Zeeuws formaat Over het werk van architect ir. A. Rothuizen (1906-1990)
Perspectief tekening PZEM.
Tegenover het ontluikend fascisme kon
men, door middel van architectuur, een
soort Nederlandse rechtgeaardheid
symboliseren.12
Het aspect gebouwen typisch
regionaal gebonden te maken, is ook
terug te vinden in het ontwerp voor het
PZEM kantoor. Aan het begin van deze
eeuw was Nederland, iets later dan de
rest van Europa, druk aan het
industrialiseren. Het hele land werd in
deze periode van elektriciteit voorzien.
De maatschappijen die hiervoor zorg
droegen werden statussymbolen voor
de moderne maatschappij en ze
ontwikkelden de behoefte die status
ook uit te dragen. Nieuwe gebouwen
hoorden ook toen al bij een nieuw en
stralend imago. Zeelands energie
leverancier was hierop geen uit
zondering. Provinciale prominenten
vonden een plek in Dagelijks Bestuur
en Raad van Bestuur. Bouwplannen
volgden niet lang daarna. De vraag
naar 'grotere monumentaliteit', die in
de eerder aangehaalde vergaderingen
meermalen ter sprake kwam, is hiervan
een fraaie illustratie. De keus voor een
architect van Zeeuwse bodem was
geen voor de hand liggende. Eigenlijk
had men graag een architect van grote
naam van buiten de provincie gevraagd
het ontwerp te maken. Rothuizen had
echter iets te goed vanwege de eerder
gemaakte ontwerpen voor de vestiging
Vissingen. Toch zal het bewind van de
NV PZEM achteraf - zeker gedurende
de bezetting - zeer ingenomen zijn
geweest met de keus van een
Traditionele bouwmeester voor hun
nieuwe kantoor.
De architectuur van Arend Rothuizen
heeft het Traditionele karakter eigenlijk
nooit verloren. Er komen langzaam
maar zeker wel nieuwe materialen,
nieuwe werkmethoden en vooral in de
tweede helft van de jaren zestig ook
wel zgn. 'dozen-architectuur', maar zijn
denkwijze en achtergronden blijven
traditioneel. Een gevel bijvoorbeeld
blijft hij behandelen als een wand met
losse gaten erin. Of zo'n gevel nu van
metselwerk, beton of hout is, dragend
of niet dragend is maakt geen verschil.
De filosofie van de Modernen werd in
zijn werk niet opgenomen. Daarom kon
het ook gebeuren dat hij pas veel later
dan in Holland toekomt aan gebouwen
met een duidelijk Modern uiterlijk. Zelfs
dan blijft het meestal een kwestie van
uiterlijk. Niettemin is en blijft
Rothuizen degene die de moderne
architectuur, de nieuwe geest, naar
Zeeland bracht. Maar niet uit over
tuiging. En dat is de reden dat hij een
ambachtsman van Zeeuws formaat
bleef.
NOTEN
1 Andere bekende woningbouwers uit die periode
zijn M. de Klerk, P.L. Kramer, G. Rutgers,
J.F. Staal en H.J.M. Walenkamp. G. Fanelli,
Moderne architektuur in Nederland 1900-1940
('s Gravenhage 1978) J. Castex, J-Ch. Depaule
en Ph. Panerai, De rationele stad, Van bouwblok
tot wooneenheid, (Nijmegen, 1984) p. 94-132
2 In 1889 publiceerde de Engelsman Ebenezer
Howard zijn boek over Garden Cities. Enkele
tientallen jaren later werden er ideeën uit dit
boek in de praktijk overgenomen. J. Castex,
J-Ch. Depaule en Ph. Panerai, De rationele
stad, Van bouwblok tot wooneenheid,
(Nijmegen, 1984) p. 61-94
3 H. Ibelings, Het andere modernisme,
Traditionalistische architektuur in Nederland
1900-1960, in Archis (1988) nr.6 p. 36-51 en
J.J. Vriend, Architectuur van deze eeuw,
(Amsterdam 1959)
4 J.J. de Koning, Welsaamgevoegd en wel
gebouwd, het werk van architect Arend
Rothuizen Middelburg, 1991) p. 19-27
5 J.J. Vriend. Architectuur van deze eeuw
(Amsterdam, 1959)
6 De grond wordt uiteindelijk aangekocht voor
een bedrag van f 18065,03, volgens factuur
van 8 april 1940. (Archief PZEM inv.nr.33,
Rijksarchief voor Zeeland)
7 Zowel H. van der Kloot-Meyburg als G.C.
Bremer waren ras-traditionelen. Zie noot 3
8 Met de aanbesteding van het totale plan was
een bedrag gemoeid van f 350.000,-. Dit was
nog altijd ongeveer f 50.000,- hoger dan de
raming van Rothuizen. De oorzaak hiervan was
de grote reserve die de architect verwerkt wilde
zien in de offerte. Overigens bedroeg het
architectenhonorarium f 13.000,-, voor die tijd
een fors bedrag. In een latere fase van de
bouw ontstaat een probleem met de aannemer
wanneer op 9 december 1939 A.J. Hubers
overlijdt. Het blijkt dan dat verschillende zaken
door de aannemer niet zo best geregeld waren.
In feite staat het bedrijf op de rand van
faillisement. Een broer en een zwager van dhr.
Hubers nemen de zaak tijdelijk over en
voltooien het werk voor de PZEM, echter niet
zonder de nodige problemen. (Voor de kwestie
Hubers zie archief PZEM inv.nr. 1776,
Rijksarchief voor Zeeland)
9 Als puntje bij paaltje komt, blijkt Gebr. Teeuwen
echter niet aan de gevraagde kwaliteit te
kunnen voldoen en koopt men de stenen bij De
Belvedere in Maastricht, bij wie men in eerste
instantie ook al offerte had opgevraagd.
10 Ter vergelijking: de moderne lampen die
Rothuizen wenste van fabrikant Gispen kostten
f 1909,25 bij elkaar. (Voor totaaloverzicht
kosten zie archief PZEM inv.nr. 1356:
afrekening, Rijksarchief voor Zeeland)
11 Voor alle notulen van de vergaderingen der
Raad van Bestuur der NV PZEM zie archief
PZEM inv.nr. 1322, Rijksarchief voor Zeeland.
12 In de bezettingsjaren groeide het Traditionele
bouwen uit tot een ware verzetsdaad. Men
koos er voor steden als Middelburg en Rhenen
op te bouwen in wat men een duidelijk
vaderlandse stijl en sfeer vond. Zie K. Bosma
(red), Architectuur en stedebouw in oorlogstijd,
De wederopbouw van Middelburg. (Rotterdam
1988)
106