eiland is, maar vastland wordt. De Schelde en de Maas voeren aan houdend slib aan, dat in de armen der zee op den bodem blijft liggen en zich langzamerhand ophoogende de eilan den vergroot en steden en dorpen die aan het strand lagen en hunne havens hadden door nieuw gewonnen land omsluit. Axel, Goes, Veere, Arnemuiden, Middelburg waren eenmaal zeesteden en zijn thans landsteden. Er zal dus een dag komen waarop tusschen de Zeeuwsche eilanden geene andere wateren zullen stroomen dan die der rivieren, en waarop een net van spoorwegen zich over het land zal uitstrekken, dat aan het vastland zal verbonden zijn, gelijk Zuid-Beveland er reeds aan verbonden is. In den worstelstrijd met de zee wordt Zeeland grooter. De zee kan misschien zich Illustratie: L. Radstaak. Ofschoon ook ik verlangend was om Zeeland te bezoeken, kon ik toch niet nalaten deze lieden met een gevoel van medelijden aan te zien, alsof wat zij voor eilanden hielden niets anders waren dan reusachtige walvisschen, die bij het naderen der schuitjes diep onder water zouden duiken. De kapitein van de boot, een Hollander, bleef, terwijl hij langs mij heenging, stil staan om naar eene kleine kaart van Zeeland te zien die ik in handen had; ik greep deze gelegen heid bij de haren en bestormde hem met vragen. Gelukkig had ik in hem De Zeeuwen moeten aanhoudend op hunne hoede zijn. Wanneer een dijk in gevaar verkeert, maken zij een anderen meer binnenwaarts en slaan van achter dezen den aanval der wateren gade. Zoo winnen zij tijd, en naar gelang der omstandigheden herstellen zij den eersten dijk of trekken verder terug van sterkte tot sterkte, of zien dat hunne voorzorg overbodig is omdat de stroom van richting verandert." "En zou het niet kunnen gebeuren", zoo vroeg ik, altijd begeerlijk naar dichterlijke indrukken, "dat Zeeland op een mooien dag ophield te bestaan?" uitrichten in eenig aander gedeelte van Holland; maar hier delft zij het onderspit. Gij kent het wapen van Zeeland. Het is een zwemmende leeuw, waaronder geschreven staat: 'Luctor et emergo'." Hier bleef hij eenige oogenblikken sprakeloos en er blonk in zijn oogen een flikkering van trots, die echter spoedig weder werd uitgedoofd. Daarop hernam hij met denzelfden ernst. Emergomaar niet altijd houdt hij zich boven. Al de eilanden van Zeeland, het eene voor het andere na sluimer den korteren of langeren tijd onder het 4

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 10