Schilders in de schaduw strekking, tot haar sterk achteruitgaande gezichtsvermogen dat onmogelijk maakte. In 1949 keerde ze naar Nederland terug, aanvankelijk van hotel naar pension trekkend. "Je suis a la rue comme vagabonde", schreef ze in 1950 aan Otto. Haar laatste jaren sleet ze bij familie en vrienden. Van haar wandkleden en broderies is weinig bewaard gebleven; het materiaal was te kwetsbaar. Was getekendCharley Toorop, Lizzy Ansingh, Jacoba van Heemskerck en Met verve, Lou Loeber, Sorella, Adya van Rees-Dutilh, twee boeiende en uitstekend verzorgde tentoonstellingen. Wie ze heeft gemist, krijgt nog een kans: tot en met 22 maart zijn beide te zien in museum Het Catharina Gasthuis in Gouda, van 28 maart tot 16 mei in museum Willem van Haren in Heerenveen en tenslotte van 5 juni tot 2 augustus in het Stedelijk Museum van Zutphen. In de Amazonereeks van uitgeverij Furie verscheen een begeleidende bundel essays, gedeeltelijk een bewerking van de Was getekend- catalogus uit 1990, mooi vorm gegeven, zeer informatief en met prachtige afbeeldingen in kleur. Jammer is alleen de theoretische uitbreiding van de inleiding; die heeft daardoor wel aan kracht ingeboet. Cat. Theodoor van Thulden - Een Zuidnederlandse barokschilder, Uitgeverij Waanders, Zwolle, 1991308 pag., f 55,—. Cat. Jongkind, een Hollander in Frankrijk, Zeister Kunststichting/Walburgpers, 1991, 71 pag., f 20,—. Met verve, zes 'zelfportretten' van Nederlandse kunstenaressen, over Charley Toorop, Lizzy Ansingh, Jacoba van Heemskerck, Lou Loeber, Sorella, Adya van Rees-Dutilh, Amazonereeks, Uitgeverij Furie, Amsterdam, 1991, 96. pag., f34,50. ontwerp van anderen. Een tijd lang zou zij zich ook bezig houden met het maken van affiches in collage-techniek. Niet alleen in Europa, ook in de Verenigde Staten was er belangstelling voor haar werk. naar Nederland, Adya ('My wife never liked Holland') verbleef voor namelijk elders. De tweede wereldoorlog bracht Adya met haar zoon Jean-Luc in het neutrale Zwitserland door, een defini- T. Ansingh, Sorella, De roepende 11933), olieverf op hardboard. In 1919 stierf Aditya, de oudste dochter van Adya en Otto, aan de gevolgen van een spoorwegongeluk waar Otto zwaar bij gewond raakte. Na zijn herstel trok hij steeds vaker tieve breuk met Otto was het gevolg. Adya raakte in een geïsoleerde positie, ze legde zich nu alleen nog toe op het maken van broderies, niet meer abstract maar met een religieuze of historische 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 30