Een Middelburgse meestoot met een VOC-verleden
Gedeelte van een plattegrond van Middelburg waarop de ligging van de meestoot is te zien1873, uitg. T. P. Roest
(Foto: Engel Fotopromotions).
Scheepswerf, wasserij
en graanpakhuis
De gebouwen staan echter niet lang
leeg, want in hetzelfde jaar verkrijgt de
firma Van Zeijlen Decker het terrein
waarop de voormalige meestoot zich
bevindt van de gemeente Middelburg
in erfpacht, om hier een scheepswerf
te gaan exploiteren; voor dit doel wordt
ook grond gehuurd van de Commercie
Compagnie. De scheepswerf, genaamd
'Middelburg's Welvaren', richt de
vroegere meestoofgebouwen in als
smederij. Met grote voortvarendheid
breidt de firma zijn activiteiten uit door
bij de Dam een droogdok te laten
graven. De houten bodem van dit dok
is nu nog steeds aanwezig, verborgen
onder water achter het perkje bij het
standbeeld van koningin Emma.
In 1877 draagt de firma Van Zeijlen
Decker de scheepswerf over aan een
medefirmant, Joseph Frederik van
Leeuwen, die het bedrijf op eigen naam
voortzet tot aan de opheffing in 1893.
In dat jaar neemt de Hollandsche
Melkmaatschappij uit Amsterdam het
recht van erfpacht en huur over van
Van Leeuwen. Deze maatschappij heeft
plannen tot oprichting van een melk
fabriek in de gebouwen van de voor
malige meestoof en vraagt op 20 oktober
1893, in verband met de hoge investe
ringen en de aflopende overeenkomsten
van huur en erfpacht, bij monde van
jhr. Th. A. C. de Geer te Amsterdam
verlenging van bovengenoemde
overeenkomsten. Door de minder
rooskleurige financiële situatie van de
Hollandsche Melkmaatschappij wijst
de gemeenteraad van Middelburg
echter het verzoek in 1894 af.
Een andere gegadigde, de Koninklijke
Maatschappij 'De Schelde', dient in dat
jaar bij de gemeente een verzoek in om
het door de melkmaatschappij beoogde
terrein in huur of erfpacht te mogen
verkrijgen, inclusief de gebouwen.
De gemeente bericht 'De Schelde' dat
wel de grond haar eigendom is, maar
niet het gebouw van de voormalige
meestoof. Hierin komt echter snel
verandering. Op 12 maart 1895 namelijk
stellen Burgemeester en Wethouders
de gemeenteraad voor in te gaan op
een aanbod van de liquidateuren van
de Hollandse Melkmaatschappij tot
verkoop van hun opstallen, waaronder
het meestoofgebouw. Dit voorstel wordt
16