Een Venezolaan in Zeeland, 1788
J.r i?*'A?tc£ Aa/fat A/m r yAa/Wt £>i fn,
Y<?f h tYf/Y A'raauY a t n /Yaa
■'f f /fut> rf/rctti. At A t v>v
Atrar '-.Aa/t/ti /JaA m4t yrtJe/a' ftn
dienst hebben. Met één van hen, een -
aanvankelijk - in klederdracht gestoken
Friezin, deelt Miranda de lakens. De
dag daarop volgt nog een wandeling
door de stad en bij het fort
Rammekens, op dezelfde plaats waar
hij aan wal was gekomen, gaat
Miranda voor zeil. In Tholen, op 25 mei,
verlaat hij Zeeland en trekt verder naar
Bergen op Zoom.
Enkele jaren later scheelt het maar
weinig of hij doet Zeeland opnieuw
aan, ditmaal met een groter gevolg.
Miranda is dan generaal in de Franse
legers die naar het noorden oprukken.
Hij steekt hoogstpersoonlijk een stokje
voor een aanval op Zeeland. Met het
afschrikwekkende voorbeeld van de
Watergeuzen voor ogen acht hij het
verstandiger eerst de rest van
Nederland te veroveren "en dan zal
Zeeland vanzelf vallen". Nog voordat
Zeeland opgaat in de pro-Franse
Bataafse Republiek, komt Miranda zelf
ten val. Een collega-generaal schuift
hem de schuld van een militaire
nederlaag in de schoenen, waarop de
Zuidamerikaanse avonturier in de
gevangenis belandt. Zijn carrière is
dan echter nog lang niet ten einde.
NOTEN
1 Simon Schama, Patriots and liberators.
Revolution in the Netherlands (New York,
1977), 119.
2 Het dagboek dat Miranda bijhield tijdens zijn
reis door de Republiek is gepubliceerd in
Vicente Davila, Archivo del general Miranda.
Ill (Caracas, 1929).
zuilengang dertig neringdoenden telt.
Even later lonken op een schaduwrijke
plek meisjes van lichte zeden naar de
reiziger, die echter niet op hun
avances ingaat. Het blijkt vervolgens
moeilijk een calèche te regelen, want
iedereen is naar de Komedie in
Vlissingen. Toch slaagt Miranda in zijn
opzet en bezoekt, wederom in de
regen, Veere en Arnemuiden. Om tien
uur 's avonds treft hij zijn kleermaker
weer. Samen bezoeken ze een
bordeel, waar drie "musici" elk tussen
de dertien en vijftien "priesteressen" in
109