Boekbesprekingen
Hoe werd dit alles betaald, want die
tapijtmakerij was geen goedkope
aangelegenheid? Van Swigchem en
Ploos van Amstel hebben een
eenvoudig antwoord: 'De tapijten,
vervaardigd op initiatief van 'den
lande', d.w.z. het soevereine gewest
Zeeland, zijn betaald door de Zeeuwse
Admiraliteit, en wel uit de inkomsten
van de zgn. convoijen en licenten'. Bij
dit zinnetje heb ik even opgehikt, maar
ik ben niet verder gekomen dan een
slordig 'kon dat dan zo maar?'. Drs
Meijer, die het boek ook heeft
besproken en die als chartermeester
bij het Rijskarchief in Zeeland met zijn
neus boven op de stukken zit, was
alerter en zegt 'nee, dat kon niet'. De
opbrengst van de convoijen en licenten
moest ten goede komen aan de
oorlogsvoering ter zee en de
admiraliteit, die ze inde, was geen
gewestelijke instelling, maar een
generaliteitsorgaan. Jacob Valcke ging
dus onbehoorlijk buiten zijn boekje en
Meijer heeft in zijn archief aanwijzingen
van een soort dubbele boekhouding en
een eindafrekening, die na eindeloos
traineren pas bij de dood van Valcke,
na dertien jaar dus, tevoorschijn kwam.
De Zeeuwse Staten lijken al vroeg de
brede weg te zijn opgegaan! Knap
werk van de chartermeester.
Het boek is zeer royaal opgezet en
rijk geïllustreerd. De lay-out is nogal
onrustig door de variëteit in lettertypes,
door de marges nu eens vol te stoppen
met tekst, dan weer blanco te laten en
vooral door het kleurverschil tussen de
opname van het tapijt als geheel en de
uitgesneden details.
Een scène op 'Rammekens' laat een eenvoudige beschildering van de
schanskleden zien, echter ook mooiere langs het hek van de mars, zowel bij de
Spanjaard (links) als bij de Zeeuw. Opmerkelijk is dat bij de Spanjaard een klein
kanon door het zeildoek heen steekt. Verder is aandachttrekkend de seinvlag,
die bij de Zeeuw uit de steven aan bakboordzijde gestoken is. Dit is de enige
seinvlag op de Statentapijten die zo'n duidelijk herkenbare functie heeft.
Zelfs de Tweede Wereldoorlog hebben
ze overleefd. Toen waren ze echter
weer toe aan een grondig herstel. In
1955 ging als eerste en kleinste het
Wapentapijt naar de Werkplaats tot
herstel van Antiek Textiel in Haarlem
en geleidelijk aan zijn of zullen alle
andere tapijten daar eveneens een
behandeling ondergaan. Bergen op
Zoom is als een na laatste bijna
gereed en zal waarschijnlijk in 1993
weer tentoon gesteld kunnen worden.
Daarna zal het waarschijnlijk nog wel
tien jaar duren voor het laatste,
Overzicht van de zaal van de
Werkplaats tot Herstel van Antiek
Textiel te Haarlem, waar na 1950
intensieve restauratie van vier tapijten
plaatsvond en waar aan 'Bergen op
Zoom' en 'Rammekens' thans nog
minutieus wordt gewerkt.
Voor de rest bevat het boek alles, wat
men zich maar wensen kan: een
historische inleiding, een verhaal over
de wevers en de ontwerpers, over het
weven zelf en over de betekenis van
de rand, over de scheepstypen en de
vlaggen of wimpels, die wij voerden,
over het scheepsgevecht enz. Een
tweede deel behandelt dan elk tapijt
afzonderlijk en geeft alle relevante
bijzonderheden.
Wat de tapijten in de vier eeuwen
van hun bestaan hebben meegemaakt,
wordt in het boek uitvoerig beschreven.
115