De geschiedenis van 750 jaar Vier Ambachten in vogelvlucht
kon men bij de Raad ook in beroep
gaan als men het met het vonnis van
de eigen vierschaar niet eens was.
Bovendien konden de vier als ze met
elkaar of met ander gebieden onmin
hadden hun zaak voor de Raad
brengen. Dit laatste gebeurde tot ver in
de vijftiende eeuw veelal voor de
magistraat van Gent, namelijk voor de
Schepenen van de Keure en Gedele.
Deze deden dan een uitspraak in een
geschil ofwel bekrachtigden een besluit
van de Vier Ambachten.
In de loop van de vijftiende- en
zestiende eeuw werden de Gentse
schepenen steeds minder belangrijk
en namen de gewestelijke (vorstelijke)
instellingen meer en meer hun plaats
in zoals de genoemde Raad van
Vlaanderen. De Rekenkamer contro
leerde elk jaar de rekening van elk van
de vier ambachten en gaf advies
inzake nieuwe belastingen (ommestel-
linghen).
Verder trokken de Vier Ambachten
ten hove indien dat in bijzondere
gevallen (beden) gewenst was.
Zij stuurden dan een delegatie, die
eerder de taak had om de geldnood en
het geldverzoek van de vorst aan te
horen dan wel daarin te consenteren.
Dit laatste was voorbehouden aan de
gewestelijke standenvertegenwoor
diging van Vlaanderen bestaande uit
Vier Leden (Gent, Brugge, het Vrije van
Brugge en leper).
Sedert eind vijftiende eeuw konden
de Vier Ambachten in rechtszaken en
onderlinge geschillen nog een laatste
beroep doen op de Grote Raad te
Mechelen en op de vorst zelf. Voor
andere zaken zoals geld- en bestuurs
zaken kon een beroep worden gedaan
op de regeringsraden te Brussel (1531)
ofwel op de landvoogd(es).
In deze bestuursorganisatie
veranderde er na de scheiding in de
zestiende eeuw voor de ambachten
van Assenede en Boekhoute weinig.
Het bleef zo tot aan de Franse Tijd.
Wel werd in 1619 de keur uit 1242
door de vorst vernieuwd en werd
sedertdien aangeduid als Costumen.
Voor de ambachten van Axel en
Hulst veranderde er wel een en ander.
Hun locale bestuursvorm werd op een
aantal punten gewijzigd. Aanvankelijk
werden Axel metTerneuzen en Biervliet
onder één bestuur gebracht, waar van
tijd tot tijd nog wat wijzigingen in aan
gebracht werden (aantal schepenen).
Biervliet, dat in feite niet tot de Vier
Ambachten behoord had, viel hier
buiten. De gebieden rondom Terneuzen,
Axel en Biervliet werden als een apart
bestuurlijk gebied beschouwd, namelijk
als het 'Committimus'.
Voor de Vier Leden van Vlaanderen
ruilden zij de Staten van Zeeland in,
waarvan i.h.b. de Gecomitteerde Raden
het dagelijks toezicht uitoefenden.
De Raad van Vlaanderen werd nu de
Raad van Vlaanderen te Middelburg.
Niet de vorst, maar de Staten-Generaal
in 's-Gravenhage werden nu soeverein,
d.w.z. de hoogste macht in het land.
Hulst en Hulsterambacht en ook
Sas van Gent werden als Generaliteits
land beschouwd. Zij hadden niet alleen
te maken met de Zeeuwse bestuurs
organen, maar daarnaast ook nog
direct met de Staten-Generaal, vandaar
de naam Generaliteitsland. In de
praktijk was er evenwel weinig of geen
verschil merkbaar tussen het
'Committimus' en de Generaliteits
landen. Plannen om de stad Hulst met
het ambacht van Hulst te verenigen
mislukten. Reeds in 1565 was de
vereniging van Axel met Axelambacht
daaraan voorafgegaan.
Tijdens de Franse Tijd werden de
Vier Ambachten weer herenigd in het
'Departement van de Schelde' en als
zodanig op 1 oktober 1795 bij Frankrijk
ingelijfd. De lokale magistraten werden
opgevolgd door de municipaliteiten,
waarvan er een aantal in een kanton
werden georganiseerd. Daarboven
stond de sous-préfecture en daarboven
de préfecture te Gent. Op de vele
wijzigingen in de bestuurlijke organisatie
tijdens deze kortere periode kunnen
we hier niet ingaan.
Na de Franse Tijd volgde de
Hollandse Periode, waarin de Vier
Ambachten samenbleven. Daarbij
kreeg elke kleine gemeenschap (van
dorp tot stad) een eigen burgemeester
en gemeenteraad. Maar na vijftien jaar
scheidden hun wegen alweer. Ditmaal
kennelijk voorgoed. Het lokale bestuur
aan Nederlandse zijde kreeg zijn
definitieve beslag, zoals dat tot 1970
niet werd veranderd. In dat jaar werd er
een gemeentelijke reorganisatie door
gevoerd, waarbij er vijf grotere
gemeenten werden gevormd, te weten:
Hulst, Hontenisse, Axel, Terneuzen en
Sas van Gent. Daarmede werd een
eind gemaakt aan de sedert de Franse
Tijd ontstane bestuursversnippering.
Het aantal van vijf gemeente
besturen nu wijkt niet zoveel af van de
Middeleeuwse situatie met zes lokale
besturen in het territoir van de Vier
Ambachten, te weten: Axelambacht,
Assenederambacht, Boekhouter- en
Hulsterambacht, Axel en Hulst. Daarbij
laten we welgevoegelijk de heerlijkheid
Sint Jansteen en de Vrijheid van het
Land van Saeftinghe én de stad
Hughersluus en de kleinere heerlijk
heden binnen de ambachten van
Assenede en Boekhoute e.a. even
buiten beschouwing.
Aan Belgische zijde waren sedert
de Franse Tijd inmiddels een heleboel
kleinere gemeenten binnen de de
ambachten van Assenede en
Boekhoute ontstaan, waarvan een
bepaald aantal weer resorteerde onder
een arrondissement. Pas in 1975 werd
ook hier een gemeentelijke herindeling
doorgevoerd. Ook deze was vrij
ingrijpend. De voormalige twee
ambachten werden hier volledig
versnipperd. Assenede handhaafde
zich als gemeente, maar Bassevelde,
Oosteeklo en Boekhoute werden er
aan toegevoegd. Ertvelde werd
toegevoegd aan de gemeente Evergem
(buiten de voormalige Vier Ambachten)
Zelzate werd of bleef een zelfstandige
gemeente, maar het hele gebied langs
het kanaal ten zuiden van Zeizate werd
toegevoegd aan de gemeente Gent.
Wachtebeke handhaafde zich als zelf
standige gemeente. Daarbij liep er een
nieuwe scheiding in het gebied der
voormalige Vier Ambachten, want
Assenede en Zelzate werden aan het
arrondissement Eeklo toegewezen;
Evergem met Wachtebeke en het
gebied ten zuiden van Zeizate aan het
arrondissement van Gent.
De jongste jaren zien we dus zowel
aan de Nederlandse als aan de
Belgische zijde van de grens dezelfde
ontwikkeling op bestuurlijk gebied.
Met 1992 voor de deur worden ook op
dit vlak nieuwe mogelijkheden
geopend.
De geschiedenis van de
Vier Ambachten
Met het verlenen van de keur in
1242 verbond graaf Thomas het lot van
de vier ambachten aan elkaar. De Vier
Ambachten stonden daarmede aan het
begin van een periode van bijna 350,
waarin zij elkanders lief en leed
deelden. Daarna scheidden de wegen
zich om tussen 1795 en 1830 weer bij
66