Zeeuws formaat Over het werk van architect ir. A. Rothuizen (1906-1990) J.J. de Koning Introduktie Onze provincie blinkt niet uit door de aandacht die er geschonken wordt aan de gebouwde omgeving. Slechts af en toe, en dan nog vaak weinig gericht, is er iets te merken van een architectuur discussie. Toch ontbreekt het het Zeeuwse land bepaald niet aan hoog waardige bouwkunst. Tussen de uitingen van de twintigste eeuw vallen de gebouwen die ontworpen zijn door architect Arend Rothuizen duidelijk op. Het begon allemaal met de Westerkerk in Goes (1929) en eindigde vele jaren later met de Hogere Technische School in Vlissingen (1969). Hoewel het architectonisch geweld van de jaren tachtig zo langzamerhand het gezicht van Zeeland is gaan bepalen, drukten voorheen de gebouwen van Rothuizen een belangrijk stempel op de Zeeuwse bouwkunst. Tot de vruchten van zijn hand behoren vele bekende gebouwen, zoals het Middelburgse kantoor van de PZEM (1937), de Zeevaartschool in Vlissingen (1948), wijk de Griffioen in Middelburg (1950) en de (deels gesloopte) Centrale Zeeland van de PZEM in Vlissingen (1952). Globaal bekeken valt zijn werk uiteen in vier perioden: het vroegmoderne werk (1929-1938) het romantische werk (1938-1942) het moderne werk (1942-1958) het functionalistische werk (1958-1969) De eerste periode, het vroeg moderne werk van Rothuizen, is ongetwijfeld de meest interessante periode. Rothuizen moet zijn plaats in Zeeland veroveren en doet dat met een niet-Zeeuwse stijl, die hij meegenomen had uit Delft. Toch lijken zijn gebouwen nooit wezensvreemd aan hun omgeving. Aan het eind van die periode realiseert hij een van zijn allermooiste werken: het kantoor van de PZEM aan de Poelendaelesingel te Middelburg. Op dat moment zijn eerste grote werk en tegelijkertijd het laatste dat (nu) gerekend kan worden tot zijn vroeg-moderne werk. Over dit gebouw, dat nog altijd de ruimte aan de singel beheerst en pas enkele jaren geleden werd uitgebreid met een nieuw kantoor, en over de wordingsgeschiedenis ervan, moet wat meer verteld worden. De gereformeerde Westerkerk uit 1929 te Goes. Archief ir. F. Rothuizen, Rijswijk. Voorspel Meteen na zijn studie in Delft keerde Rothuizen terug naar zijn geboorte grond. Op het bureau van zijn vader in Goes ging hij aan het werk. Ongeveer een half jaar later zag het eerste, door hem zelfstandig gemaakte schetsplan, het licht. De Westerkerk in Goes werd naar dit, op de Amsterdamse School geïnspireerde ontwerp binnen korte tijd gebouwd. Met deze Gereformeerde kerk haalde Rothuizen de in Holland gangbare architectuur naar Zeeland. Nu hoeft dit niet veel verbazing te wekken. Tot die tijd immers bestond in Zeeland, en dat gold eveneens voor grote delen van Nederland, de traditie uit de vorige eeuw van de aannemer timmerman, die gebouwen tekende en uitvoerde in overleg met de opdracht gever. Slechts voor grote opdrachten, zoals stadhuizen, stations, rijks kantoren, banken etc. werden eventueel architekten gevraagd, die opgeleid waren aan een van de Polytechnische Scholen of Academies. Sedert 1901het jaar waarin de Woningwet van kracht werd, zijn architecten zich gaan storten op een nieuwe opgave: het creëren van woon ruimte en woon-omgeving voor de volksmassa. Het spreekt voor zich dat deze ontwikkeling begon in de dicht bevolkte gebieden, de steden in Holland, voor welke de Woningwet in eerste instantie bedoeld was. Al snel ontstonden er nieuwe ideeën over de manier waarop de huisvesting van grote groepen mensen plaats kon vinden. Beroemd geworden zijn woning blokken van bijvoorbeeld H.P. Berlage, K.P.C. de Bazel en Th. Wijdeveld.1 Zij maakten bouwblokken, naar o.a. de voorbeelden in Parijs en Berlijn, in een monumentale stijl. De ideeën over zgn. tuinsteden2 vinden in Nederland logischerwijs maar nauwelijks weer klank. Ons land kende daarvoor te veel groene en ruime streken. Overbevolkte steden waren hiertoen nog uitzonderlijk. De grove invloed van vergaande industrialisatie en bevolkingstoename was steeds tot die paar grote steden beperkt gebleven. En bovendien was die ontwrichtende invloed lang niet zo sterk als in de ons omringende industriestaten Frankrijk, Duitsland en Groot-Brittannie. Maar zoals geldt voor veel culturele ontwikkelingen, raakte ook de architectuur danig in verwarring Het Rooms-Katholiek rusthuis op de hoek van de Lange Noordstraat en de Bachtensteene te Middelburg. De gebouwen uit de Middelburgse wederopbouwperiode kenmerken zich door een traditioneel landelijke bouwwijze. 100

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 22