Bouwen aan kunst in Zeeland. Utopie of werkelijkheid? kwaliteiten en funkties van het Maisbaai-gebied. Even terug naar de oude stadskern met het Abdijcomplex. Het Zeeuws Museum zou graag het op zijn vroegst in 1996 vrijkomende Rijksarchief gaan gebruiken. Ineke Spaander, directeur van het Zeeuws Museum, kan in het huidige gebouw de collectie niet goed presenteren: "Wat wij willen is de hedendaagse beeldende kunst een vaste plaats geven binnen de collectie. Nu kunnen we dat alleen maar doen in wisselende tentoonstellingen. Maar het museum collectioneert bewust en dat doet ze niet om het dépot vol te stoppen, maar om dat werk te tonen aan het publiek. Als het Rijksarchief erbij komt dan kan een lange rode draad van de vroegste geschiedenis tot nu getoond gaan worden". We praten dan niet alleen over hedendaagse kunst. Ook de periode rond de eeuwwisseling, de Domburgse periode met Jan Toorop, moet uitgebreid aandacht krijgen, evenals de 17e eeuw als bloeitijd van Zeeland. De wandtapijten hebben al voldoende ruimte. Het meest aan sprekende deel van de uitbreiding is de overkapping van de binnenplaats. Zo komt een ruimte beschikbaar die al gauw een oppervlak heeft van 300 m2. Ineke Spaander beseft goed dat de collectie dan toch aanvulling behoeft: "Uit de Domburgse periode hebben we een aantal werken die representatief zijn, maar lang niet voldoende om die periode goed in beeld te brengen. Er is geen Mondriaan in de collectie, terwijl Mondriaan natuurlijk toch een sleuteltijd heeft meegemaakt in de periode dat hij in Domburg werkte." Gezien de prijs kaartjes die met dit soort aankopen gemoeid zijn zal het museum het vooral moeten hebben van bruiklenen. Om zelf ook wat meer speelruimte te krijgen moet ook het aankoopbudget verruimd worden. Dan kan een fonds gevormd worden om ook zelf aan te kopen. Het is duidelijk dat het Zeeuws Museum en het centrum voor beeldende kunst van de gemeente Middelburg geen concurrenten zijn. Het museum werkt vanuit de collectie en stelt zich wat beschouwender op, het centrum beeldende kunst is meer een proeftuin, waar heet van de naald ontwikkelingen te zien kunnen zijn. Maar kan er ook samengewerkt worden? Schoenmakers: "Ik kan me heel goed voorstellen dat er op een bepaald moment een keuze wordt gemaakt uit de Zeeuwse collectie die dan in het centrum beeldende kunst hangt. Rondom een televisie-produktie als 'Het Zeeuwse licht' (over Domburg en de daar werkende schilders) kun je natuurlijk een mooie tentoonstelling maken". Ineke Spaander: "Je kunt met eikaars plannen rekening houden, je kunt afstemmen en eventueel samen dingen op zetten. Deze zomer was in het museum een presentatie van Paul de Nooijer én ook in de Watertoren (van Oost-Souburg). Twee heel verschillende presentaties die elkaar goed aanvullen". Dat was wel een voorbeeld van een contact met Vlissingse organisatoren. Is dat tekenend voor de situatie? Leon Riekwel, werkt bij de Culturele Raad Vlissingen. Hij zet zich daar met name in voor de beeldende kunst. "Samenhang is nodig om je in ieder geval landelijk te promoten, je landelijk te presenteren. Verder zie ik het meest in een ontmoetingsplek, liefst op één locatie, maar als het niet anders kan, wat meer verspreid. Middelburg en Vlissingen zijn stedebouwkundig toch sterk met elkaar verbonden. Maar het gaat vooral om de sfeer die we in Zeeland moeten en kunnen realiseren. Als je bijvoorbeeld merkt hoe enthousiast kunstenaars zijn over de op zich bescheiden faciliteiten die we voor het werken in de Watertoren bieden, dan merk je dat zij daarom bereid zijn te investeren. Wil Zeeland zich profileren binnen Nederland en binnen bepaalde delen van Europa - de grenzen gaan immers open - dan zal dat een zodanig bijzonder karakter moeten hebben dat we niet een soort epigoon worden van welk museum dan ook". Als er een centrum beeldende kunst komt, kan dat volgens Riekwel in die samenhang een belangrijke rol spelen. Maar dat betekent niet alleen tentoonstellingen maken, maar ook workshops organiseren, het publiek erbij betrekken. Kunstenaars als gast- curatoren zouden eveneens een goede bijdrage vormen voor een actief kunstklimaat. Riekwel noemt ook Forum dat tien jaar lang een ontmoetingsplek was voor kunstenaars, publiek en organisatoren. Eén week lang bruiste Middelburg dan van activiteiten, die het hele jaar door hun uitstraling hadden. Epiloog De gemeente Middelburg heeft een stichting opgericht die het beeldende kunstbeleid moet gaan uitvoeren. Van die stichting wordt ook een stevige inspanning verwacht om het ontwerp van Aldo van Eyck gebouwd te krijgen. Dat kost ruw begroot zo'n 5 miljoen gulden. De Middelburgse raad moet dus bewerkt worden. Vandaar de deelname van drie raadsleden aan het stichtingsbestuur. Men hoopt ook andere fondsen aan te boren en lonkt ook nog naar de provinciale geldbuidel. Het lijkt gelet op het karakter van gebouw en programma niet onredelijk te veronderstellen dat van die kant ook een flinke duit in het zakje wordt gedaan. Als dat snel gebeurt kan er vanaf 1996 gewoon doorbetaald worden, maar dan aan de uitbreiding van het Zeeuws Museum. En dat buitenhuis in Domburg? Dorimare drukt daar zo zwaar op de begroting dat zo'n plannetje gevoeglijk kan worden vergeten, dunkt me. Bovendien is het veel efficiënter om de Domburgse erfenis in het Zeeuws Museum daar ook in beheer te laten. En de combinatie bibliotheek-kunst museum in Vlissingen? Middelburg heeft zo'n voorsprong met een dermate inspirerend gebouw dat daar iets overheen tillen te ver zou gaan. Blijft Neeltje Jans nog. Dat is een locatie van Wereldformaat. De plannen zijn tot nu toe vooral op milieu, natuur en recreatie gericht. Het is te hopen dat de daadkracht om daar iets mee te doen lang uitblijft. Zodat er in betere tijden een plan kan komen voor een van de mooiste musea ter wereld. Eenvoudige, heldere architectuur met werkruimtes. Wie daar kunstenaars van mondiaal niveau uitnodigt, zou ze wel eens kunnen krijgen. En waar dat toe kan leiden 14

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 20