Boekbesprekingen Aankomstte Vlissingen van schip met Belgische vluchtelingen uit Antwerpen. 1914. 117 maar het bleek de ouverture te zijn tot de operette kaalslag. "Als er toch zoveel is vernield, laten we dan de hele rotzooi maar opruimen". En met de grondigheid, die een moderne democratie put uit een leger van geldverslindende commissies, deskundigen, aannemerscombinaties, projectontwikkelaars en wat dies meer zij, is men zonder iets, dat op een totaalvisie leek, aan het werk gegaan. Terwijl andere steden hun wonden al lang hebben gelikt, is men in Vlissingen nog steeds bezig en liggen er nog altijd stukken braak, waarmee men niet goed raad weet. Na een halve eeuw! Vlissingen schijnt van zichzelf een monument te willen maken van machteloze halfslachtigheid en slaagt daar wonderwel in. Het kan de boekjes in als de stad, die nog steeds in oorlog met de oorlog is. Ik moet toegeven, dat ze het daar aan de mond van de Schelde zelf nu ook beginnen in te zien. Dat is de enige verklaring, die ik kan bedenken voor de buizenparade, die ze boven de Lange Zelke en de St. Jacobsstraat hebben gehangen. U moet dat symbolisch zien als de mantel der liefde, die alle ongerechtigheden bedekt. En als een reclameslogan voor Feestelijkheden tijdens de onthulling van het standbeeld van M. A. de Ruyter te Vlissingen. 1841. Van Dishoeckhuis Vlissingen. ca. 1962. de middenstand. Ik verwacht nu borden onder Koudekerke, Abeele en Ritthem: "Voor droog winkelen, bezoek de Lange Zelke. Voor kneuterig winkelen, schuifel onder de luifels". Maar het zal wel niet mogen, want dan voelt de Scheldestraat zich nog meer teruggezet. Deze boutade moest ik even kwijt nu het boek van Peters me weer naar het oude Vlissingen heeft verplaatst. Een jaar of wat geleden schreef Peters als archivaris van Vlissingen om de twee weken een column in De Faam (hij alterneerde daarbij met Peter Sijnke, de archivaris van Middelburg). Die stukjes hadden destijds veel succes en nu heeft hij ze geordend, bijgewerkt en soms aangevuld, uitgegeven als een zeer onderhoudend boek, dat alle oude en oud-Vlissingers goed zal doen. Het blijven 'sprokkels' en 'grepen' en volledigheid moet u dus niet verwachten. Een paar storende computerfouten in het zetsel moet u hem ook vergeven, evenals het feit dat bij de uitsneden van een tweetal kaarten een deel van de legenda zijn verloren gegaan. De vele foto's zijn over het algemeen uitstekend gereproduceerd. B.T.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1992 | | pagina 39