Galerie: Boudewijn Wolthuis
en de verbeelding van de monomanie.
Boudewijn Wolthuis (1949) geboren in
Groningen doorliep er de lagere school
en de ambachtschool. Op zestienjarige
leeftijd werd hij matroos op de grote
vaart. In de drie jaar dat hij op zee was,
zag hij een groot gedeelte van de
wereld van de plecht van het schip.
Het gebrek aan privacy, dat het
zeemansbestaan eigen is, brak hem
uiteindelijk op. Hij ging terug aan de
wal waar hij gedurende vijf jaar in de
horeca werkte. In 1974 meldde hij zich
aan bij de Kunstacademie van
Groningen waar hij onder meer les
kreeg van Folkert Haanstra en Matthijs
Röling. Hij kreeg volop de gelegenheid
een geheel eigen beeldtaal te
ontwikkelen, die duidelijk de sporen
draagt van het onstuimige bestaan op
zee. Voor Wolthuis is net als voor de
Eskimo's het hemelruim gevuld met
naakte wezens, die op de vlucht zijn.
De beeldende kunstenaar Nico
Parlevliet typeerde de kunstenaars,
waaronder Wolthuis, die hij voor de
tentoonstelling Noordkunst 1990 in
Groningen had uitgenodigd als volgt:
"Het zijn Einzelgangers, idioten, terriërs
en armoedzaaiers. Zoals de
berggorilla's in Afrika bedreigd worden
door stropers en oprukkende
landbebouwing, zo zou dit soort
kunstenaars de das omgedaan kunnen
worden door een al te innige omarming
van het commerciële circuit. Het zijn
mensen die in hun onafhankelijkeid zo
dicht bij hun eigen activiteiten staan,
dat ze een 'monologue interieur'
voeren in hun eigen werk. Zonder
concessies met gedrevenheid en
oorspronkelijkheid en een steeds
groeiend geloof in eigen kunnen.
Kortom: kunstenaars met een Eigen
Mentaliteit." Parlevliet noemde het ook
de mentaliteit van de monomanie, die
voor hem geen negatieve maar een
positieve connotatie heeft.
In een catalogus naar aanleiding
van een tentoonstelling van het werk
van Wolthuis in Amsterdam in 1991
welke de intrigerende titel 'Blozende
engel boven ijsbergvulkaan' droeg,
karakteriseerde Maria Chailloux van
het Impressariaat voor de Beeldende
Kunsten in Amsterdam (dat Wolthuis
vertegenwoordigd) zijn werk op de
volgende wijze:"De blozende engel,
die zich ophoudt boven de
ijsbergvulkaan is de engel van de
Tekening: Boudewijn Wolthuis.
onschuld, van de onbevangenheid, die
blozen moet omdat hij aanziet, dat de
wereld koud, complex en vernietigend
is. Het universum van de engel in het
werk van Boudewijn Wolthuis, waarin
mythologische figuren geheimzinnige
rituele handelingen verrichten, is fel en
intens gekleurd. Het is een zeer eigen
universum met een sterk beeldende
symboliek. Het is bevolkt door
archaisch gevormde wezens,
rendieren, dolfijnen, vogels en
fabeldieren. Deze figuren zweven in
een eindeloos vloeiende beweging
binnen dit universum waar een
ingehouden spanning heerst. Er wordt
geworsteld, gecopuleerd, angst
bezworen en gebaard."
Wolthuis zelf zegt over de drijfveer
van zijn werk:" Het is een niet te stuiten
stroom van beelden, die voortdurend in
mij opborrelt, ik moet ze tekenen en
schilderen. Ze achtervolgen mij en
laten me niet los." In een gedicht van
Wolthuis uit 1987 geeft hij een
voorlopig zelfportret.
Bloedmens, waterkraag,
Christushonig-
Jongetje in doorweekt eetpapier.
Landinwaarts geblazen meeuwen
in zilver licht.
Tentoonstellingen vanaf 1987:
1987 S.C.C. de Vooruit, Gent, België
1987 De Muzeval, Emmen
1987: De Lawei, Drachten
1989 Korenbeurs/Groningen
Galerieën, Groningen
1990 Forma Aktua, Groningen
1990 2de Int. Kunstmeile, Leer,
Duitsland
1990 Noordkunst/Kunstbeurs,
Zuidlaren
1991 Pictura, Groningen
1991 Tentoonstellingsruimte/
Impressariaat voor beeldende
kunsten, Maria Chailloux,
Amsterdam
1991 Rai, Int. Kunstbeurs, Amsterdam
1991 Groninger Galerieën -a-kerk,
Groningen
1991 3de Int. Kunstweek, Dornum,
Duitsland
1991 Pulchri Studio/Forma Aktua
Pinakotheek uitwisseling
kunstenaars, Den Haag
1992 Forma Aktua Pinakotheek,
Groningen
1992 Barth s.c./Kunstvorm, Groningen
Boudewijn Wolthuis exposeert in
Bellamy 19 in Vlissingen van
15 februari tot 17 maart.
28