Redactioneel
JAARGANG 42, NUMMER 1, 1992
In het laatste nummer maakte ik gewag
van de mogelijkheid dat het KZGW zijn
collectief abonnement op het Zeeuws
Tijdschrift zou opzeggen. Aanvankelijk
werden hiervoor door het bestuur
financiële redenen aangevoerd. Het
tijdschrift zou te duur worden voor het
genootschap. Wanneer men bedenkt
dat het genootschap voor het
collectieve abonnement omgeslagen
per persoon nauwelijks 20 gulden
betaalde, op een lidmaatschapsprijs
van 80 gulden, kon dit geen argument
voor het verbreken van een bijna
dertigjarige band zijn. De werkelijke
reden voor het opzeggen van het
collectieve abonnement bleek mij ter
vergadering van het KZGW op
17 december 1991Het genootschap
wilde een eigen clubblad uitgeven
maar niet nadat eerst pogingen in het
werk waren gesteld de onafhankelijk
heid van deze redactie te smoren door
bij het bestuur van het tijdschrift aan te
dringen op een overname door het
KZGW van het Zeeuws Tijdschrift,
indien mogelijk inclusief provinciale
subsidie. Terecht heeft de voorzitter
van het bestuur van de Stichting
Zeeuws Tijdschrift deze 'vriendelijke'
overname van de hand gewezen en de
onafhankelijkheid van de redactie van
het Zeeuws Tijdschrift met verve
verdedigd. Uiteraard is de redactie de
voorzitter hiervoor erkentelijk. Tevens
respecteert ze de wens van het
bestuur van het KZGW een eigen
clubblad uit te geven. Uiteraard hoopt
de redactie dat lezers, die via het
collectieve abonnement automatisch
geabonneerd waren, via een indivi
dueel abonnement hun band met het
Zeeuws Tijdschrift voortzetten.
Het eerste nummer van deze
tweeënveertigste jaargang, vangt aan
met een onbekende Nederlandse
vertaling van de hand van de Indoloog
P.J. Veth uit 1876, van het hoofdstuk
Zeeland uit het boek van Edmondo de
Amicis Olanda (1874) in de serie het
Zeelandgevoel. De Amicis die een
grote rol speelde in de Italiaanse
eenwording geeft enkele treffende
observaties van Zeeland dat hij in 1873
aandeed. De negentiende-eeuwse
schrijfwijze van de vertaling van Veth is
aangehouden.
Nico Out, medewerker van het
Zeeuws Steunpunt en free-lance
journalist, weegt in zijn artikel, 'Bouwen
aan kunst. Utopie of werkelijkheid', de
voor- en nadelen af van de verschil
lende plannen die er omtrent het
toekomstige Museum voor de
Hedendaagse Kunst in Zeeland
bestaan.
A. F. Franken, hoofd sector Inspectie
en Acquisitie van het Rijksarchief in
Zeeland, legt in zijn artikel, 'Een
meestoot met een VOC-verleden' de
wortels bloot van een gesloopt
Middelburgs gebouwencomplex dat
dienst deed als meestoot waarin de
rode kleurstof van de meekrap werd
geëthraheerd. Deze natuurlijke kleurstof
werd rond 1870 verdrongen door een
synthetische. Zeeland stond tot 1870
bekend om de meekrapcultuur. In
Groningen heeft het arbeidsintensieve
gewas onlangs een bescheiden
rentree gemaakt onder invloed van de
toenemende vraag naar natuurlijke
produkten.
A. Sturm, hoogleraar Nederlandse
taalkunde aan de universiteit van
Oldenburg (Duitsland), vestigt in zijn
bijdrage, 'Een muur van graniet',
aandacht op de actie van het Comité
"Houen Jongens!" voor een monument
ter nagedachtenis van de miraculeuze
redding van Colijnsplaat tijdens de
watersnoodramp in 1953.
Francisca van Vloten leidt ons in
haar artikel, 'Schilderen in de schaduw',
langs een aantal tentoonstellingen in
den lande waar ook 'Zeeuwse'
schilderijen te zien zijn.
In de rubriek Galerie aandacht voor
het werk van de kunstenaar Boudewijn
Wolthuis, wiens eigenzinnig werk van
15 februari tot 17 maart in Bellamamy
19 in Vlissingen te zien is.
In Boekbesprekingen komen de
'Hervormers aan de Oosterschelde' en
de 'Gids voor historisch onderzoek in
Zeeland' aan bod. Volgens de recensent
vertoont het boek een aantal merk
waardige omissies. Deze rubriek wordt
gevolgd door een onconventionele
aflevering van de Signalementen.
In de nieuwe rubriek Culturele
Agenda belichten Henk Scholten,
directeur van het Zuidlandtheater in
Terneuzen en Peter de Quelery,
publiciteitsmedewerker van Uit in
Zeeland, het toneel- en filmaanbod van
de komende twee maanden in
Zeeland.
In het volgende nummer onder
meer 750 jaar Vier Ambachten,
Domburg in last en het Zeeuws
waterschapsbestel.
Paul van der Velde
1