Een Middelburgse meestoot met een VOC-verleden Smallegange bewust wat groter afgebeeld. Op foto's gemaakt door de Vitrite-fotograaf tijdens de sloop van de voormalige meestoofgebouwen is een gewelf (zie afb. 6) zichtbaar. Mogelijk duidt dit op een kelder van het slachthuis. De vorm en de grootte van de stenen wijst in de richting van Zeeuwse moppen. In de achttiende eeuw was deze steensoort allang vervangen door andere bakstenen, maar na afbraak van oude gebouwen werden de kwalitatief goede moppen vaak weer hergebruikt voor nieuwbouw. Zodoende blijft het moeilijk om een gebouw te dateren op grond van deze steensoort. In de directe omgeving van de voor malige slachthuizen bevond zich nog een ander gebouw waarop eveneens een gevelsteen was bevestigd. Het betreft hier de toegangspoort van de voormalige VOC-werf aan de Werfstraat waarin zich in 1928 volgens Linger nog een steentje met het jaartal 1719 bevond. Het complementaire 'Anno' was al verdwenen. Waarschijnlijk was linger in 1928 blijkbaar niet op de hoogte van het feit dat de firma Bosman zijn bedrijf had gevestigd in de voor malige meestoot, voorheen slacht huizen van de VOC. Overigens kan de firma behalve de slachthuizen eveneens delen van het genoemde pakhuis in gebruik hebben gehad. Conclusie Zeker is dat de meestoot gesticht is in gebouwen van de Verenigde Oost- indische Compagnie, Kamer Zeeland. In ieder geval zal de exploitatie hebben plaatsgevonden in de voormalige slachthuizen, de twee langwerpige gebouwen. Het aangebouwde woonhuis uit 1749 zal blijkens de overeenkomst van de gevelstenen met die van het gebouw van de opperéquipagemeester zeker tot de VOC behoord hebben. De exacte bestemming is echter op grond van de huidige beschikbare informatie niet aan te geven. Dit onderzoek heeft wel aangetoond dat ondanks het ontbreken van belang rijke archieven zoals dat van de gemeente Middelburg en de Kamer van Koophandel, die in mei 1940 als gevolg van het Duitse bombardement verbrandden, onderzoek met behulp van nog aanwezige gedrukte bronnen zoals de gemeenteverslagen en handelingen van de gemeenteraad van Middelburg nog zeer wel mogelijk is. Voeg hier nog aan toe het gebruik van nog bestaande bedrijfsarchieven, in dit geval van de Middelburgse Commercie Compagnie, en men kan nog redelijke resultaten zien. Tot slot wil ik nog opmerken dat de gemeente Middelburg in de nieuwe woonwijk nabij de Dokstraat een straat heeft vernoemd naar de vroegere meestoven op de Nieuwlandsedijk, maar blijkbaar niet gerealiseerd heeft dat praktisch op die plaats zelf een meestoof heeft gestaan met de toepasselijke naam 'Middelburg' met nog wel een VOC-verleden! Literatuur en bronnen P. J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de 19e en 20e eeuw en van de Zoeuwsche Landbouwmaatschappij 1843-1943., Wageningen, 1946, p. 180 betreffende verbouw meekrap. Middelburgse Naamwijzer 1850 J. de Kanter Phzn. en J. Ab. Utrecht, De Provincie Zeeland, Middelburg, 1824. Z. Paspoort, Beschrijving van Zeeland, Middelburg, 1820 p. 198). W. S. Unger, Gebouwen der Oostindische Compagnie in Zeeland, de Oostindische werf te Middelburg Oudheidkundig jaarboek 8 (1928), p. 75. M. C. Verburg, Industriële bedrijvigheid op Walcheren, Zeeuws Tijdschrift jaargang 1, 1950. Algemeen Rijksarchief, Archief VOC, inv. nr. 7263. Handelingen van de gemeenteraad van Middelburg, 1893-1902, gedrukt. Kamer van Koophandel en Fabrieken te Middelburg, Handelsregister. Notulen Provinciale Staten van Zeeland, 1828, bijlagen p. 31, gedrukt. Rijksarchief in Zeeland (RAZ), Hinderwet vergunning Zeeland, inv. nr. 51, Oude werfstraat. RAZ, Archief Middelburgse Commercie Compagnie inv. nr. 24 (notulen 11 januari 1818, 2 en 6 november 1827). RAZ, Archief Vereniging Graanhandelaren, inv. nr. 9. Verslag gedaan door burgemeester en wethouders aan de raad van de gemeente Middelburg 1853 en 1874 p. 53-54,1896, gedrukt. Verslag gedaan door Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten van Zeeland (Provinciaal Verslag Zeeland) 1861,1862, gedrukt. Zeeuwse Bibliotheek, Handschrift 3933 betreffende Pieter Pous, 1820. Noten 1 E. Homburg, student aan de Katholieke Universiteit Nijmegen, verricht samen met J. W. Schot onderzoek naar meestoven en de garancineindustrie in Nederland. 2 Zeeuwse Bibliotheek, Handschrift 3933 betreffende Pieter Pous, 1820. 3 Rijksarchief in Zeeland, Zelandia lllustrata deel II, nr. 783. Sloop van het gewelf tussen het woonhuis en de pakhuizen, ca. 1964 (Foto: Vitrite). 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 25